Enig genoegen beleefde ik aan het lezen van De camping van Maartje Wortel (Prometheus, Amsterdam 2024; digitale editie naar de eerste druk, 2024) niet. Wat een aanloop naar een intrigerende roman lijkt te zijn, blijkt al ruim voor de helft van het boek, dat op papier 240 pagina’s bevat, te verzanden in een vlakke herhaling van luchthartige tot laffe zetten, zonder enige spanning, zonder verdieping van personages of thematiek, zonder enig klaarblijkelijk vooropgezet plan zelfs; en het einde is er met de haren bij gesleept. Het merendeel is vulling van een dode mus.
De stijl sprankelt nergens, verleidt op geen enkele wijze tot gretig verder lezen, is ingetogen noch uitbundig maar zo grijs, dat zelfs pasticheren onbegonnen werk is.
Wel lijkt het taalgebruik door de bank genomen in orde. Op enkele bedenkelijke, en daardoor interessante passages na.
1. Het begon al op de eerste digitale pagina, waar iemand knikkers telt ‘[d]oor het stof van de knikkerzak heen’.
2. Vier ‘bladzijden’ verder staat een zin die in mijn hoofd maar geen betekenis weet te ontsteken:
De voorspellingen die ze had gedaan over de kwaliteit van water weken bijna nooit af, behalve de regelrechte afgrond in.
De zin staat, zoals ze hierboven staat, in het boek. Ik heb het citaat vier keer gecontroleerd, waarvan een maal door het van achter naar voren te lezen en te vergelijken met de brontekst.
Het blijft de vraag of er niet onder andere moet staan: ‘de kwaliteit van het water’, met het lidwoord dat sub 1 al voor problemen zorgde. Maar dan nog is de betekenis van de zin onbevattelijk, voor mij althans.
Daarnaast is het me onduidelijk waarvan de voorspellingen al dan niet afweken.
Het laatste deel van de volzin is wel een beetje een grappige ontsporing, zeker met dat ‘regelrechte’ als bijvoeglijk naamwoord, terwijl het me tegelijkertijd aardeduister is en blijft, wat een ‘regelrechte afgrond’ zou kunnen zijn.
3. Negentig bladzijden verder staat dit:
Hij was een van de weinige mariniers die geen dieren at, vooral geen vis.
Een syntactische enkel-/meerfout van de eerste orde: het onderwerp is in dit geval meervoudig, de persoonsvorm ten onrechte enkelvoudig. Maar ook hier is het laatste deel van de zin wel enigszins grappig, want hoe kan je ‘vooral geen vis’ eten als je überhaupt geen dieren eet. Het is evenwel van dezelfde flauwe soort humor als hierboven sub 2.
4. Geen echte taalfout, maar wel zinloos-ongewoon geformuleerd is:
[Z]e had net als niemand van ons een keuze.
Zeg dat ze, net als iedereen of wij allemaal, geen keuze had, en iedereen snapt het onmiddellijk.
5. Van het zwembad, ‘[h]et grootste pluspunt van de camping’, wordt het volgende gezegd:
Er was echter geen glijbaan of duikplank, je kon ook niet in het zwembad staan, behalve als je groter was dan één meter negentig.
De roman heeft, afgezien van deze zin, geen enkele verwantschap met enige vorm van magisch-realisme.
6. [H]ij zag eruit alsof hij in staat was een coupe te plegen.
Ik heb geen idee hoe je een haardracht of een ijsschaaltje pleegt.
8. Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zijn toch moelijker dan men soms denkt:
Hij droeg een montuur met een goud montuur dat mooi afstak bij zijn huid.
Hieronder volgt, in aansluiting op item 4, de categorie ‘niet fout maar wel onhandig geformuleerd c.q. getuigend van een zeer vervelend soort neo-literaire nep-ironie annex dito besluiteloosheid’. Kwestie van smaak, ook dat.
7. Een kleine ingreep is soms al een verbetering.
een land [...] waar zij lokale specialiteiten zouden proeven in authentieke eetgelegenheden, die zij meestal meteen in hun hand uitspuugden.
Dit klinkt als een groteske, bijna letterlijk; is eenvoudig te verbeteren:
een land [...] waar zij in authentieke eetgelegenheden lokale specialiteiten zouden proeven, die zij meestal meteen in hun hand uitspuugden.
8. Onhandig geformuleerd, en lelijk:
Martha mocht dan wel niet van tennis houden, de jongens wel.
Laat dat domme, spreektalige, eerste ‘wel’ weg, en er is een vuiltje minder aan de lucht.
9. ‘Misschien van alles.’En daarmee wordt dan de ontwikkeling van de intrige (voor zover aanwezig) gaande gehouden... dam per’apsez.
10. Alsof de auteur per woord betaald werd:
Rafi was een vriend van een vriend van een van de geliefden van Mila’s vriendinnen. Die vriendin hield er meerdere geliefden op na.
11. Perhaps be damned, om Pound nog maar eens te citeren uit het typoscript van The Waste Land:
Maar je went aan alles als je geen keuze hebt. En je went waarschijnlijk zelfs aan alles als je wel een keuze hebt.
12. In plaats van de thee krijgt de lezer het leeg getrokken zakje geserveerd:
Milla was iemand die vaak een zin eindigde met: weet je nog? In de hoop dat ze het allemaal nog wisten en tegelijkertijd in de hoop dat ze het allemaal zouden kunnen vergeten.
Met een beetje redactie valt hier nog wel wat van te maken, al verkies ik een plekje op een andere camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten