maandag, maart 31, 2008

Klasse!

Gouden Uil voor Marc Reugebrinks Het grote uitstel.

maandag, maart 24, 2008

Zonder Wolkers, met wolken

Ongelooflijke paasdagen, zoals ik ze maar eenmaal per halve eeuw mee hoop te maken. Texel zonder Jan Wolkers (ik las, oneerbiedig, iets anders; er sterven dit jaar trouwens wel erg veel literatoren...).

Onze gehuurde achtertuin in het noorden, aan de oostkant (het heerlijke tegenovergestelde van De Koog) zag er op de 23ste zo uit....

Prins Hendrik, Oosterend, 23 maart 2008 11.45 uur
















En een ruime vierentwintig uur later, weer midden op de dag, aldus....

Prins Hendrik, Oosterend, 24 maart 2008 13.30 uur
















(dit zijn twee kleurenfoto's; 1/125, F 4.0 resp. 1/250, F 4.8)

Nee, de duindoorn bloeit niet. De duindoorn bloeide ook daar niet.

maandag, maart 10, 2008

Lezen, las, herlezen - II

Het is bijzonder prettig om na het lezen, met de pen erbij, even na te denken over het gelezene, over het genotene; m'n bevindinkjes noteer ik dan ook in een papieren leeslogboek (i.c. een roman-dummy). In de inhoudsopgave van dat leeslogboek heb ik, als een mislukte Roland Holst, achter sommige items echter een I genoteerd, de I van Interruptus. Dat beduidt dat ik de lectuur van het betreffende boek be-eindigd heb (lang) voor ik tot de laatste pagina gekomen was, omdat ik niet voorzag dat een langer samenzijn met het boek vruchten van leesvreugde zou gaan afwerpen. Weg ermee, dus. Ik teken hier graag bij aan dat ik ernaar streef het aantal I's zo klein mogelijk te houden (even doorbijten, jongen, om op een andere metafoor over te stappen).

Vanochtend begon ik met een zuchtend "Toch maar" aan het tweede hoofdstuk van een recent verschenen roman (een 'Sprinter' uit de Gemeentebieb) van een auteur van naam. En daar las ik:

Ik dacht aan de doden toen ik het plein overstak, op weg naar huis. Het laatste avondlicht gloeide nog als een oranje streep aan de westelijke hemel. De platanen leunden zwaar onder het goud van hun bladeren. Er speelden wat grotere jongens voetbal. Het liep tegen Allerzielen. Was het zo hechte clubje daarom uit elkaar gevallen, omdat de dood het op ons gemunt leek te hebben en wie ontsnappen kon, zich uit de voeten maakte? Waren we allemaal tuinmannen die ons paard de sporen gaven naar Ispahaan?

Pfieuww, dacht ik op mijn beurt, daar zit een mooie literatuurtentamenvraag in: wat is het thema van deze passage? Of zou de brugklas dat toch te makkelijk vinden?
En...
... is laatste nodig als er al nog staat in verband met avondlicht (of: is nog nodig als er al laatste staat)?
... is westelijke niet wat overdadig bij deze hemel?
... wie heeft er wel eens een oranje streep zien gloeien en welke gevorderde auteur neemt zo een streep als vehicle voor een vergelijking?
... wat betekent leunen ook al weer, en kan je leunen onder?
... hoeveel meter zijn die jongens precies groter dan de platanen, of is wat hier bedoeld als onbepaald telwoord en zou het dan niet duidelijker zijn het aantal te relateren aan elf of twee-entwintig nu het toch over voetbal gaat?
... hoeveel dagen zijn er nog te gaan eer het Allerzielen is, of maakt dat niks uit?
... hebben die clubleden nu echt niets begrepen van het enige beroemde gedicht van Van Eyck? 'Geen dreiging was 't, / Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast', zegt daar immers de Dood, die het helemaal niet agressief op tuinmannen gemunt heeft, maar haalt wie hem van hogerhand opgedragen is te halen.

Inderdaad, dat wordt een gloeiende I in het leeslogboek.