zaterdag, januari 12, 2013

Cijfers en letters-II

De krant van gisteren heb ik nog niet uit. Ik druppel even door. In het boekenkatern van de NRC gaat de onheilstijding over het boekenvak voort na de voorpagina en het commentaar. Maar 'onheil' heeft daar meer betrekking op de tijding, de berichtgeving, dan op wat er wordt bericht. Het betreft een stuk onder de titel 'Alles zal anders gaan'. In de ondertitel staat onder meer:

'verkoopaantallen zijn niet meer zo vanzelfsprekend'.

Lees en herlees dat eens op je gemak, en vraag je af wat het betekent, want zo vanzelfsprekend is het niet, nee.

In het artikel schrijft Maria Vlaar:

'Want hoe zouden de cijfers eruit hebben zien [sic] als de E.L. James-euforie níet een paar miljoen nieuwe klanten had gelokt [...]?'

Het gaat in deze krant in één enkele editie, die ik gisteren begon te lezen, van 'tienduizenden' in het commentaar, via 1.369.637 op de voorpagina, naar 'een paar miljoen' lezers van die grijzige tinten in de boekenbijlage. Kwantitatief een climax, kwalitatief en journalistiek bezien, het tegendeel.

En dan zwijg ik beleefd over de constructie van de zin. Het hierboven weggelaten deel luidt: 'en de totale jaaromzet hadden opgekrikt'. De nevenschikking van een enkelvoudig onderwerp ('de E.L. James-euforie') en een meervoudig lijdend voorwerp ('een paar miljoen nieuwe klanten') lijkt me rijp voor een taalkundige evaluatie door good old J.L. Heldring.

vrijdag, januari 11, 2013

Letteren en cijferen

Gaan zelden goed samen.

Eerst de vraag: wat beduidt dit?

Een zin zonder zin. En dat uit de pen van de commentator van de NRC, op 11 januari 2013, op pagina 2.

En dan te bedenken dat er op de voorpagina een foto met een grafiek staat:

664.557 + 381.361 + 323.719 = 1.369.637 (zegge: bijna eenmiljoenvierhonderdduizend). Leg dat maar eens uit als 'tienduizenden lezers'.

Ga ik gemakshalve uit van negen 'tienduizenden lezers' (het commentaar is kwantitatief niet erg sterk, maar tien 'tienduizenden lezers' zouden toch 'honderdduizenden lezers' heten, denk ik), dan hebben - commentaar en grafiek combinerend - volgens de NRC die lezers elk meer dan vijftien (15) exemplaren van die James-boeken gekocht, gemiddeld ieder meer dan vijf (5) exemplaren van elk deel van de serie, terwijl je toch ook in de grafiek kunt zien dat de aandacht voor James per deel minder werd. Van deel twee gingen er 283.196 minder over de toonbank dan van deel 1, en van deel drie weer eens 57.643 exemplaren minder dan van deel twee; een duidelijk geval van voortschrijdend lezersinzicht. Zo gek zijn ze niet, die lezers.

Hoe dan ook is er wel iets heel erg raars aan de hand geweest in de boekhandel in 2012. Of zijn dit onderzoeksgegevens van prof. S. te T.? Waarschijnlijk. Want van Peter Buwalda's Bonita Avenue zijn volgens diezelfde grafiek 100.000 - 200.000' exemplaren verkocht. In het veen, dat zich ver onder de drie kaskrakers bevindt, kijkt men niet meer op een turfje (zelfs Jamie Oliver is meer secuur met z'n maten en gewichten): een marge van 100%. Hoppa!*

Of moet ik die zin uit het commentaar, en vooral het woord 'Met', anders begrijpen: die lezers kochten zo'n grijstint, en tegelijk daarmee ook nog een boek, een echt boek?

*P.S.
Pardon, ik zie nu (14-01-2013) dat deze cijfers rechtstreeks, zonder reflectie ontleend zijn aan de of het CPNB Vreemd blijft het. In de top tien staat dit de lezen:

5 Paulien Cornelisse En dan nog iets Atlas Contact
6 Peter Buwalda Bonita Avenue
De Bezige Bij 7 Esther Verhoef Tegenlicht Anthos
en in de top 100 blijkt dat Cornelisse ex aequo met Buwalda op een postie met 100.000 - 200.000 exemplaren staat en Verhoef op een lagere positie met 75.000 - 100.000 exemplaren. Dat zou kunnen betekenen dat Cornelissen 200.000 exemplaren heeft weten te slijten, Buwalda 99.0000 à 199.000 en Verhoef 75.000 exemplaren. Daar zitten heel wat potentiële writers blocks tussen!