zondag, februari 16, 2025

Niet extraparlementair maar extra parlementair.

Op Parlement.com las ik over het onderscheid tussen meerderheidskabinetten en minderheidskabinetten en dat ‘een tweede manier om kabinetten te onderscheiden, is[:] de formatiemethode. Spelen de (beoogde) regeringsfracties een belangrijke rol bij de formatie en achten zij zich gebonden aan een regeerakkoord, dan is er sprake van een parlementair kabinet. Zijn de fracties daarentegen nauwelijks of niet bij de formatie betrokken en hebben zij zich ook niet aan een regeerakkoord gebonden, dan spreken we van een extraparlementair kabinet.’

Het kabinet-Schoof, waar Nederland tegenwoordig onder gebukt gaat, heet extraparlementair te zijn; ideetje van Omtzicht. Maar er is sprake van een misverstand, of men kent zijn (klassieke) taal niet meer zo goed. Het kabinet-Schoof kent namelijk nauwelijks tot geen ministers en staatssecretarissen die niet tot de meerderheidscoalitiepartijen behoren, en het steunt volledig op de vier fracties die tegenwoordig gezamenlijk een meerderheid vormen in de Tweede Kamer. De kabinetsleden hebben zich op een onvoorstelbare wijze aan het regeerakkoord verbonden, om niet te zeggen dat ze erdoor geboeid zijn, geketend als galeislaven.

Dat akkoord was geheel en al verzonnen door de leiders der vier regeringsfracties; de bewindspersonen zelf hadden met die plannenmakerij niet of nauwelijks bemoeienis. Daar komt nog bij dat er minimaal één Tweede Kamerlid is, dat denkt dat het onbekwame Schoofse zooitje alleen maar doet en laat wat hij wil c.q. wat hem, pontificaal dwars achter zijn Tweede Kamertafeltje twitterend, goed dunkt. Dit kabinet zou dus niet buiten het parlement om handelen, maar meer dan enig ander kabinet ooit, slechts angstig klapwieken, gegijzeld door vooral die ene fractie van het parlement.

Daarom moet dit kabinet niet gewoon ‘parlementair’, maar inderdaad ‘extra parlementair’ genoemd worden, parlementair in ongewoon hoge mate. Merkwaardig genoeg zegt deze kwalificatie helemaal niets over het democratisch gehalte van het kabinet noch over het democratisch gehalte van het steeds maar niet tot uitvoering gerakende, in lapidaire hoofdlijnen en een dito regeerakkoord vastgetimmerde kabinetsbeleid, herstel: zogenaamd kabinets‘beleid’. Zonder ironietekens kan er niets over gezegd worden.

Geen opmerkingen: