woensdag, januari 20, 2021

't Is een hendiadys, ofwa?


 (gebruiksaanwijzing: klikken op de afbeelding om te vergroten noodzakelijk)

maandag, januari 18, 2021

Lekker tellen

'Het woord "ik" komt in deze bundel 222 keer voor.' Dat schrijft Jeroen Heuvel op Caraïbisch uitzicht over Habitus van Radna Fabias.

Ik geloof hem op zijn woord.

Maar zijn woord zegt me nog even niets. Ik wil ook graag weten hoeveel woorden er in totaal in deze bundel staan, en hoeveel daarvan persoonlijke voornaamwoorden zijn, hoeveel bezittelijke voornaamwoorden erin staan (eerste, tweede en derde persoon uitgesplitst), en wat de frequentie van al die woord(soort)en is in vergelijkbare dichtbundels, en in op het oog onvergelijkbare bundels ook.

Zondagnamiddagwandeling

Een van de wat vreemdere woorden die Achterberg gebruikt in zijn bundel Spel van de wilde jacht (1957) is wat mij betreft 'zondagnamiddagwandeling'. Het staat in de eerste zin, de eerste regel regel van het eerste gedicht, de proloog 'Beau lieu':

'Bij een zondagnamiddagwandeling / liep ik de herenhuizen in te kijken'.

Heel erg vreemd is het woord nou ook weer niet, maar ik herinner me uit mijn werkzaamheden voor mijn proefschrift, dat meer dan een recensent of bespreker zich vergiste in het woord en er 'zondagmiddagwandeling' van maakte. Achterberg daarentegen heeft bij het ontstaan van het gedicht nooit getwijfeld aan het woord. Hij schreef het meteen zo in  de eerste schrijffase op een blaadje van een kladblok, zonder vraagteken ervoor, erdoor of erachter, en hij heeft er later nooit verandering in aangebracht of zelfs maar (op papier) er een alternatief voor overwogen.

Toen ik onlangs weer in de omgeving van Achterbergs geboortehuis wandelde, waar deze bundel zich goeddeels af lijkt te spelen, moest ik daar weer aan denken – en vervolgens ook aan de tweede regel van sonnet III van de Ballade van de gasfitter (1953), die meer dan eens verbasterd is tot 'Of gaten in de gasleiding slaan', waar Achterberg, mede om redenen van metriek, 'gasgeleiding' schreef; maar dat ter zijde.

Voer je anno nu "bij een zondagnamiddag" in als zoekterm in Google, is de eerste reactie: 

'Did you mean: bij een zondagmiddag[?]'

Nee, dat bedoelde ik niet, en nee: Achterberg bedoelde dat ook niet. We bedoelen: 'zondagnamiddagwandeling'! Behandel de woorden van de dichter met respect, zo ook mijn zoektermen ('gasgeleiding' wordt vergoogled tot 'gasleiding').

Wat schetst dus mijn verbazing als ik, lezend in de Leseprobe van Esther Kinsky's Am Fluß (2014), het woord 'Samstagnachmittagspaziergang' tegenkom? Geen idee, maar leuk vind ik het wel, dat woord. Nog langer dan dat van Achterberg, ook al is het een dag eerder en in het Duits waarschijnlijk minder ongebruikelijk.

De Nederlandse vertaling, Langs de rivier (door Josephine Rijnaarts, uitgeverij Pluim 2020) heeft (echter): 'zaterdagmiddagwandeling'. Wat jammer nou, ook al is het conform Van Dale DU-NL s.v. 'Nachmittag'; de tweede optie die dit naslagwerk biedt, is echter wel 'namiddag'. En Van Dale NL-NL benoemt inderdaad een nuanceverschil s.v. 'middag': '1 het midden van de dag de tijd van 12 uur tot 18 uurnamiddag'.

Ik ben benieuwd wat Kinsky in gedachten had. Sowieso naar wat ze van de vertalingen vindt. De roman heet in de oorspronkelijke uitgave een Roman te zijn, maar in de Nederlandse vertaling wordt hij op het omslag aangeduid als Terreinroman; de Engelse vertaling heeft als titel slechts River, zonder ondertitel.  Dat is wel in mooie overeenstemming met het motto, ontleend aan Ian Sinclair's Ghost Milk: 'The ultimate condition of everything is river'. Het bepalend lidwoord in de Nederlandse titel is me te specificerend, terwijl de roman langs verschillende rivieren voert, als ik het wel heb.

Ik kies er, na de Probelesung en de leesproef, toch voor om de Nederlandse vertaling te kopen (en, CV,  een papieren versie, en online bij een lokale boekhandel). Het is een zeer omvangrijke roman, bestaand uit bijzonder veel beschrijvingen, beschrijvingen van halflandelijkheid (een begrip dat ik alleen ken uit een gedicht van Simon Vestdijk, maar een concept dat in de werkelijkheid ruim voorradig is), genuanceerde, zorgvuldige beschrijvingen, die een beroep doen op een groter vocabulaire dan ik in twee jaar middelbare school-Duits heb aan kunnen leren en in de decennia erna heb proberen uit te breiden. De vertaling van Rijnaarts lijkt me zeer wel geslaagd, kleinigheden daargelaten waarover het in een vertaling altijd plezierig struikelen is, omdat ze heel vaak toch op de kracht van het origineel wijzen.

woensdag, januari 06, 2021

Hoogmoed VIII

Al jaren leef ik met het voortdurend gevoede, onrustbarende vermoeden dat veel mensen de betekenis van allerlei zegswijzen, uitdrukkingen en spreekwoorden niet meer goed kennen (zoals ik de definities van zegswijze, uitdrukking en spreekwoord niet meer weet, maar wel dat een Utrechtse taalkundige er ooit een artikel over heeft geschreven dat in De nieuwe taalgids is gepubliceerd... Frank van Gestel in 1963; zie DBNL).

Vooral met Hoogmoed komt voor de val gaat men nogal eens aan de haal (zie ook hier). En vandaag stond er weer een in de Volkskrant (klik op de foto om te vergroten): 'Fragiel mannelijk ego komt voor de val'.