zaterdag, december 29, 2018

Computertijd

Ter voorbereiding van een college Moderne Tijd herlas ik IJstijd van Maartje Wortel weer. Het verraste me wat ik er nog van wist, maar ook hoe anders de verhoudingen nu leken tussen de verschillende onderdelen en verhaallijnen. Het blijft hoe dan ook een goed boek (nog steeds met een klein voorbehoud wat betreft de gortdroge stijl).

Meest verrast was ik deze keer door wat me een weeffout lijkt, en die me eerder niet was opgevallen.

James Dillard leent een pen (140) en papier (141) papier van lieden in Studio/K en schrijft twee verhalen om aan de uitnodiging van zijn ongenode redactrice Monica te kunnen voldoen (pagina 83-84 onder andere). Die - wat hij noemt - "kladjes laat hij lezen aan Chuck Palahniuk, nog steeds op die locatie, waar zij veel bier verzetten. Diezelfde avond-nacht schrijft James, aangeschoten op z'n minst, op een van de gemeenschappelijke computers van het Stayokay-hostel waar hij dan verblijft (en dat "naast" Studio/K dan wel "pal om de hoek" ligt, blijkens pagina 112 respectievelijk 136) een e-mail aan Monica: "[...] ik stuur je de verhalen mee, twee stuks." (147) En heel realistisch staat er onderaan die in de roman weergegeven e-mail:
*(Hetflatgebouw.doc)
*(ZwarteKoffie.doc)
Maar nergens staat een signaal dat James die verhalen ooit heeft overgetikt; laat staan dat hij daar met zijn zatte hoofd tijd en gelegenheid voor had of kon nemen; terwijl er toch weinig menselijke handelingen zonder beschrijving blijven in deze enigszins door lethargie getekende avonturenroman; en over een eigen pc, laptop of tablet beschikt deze zich steeds weer elders vestigende vagebond vanzelfsprekend en klaarblijkelijk niet.

dinsdag, december 18, 2018

Genydé

Voor een van mijn leesclubs las ik Western; gedichten, 'directed by' Delphine Lecompte; een mooi vormgegeven uitgave van De bezige bij (eerste druk 2017, tweede 2018). Een dichtbundel van maar liefst 117 bladzijden, bevattende een 'Intro', vier delen, in het Engels aangeduid als 'Part One' etc. en gevolgd door een ondertitel, respectievelijk 'child', 'whore', 'revenge' en 'redemption', en dan nog een 'deleted scene'. 

Met moeite heb ik de eerste helft gelezen. 
Lecompte op de Nacht van de Poëzie (2018) vond ik wel wat hebben
Op papier werken haar gedichten niet bij mij
Ik zie de absurditeit erin, maar so what
Mooi vind ik de teksten niet, intrigerend evenmin.

Veel strofen van vijf regels, alle regels beginnen met een hoofdletter
Alleen de slotregel van elke strofe krijgt een punt, geen idee waarom
Het had ook andersom kunnen zijn, of parallel of anderszins
Het maakt allemaal helemaal niks uit.
Nauwelijks stof voor een blogpost, zou je denken.

Als ik nou maar niet uit die leesclub word gezet...
Om het goed te maken, heb ik - aanhakend bij een heel slechte kritische traditie - de bundel hieronder samengevat, niet in eigen woorden:

De goede, de slechte en de lelijke

De rouwende vader penetreert mij met gesloten ogen, zijn stijve lid is langer dan een otterjong
Hij neemt de kleur van mijn schaamhaar aan
Niemand was jaloers, en dan is de pret er gauw af
Ik zal hem wreken zowaar ik Desdemona of Delphine heet
Hij kwam klaar als een gemelijke wezel in barensnood.

Ik word bezocht door de ziedende preacher
Hij heeft drie kinderen van een kanibaal gered
In de badkuip zoek ik het Russische woord voor 'Ontreddering'
Ik plan een moord onder een boom, niet mijn boom
Ik denk bij mezelf: was ik maar dood.

Terug in Brugge zocht ik een job
De vrouw van de verdronken beiaardier huilt, ik troost haar
Ik ben de fabels en vertellingen van de volwassenen zo beu
De morose horlogemaker toont me foto's van zijn kinderen
Uiteindelijk geef ik ook mijn woonst op, nu is het goed.



vrijdag, december 14, 2018

Astrid

Naar het schijnt - a.k.a. afgaand op de recensies in 'de' kranten - is de jongste roman van Peter Terrin zeer de moeite waard. Naar het schijnt kantelt het hele narratief na een tijdje op onthutsende wijze.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik - gevorderd tot pagina 68 van de in total 142 pagina's van  de digitale editie - me helemaal niet in de spannende verwachting voel gebracht dat ik me in een vage leestoekomst lekker zou kunnen laten onthutsen of iets dergelijks, aangezien ik in de achtenzestig pagina's die ik tot nu toe las, geen enkele reden of aanleiding kon ontdekken om me te verheugen op zelfs maar de geringste mogelijkheid dat zoiets nog plaats zou kunnen gaan grijpen.

Kwestie van smaak.

De ontzettend drooggekookte stijl van de openingsalinea alleen al sloeg mijn literaire papillen genadeloos uit het lood, om niet te zeggen: plat, als in: dood:
Ik trok de deur van het huis dicht.
Ik deed het precies zoals altijd [...].
Ik liep beheerst het paadje af [...].
Ook de zouteloze precisie waarmee doodnormale handelingen (eigenlijk: automatismen) beschreven worden, was daar debet aan:
Ik startte de wagen, deed mijn veiligheidsriem om en reed weg.
Net zoals:
Ik schakelde en gaf gas [...]. 
En:
Ik durfde niet naar de huizen te kijken [...].
En:
Ik hield me aan de snelheidsbeperking [...].
En dan zijn we nog nauwelijks voorbij de eerste bladzijde. Maar 67 pagina's verder is het nog even verstikkend:
Ik opende mijn ogen en was meteen wakker in de wereld van deze onbekende kamer.
Ik verbaasde me over mijn helderheid [...].
Ik staak de lectuur.
Ik schort dus mijn oordeel maar op.
Ik besef dat ik hierboven tekstonderdelen weglaat.
Ik betwijfel of precies in die delen nou net de sensatie zit.
Ik weet niet of het er ooit nog van komt dat ik dit boek uitlees.
Ik denk dat het, gezien de weinige dagen die resten, er niet van zal komen dit jaar.

zondag, december 09, 2018

Steil

Intro van een recensie in een vaderlandse kwaliteitscourant:
De Vlaamse debutante Van Thuyne kiest in haar verhalenbundel onverwachte observatoren om hun een zegje te laten doen over ‘veel liefde en veel lijden’. Het leidt tot prachtige formuleringen, maar veelheid schaadt haar originele stijl.
Hoe jaag je lezers weg, en op oneigenlijke gronden?

Als alternatief stel ik voor:
Van Thuyne laat in haar debuut bijzondere personages aan het woord, die iets (maar onduidelijk is, wat) in prachtige formuleringen zeggen over 'veel liefde en veel lijden'. Doordat er zoveel prachtige formuleringen in haar debuut staan, brengt Van Thuyne haar eigen, originele stijl zelf schade aan. Met minder prachtige formuleringen zou haar stijl origineler zijn gebleven.
Geen idee of het daarmee beter is; denk eigenlijk dat alleen maar duidelijker wordt wat een onzin er staat. Er verbetering in aanbrengen is ook wel moeilijk, want de dienstdoende recensist schrijft ook:
Haar verhalenbundel Wij, het schuim is gerangschikt als een lp
Hoe - denk ik dan - rangschik je een lp? (en dat denk ik niet omdat onlangs een student me nog vroeg: 'Meneer, een cd, wat ìs dat?'). Een aantal lp's rangschikken lukt me nog wel, als ik voor de platenkast sta. Maar de nummers op een lp rangschikken, als dat is wat de recenseur bedoelt, lijkt me een hels karwei, zodra die lp eenmaal geperst is. Moet ik me misschien verplaatsen in een muzikant die in een studio een album samenstelt om een idee te krijgen van een auteur die in zijn of haar werkkamer een verhalenbundel samenstelt? Zinloze omweg.

Maar er is een uitleg: er is sprake van
een lp, met een side A, B, bonustrack, songlist en sleeve notes. Het begin van ieder lied is een giswerkje: wie is nu aan het woord?
Ach, zo... ja, nu vat ik het...

maandag, december 03, 2018

Hergelees

Gisteren, of inmiddels al weer eergisteren (duidelijker: op 1 december 2018) vond ik het nodig om op mijn buurblog Klasse! iets te noteren over een boek dat ik net gelezen had. Ik maak er nu expres geen hyperlink naar, want mijn advies is juist om eerst zelf dat boek te lezen waarover ik het daar nodig vond iets te noteren.

Het is Asymmetry (Ned. vert. Asymmetrie) van Lisa Halliday. En mijn waarschuwing is om secuur te lezen, want het is een boek met veel en heel fijne lijntjes tussen de drie onderdelen, of hoofdstukken, of verhalen.

Eigenlijk noteer ik hier iets wat ik zelf graag had gelezen voordat ik aan het lezen van Asymmetry begon, want ik voel me, met toch wel enige geaccumuleerde leeservaring inmiddels, een (on)behoorlijke lomperik nu ik kan terugkijken op het driemaal achtereen lezen van datzelfde boek, aangelengd met de lectuur van enige recensies van zowel het oorspronkelijke werk als van de Nederlandse vertaling. Al bij de tweede, maar meer nog bij de derde lezing dacht ik regelmatig: "Dat ik dát nou niet eerder heb gezien..."

Er zijn romans waarvan ik dat ook zou kunnen hebben gedacht, als ik ertoe zou zijn gekomen ze meer dan eenmaal te lezen. Maar dat zijn dan romans die juist dat missen wat me bij Asymmetry aanzette tot herlezen (en wat me bij sommige andere romans aanzet tot uitlezen).

Wat is dat? Hoe kan het? Waardoor komt het, dat ik eerst als een olifant door een literaire porseleinkast heen denderde en daarna als een soort fijnzinnige liefhebber alsnog de scherven en stukjes met een pincetje met elkaar in verband ben gaan proberen te puzzelen?

Ik ga nu niet proberen te reconstrueren met welke romans het allemaal gebeurde, maar Godin, held van Gustaaf Peek was er een van, hoewel het daarbij meer ging om een langzaam verschuivende semantische duiding dan om een aanwas in formele of structurele inzichten. Ankers Een soort Engeland hoort er zeker ook bij, trouwens, nu ik toch bezig ben. En Pale Fire van Nabokov. De consequenties van Niña Weijers. Spieltrieb van Julie Zeh. Het tegenovergestelde van een mens van Lieke Marsman.

En nooit valt herlezing dan tegen. Gorter, Mei. Marsman, Tempel en kruis. 'Awater' en 'Het uur U' en 'Het veer' van Nijhoff, Charme van Beurskens. Ja, Pale Fire weer, van Nabokov.

Ik weet het niet. Ik weet niet waarom ik het niet uitermate ergerlijk vind dat er in deel I van Asymmetry een vooruitwijzing zit naar deel II die eigenlijk feitelijk strikt genomen helemaal geen vooruitwijzing kan zijn, omdat niets erop wijst dat het er een is, want er wordt zo veel aan de orde gesteld in elk van de drie delen van deze roman dat in een ander deel ook van belang is. Waarom schenkt het ontdekken van die relaties dan genoegen? Ik weet het niet. Ik ben niet eens geïnteresseerd in economie.