Ik althans vond er een op de bodem van het gedicht op pagina 60 van Drievuldig feilloos vals (Amsterdam 2005): ‘having for his ordinary companions fear and sadness’. Een citaat van Robert Burton, zoals Gerbrandy erbij aantekent, en, voeg ik eraan toe (want dat laat hij - met opzet - na), afkomstig uit diens boek The Anatomy of Melancholy (The First Partition, Memb. III. Subsect. I. — Definition of Melancholy, Name, Difference).

Vreemd genoeg verwarde ik het met een Tom Waits-citaat uit Leviatan van Thomas Hobbes (Chapter XIII ‘Of the Natural Condition of Mankind as Concerning their Felicity and Misery’), waarin Waits, met Hobbes, het menselijk leven in een fraaie drieslag aanduidt als: ‘Nasty, brutish and short’ (Waits, 'Come on up to the House, op Mule Variations uit 1999).
'Nasty’ betekent vals. ‘Brutish’ kan onder andere een aanduiding zijn van Gerbrandy’s stijl. En aan de kortheid van het leven lijkt de dichter zich in deze bundel te willen onttrekken. 'Gun hem nog even respijt.' (p.12)
Vanwege deze melancholieke associaties spreekt deze poëzie mij aan, denk ik. Op deze wijze lezend en mislezend, ontfutsel ik mijn subjectieve genot aan Gerbrandy’s gedichten.
Voor alle duidelijkheid: Hobbes noch Burton las ik (wat een armoede) maar ik bestudeerde ooit, lang geleden, de titelplaten voor een leeslijst Emblematiek en een leeslijst Boekwetenschap; heerlijke tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten