maandag, juni 02, 2014

Dizzling about e-reading

Nog even op iets inhaken, al was het maar om de boel netjes af te hechten (en omdat ik tekstpunniken leuk vind). Het gaat hierover. Daar, in dat postje, zei ik iets over de onvoorstelbaarheid van een e-versie van een uitermate tastbaar boek. Het aardige is dat die e-versie er inderdaad is (nog niet in Nederland), en dat de auteurs er een digitaal woordje aan hebben toegevoegd, waarmee ze precies dat opmerken wat ik bedoelde: het echte lezen van S. kan eigenlijk (letterlijk, dit) alleen maar goed met de niet-e-versie, met de materiële, tactiele, gedrukte papieren versie.

Dat vind ik nog eens klasse: auteurs die waarschuwen voor de oneigenlijkheid van de e-versie van hun eigen boek, een versie waarvan ze de publicatie tegelijkertijd niet hebben kunnen of willen tegenhouden, denk ik. Poen moet rollen, schoorstenen moeten roken en stinken niet.

Vandaag heb ik de voor- of inkijk van die e-versie geconsumeerd. En eerlijk = eerlijk: die is in zekere zin en tegen mijn verwachting ijzersterk. Het papieren boek is al een reproductie van een boek, dus een digitale weergave daar weer van kan er ook wel bij; multipliceert het niet, dan deert het niet. En de losse invoegsels zijn er ook in de digi-versie. Je kunt ze alle zo een beetje heen en weer bewegen op de pagina met je muizende vinger of zo, opzijschuiven om de 'onderliggende' pagina te kunnen lezen; en je kunt er de achterkant ook van bekijken. Wat niet kan, is dat ze tijdens het lezen uit het boek pletteren zo dat je de oorspronkelijke plaats ervan kwijtraakt. Echte rommel is niet te digitaliseren. De digitale versie is statischer dan de analoge. De analoge versie is echt echter, beter, veel beter. Maar de digitale is zeker geen slap aftreksel.

Nog vreemder: de digitale versie heeft de optie om de ingebedde roman, Ship of Theseus dus, te lezen zónder de marginalia. Op iedere opening van het 'boek' zit een knopje om de marginalia in en uit te schakelen. Daarmee heb je in de digi-versie dus een optie die de analoge versie niet heeft.

Gek genoeg is deze prachtige, 'schone' versie van de ingebedde roman volslagen overbodig. Die roman heeft in die vorm immers nooit bestaan. Sterker: deze optie ontkent juist de suggestieve kracht die uitgaat van de analoge versie, namelijk dat je met dat echte boek in je echte handen je er steeds van bewust bent dat er iets wezenlijks niet klopt aan dit facsimile-boek. Noem me van de oude stempel: ik ben dol op papier: bindgaren, ezelsoren, roest als het moet, maar liever lompenpapier.

Dom dom dom

Hedenochtend me het schompes annex habbiebabbie gezocht naar een boek. In de woonkamer op allerlei plekken: onder andere boeken, onder kranten en folders, in de boekenkast zelfs, op het boekenplankje en in de stapeltjes achter de bank. Niet te vinden.

Dan maar op m'n nachtkastje en ernaast (onvoorstelbaar dat daar dat boek met die lelijke muil erop zou liggen).

Steeds hoger, op de studeerkamer, want ik gebruik het tijdens het college "Instituties: Literatuurkritiek": bureau, onder mappen en papieren, tussen boeken, onder boeken, ernaast, op de boekenplanken: niks. Nog maar eens beneden. Weer niets.

Ah! Dan ligt het op mijn werkkamer op het instituut, op m'n semistatisch flexplekbureau temidden der papieren. Weder niets en noppes.

Uren later. Ik m o e t nu echt iets opzoeken in het boek. En in een verstoken hoekje van mijn brein bereid ik de zoekactie kennelijk al voor, en dan pas weet ik opeens waar het boek ligt.

Nergens!

E-boek gekocht, geen analoog boek.

Beste mensen, dit was een waar verhaal, want die amateur e-lezer, dat ben ik.