zaterdag, juli 07, 2012

E-lezer

[hersteld bericht van donderdag, april 05, 2012]

Het tij verandert, en ik heb maar eens een baken verzet. Het verlanglijstje, dat ik mocht indienen ter gelegenheid van mijn verjaardag, had dit jaar maar één onderwerp: een elektronische tekstdrager. Toch maar. Want het scherm van een telefoon is wel heel erg klein, hoe groot ook het geheugen mag zijn. Ik verkeerde in de tegen-theoretische veronderstelling dat het medium er niet toe doet, als de tekst maar goed is. Quod non, zou Sötemann in dat soort gevallen, meen ik, zeggen.

Volstrekt legaal heb ik een digitale dichtbundel aangeschaft, of eigenlijk niet een digitale dichtbundel maar de gedigitaliseerde versie van een dichtbundel, Underperformer (misschien, maar dan wel per ongeluk, een omineuze titel) van Erik Jan Harmens. Voorin - als je die spatiële metafoor nog kunt gebruiken met betrekking tot een elektronisch boek - staat netjes aangegeven: 'Deze digitale editie [bedoeld is: uitgave] is gemaakt naar de tweede druk, 2008.' Nog verder voorin staat, op wat dan waarschijnlijk de titelpagina is: 'Nijgh & Van Ditmar / Amsterdam 2009'. Dat is helder en volledig, dunkt me. Ik kan er nog aan toegooglen dat de bundel voor het eerst verscheen in 2005.

Maar hier zijn toch de problemen al begonnen. Het boek is in stemmige grijstinten, het gehele scala tussen zwart en wit, op mijn dragertje terechtgekomen. Prima, tenzij je het felrode origineel kent. En onderaan de pagina staat waar je bent. Zo staat onder het omslag: 'Pag. 1 van 16'. Nu was dit een aanbieding, maar € 9,95 voor zestien paginaatjes poëzie vind ik tamelijk kostbaar, en dan nog zonder kleur en leeslint en achterkaft met info en blurb.

Al lezende kwam ik evenwel in een andere tijdzone. Er blijken maar liefst vier pagina's te zijn met die mededeling. Was ik dan toch niet bekocht? Vier maal zestien is vierenzestig, en dat getal komt meer in de buurt van het aantal pagina's dat ik vermeld vond in beschrijvingen van de papieren uitgaven. Maar citeren met bronvermelding wordt een ramp. En citeren wil ik, want ik wil aangeven dat ik wat zenuwachtig werd toen ik dit las: 'VOOR N pa van de 24 7 mc j' op een van de vier eerste pagina's; was er toch enige programmeertaal in het bestand geslopen, of is dit de werkelijke opdracht?

Van een ingrijpender orde zijn de gevolgen van de mogelijkheid om de tekst aan te passen aan je eigen kippigheid: je kunt de lettergrootte variëren naar gelang je optische beperkingen, maar het scherm blijft van gelijke omvang. Ergo: de bladspiegel gaat faliekant naar de gallemiezen. En wat was nou nog net de laatste rots des dichters in alle genrevervagende ontwikkelingen? Juist: de dichter bepaalt hoe de regel, de strofen, de bladzijden eruit zien. Nou, mooi niet met zo'n e-tekstdrager. Daarmee kan de lezer de boel fors overhoop gooien.

En dan nog iets. Als lid van de vakjury van de Academica Literatuurprijs heb ik m'n eerste doosje met kandidaten weer ontvangen. Een ervan is Aan barrels van Harry Vaandrager. Ik heb nog geen letter gelezen in deze uitgave van het balanceer / Nijgh & van Ditmar, maar met of zonder varifocalia op mijn neus zie ik dat dit een prachtig boekwerk is waarvan ik me met geen mogelijkheid kan voorstellen dat de leeservaring ervan geëvenaard kan worden met een e-versie. Danny Gobbelaere heeft er iets schitterends van gemaakt; niet letterlijk, want het boek is zwart van buiten, matzwart, voor en achter en rondom (zwart op snee, dus), en dat gecombineerd met buitenop knalwitte schreeflozen en binnenin diepzwarte schreeflozen (URW Grotesk) op wit papier. Het formaat is niet doorsnee, en het boek is relatief zwaar; je voelt het in je handen wegen. Het is in z'n eentje nauwelijks groter, zelfs dunner, maar veel gewichtiger dan m'n e-tekstdrager waar 132 boeken in zijn opgeslagen.

Dat digitale gedoe, daar ga ik als lezer aan moeten wennen. Voor studie (alles bijeen, inclusief mogelijkheid tot zoeken en notities maken, snel eventjes iets opzoeken in het ingebouwde woordenboek of draadloos op 't internet) is zo'n digidingetje heel prettig. Vooralsnog blijf ik bij het papier, althans voor het leesplezier.

Geen opmerkingen: