vrijdag, september 25, 2009

Drahtgeklammert

Werd me me daar (i.e. in De bastaard) een prachtig boekje in de schoot geworpen: Goethes Faust in ursprünglicher Gestalt - Der Urfaust. Van Insel-Verlag, Leipzig.

De 'gewone' Faust had ik al (en gelezen) (een prachtig bandje van 498 bladzijden van Der Verlag Th. Knaur Nachf. in Berlin d.d. MDCCCCXXIX, voor illiterati = 1929, in Leipzig gezet uit een zeer makkelijk leesbare letter, en uitgevoerd in twee kleuren, zwart en helderrood; prachtig gebonden: het boek blijft open liggen waar je het openslaat) uit de bibliotheek van wijlen mijn tante Stien (kort voor: Christina Frederica).Faust[,] eine Tragoedie von Goethe. Berlin 1929

De oer-Faust ontbrak nog aan mijn boekerij. Het geschenkboekje is zo oud, of: zo ouderwets, of: destijds al zo vaak herdrukt, dat het nog uit zo'n oer-lelijke, onleesbare Fraktur gezet is. Ik meende me te herinneren uit een college boekwetenschap (en vond het digitaliter ook terug in een andere bron) dat het enige goede - als we de mortuis in dit vreselijke geval toch iets moeten zeggen - wat Hitler gedaan heeft, het afschaffen van die lelijke letter is geweest. De stompzinnige sukkel deed het natuurlijk wel weer met een onjuist en daardoor des te meer abject motief; het zou, om het eens netjes te zeggen, geen arische letter zijn (zie hier). Waarschijnlijk is mijn geschenkje dus van voor 9 januari 1941. Maar er wordt helaas geen jaar van uitgave in vermeld. Alleen staat er op de versozijde van het titelblad: '41.-50. Tausend'. Waaruit in ieder geval blijkt dat het ding deel uitmaakt van een forse uitgave. En hoe makkelijk is het internet. Met de meest fantasieloze en schlemiele zoekterm ter zake, namelijk dat wat er onderaan het titel-etiket op het omslag staat: 'Insel-Bücherei Nr. 61' had ik in de tijd van een zucht de gezochte informatie:

Nr: 61 (1) ; Auflage: 06; Variante: 1: Goethes Faust in ursprünglicher Gestalt. Der Urfaust. Mit der Widmung an den Entdecker des Urfaust "Erich Schmidt zum Gedächtnis" nach dem Titelblatt und mit Nachwort mit Initialen "F. B." 6. (von 12) Auflage. 41. - 50. Tsd. Leipzig, (1922). 91, (1) Seiten. Original-Pappband. ÜP Jenne 11. ÜP 1913_0029 ÜP grün, rot, weiß (Kippenberg Sammlung 43,1). TS "Goethes Faust / in ursprünglicher Gestalt / (Der Urfaust)" (Schrift schwarz, Rahmen hellbraun, 4 Sternchen) aufgeklebt, RS "Der Urfaust" mit Nr. aufgeklebt. Signet von Peter Behrens auf Titelblatt. Buchblock drahtgeklammert. Druck von Breitkopf und Härtel in Leipzig.
Bibliographie: IB 61 / Jenne I/61 / Kästner 61 / Plantener 61 / Sarkowski 61 / Verzeichnis 61.

Bron: http://www.bresinsky.de/insel/texte/ib%200061-0070.htm

De eerste oplage was uit 1913, en deze zesde uit 1922. Inderdaad met een schattig Signet van Peter Behrens, ontworpen in 1899 De laatste oplage (inderdaad: toen noemde men een oplage nog geen druk als er geen nieuw zetsel werd gebruikt), de 12e, besloeg de 80. - 89. Tsd. exemplaren en werd gedrukt te Leipzig in 1955.

Maar hoe mooi het boekje en hoe - kennelijk - druk verkocht, het heeft naast die letter (het eerste kwartier ga ik slissen tijdens het lezen met die lange s) nog een klein nadeel: het bindwerk.Goethes Faust in ursprünglicher Gestalt - der Urfaust. Leipzig [1922] Het boekje is met nietjes in elkaar getimmerd; en daar is geen binder bij betrokken geweest; althans geen binder met een geweten; veeleer een bouwvakker met een hamer. Nietjes doen in de loop van bijna negentig jaar rare dingen met papier; ze geven de katernen na verloop van tijd weer alle vrijheid. Maar ja, dit soort bindwerk noemt men in 't Duits dan wel weer 'drahtgeklammert'. Wunderbar; bijna een eufemisme.

zaterdag, september 19, 2009

Primus nidus proprius

Tussen peer en druivenrankEnigszins onthutst - hoewel heerlijk in de herfstzon gezeten nabij vijfenzeventig peren, plukrijp wegend aan de takken der Conférence - na het lezen in een landelijk dagblad van een stuk, de bewerkte, schriftelijke versie van een eerder in de openbaarheid voorgedragen lezing, uitdragende het mij in principe welgevallige standpunt dat wetenschappelijke artikelen in het algemeen, en die van neerlandici in het bijzonder, goed of prettig leesbaar moeten zijn. Ze moeten bijvoorbeeld pakkende openingszinnen hebben.

Boeiender wellicht dan die waarmee dit stukje, dat al bijna ten einde is, begint; dit is dan ook alles behalve een wetenschappelijk artikel.

De auctor van krantenstuk en lezing argumenteert onder andere ex negativo met twee voorbeelden, voorbeelden dus van hoe het niet moet. Inderdaad: droefstemmend proza, bits beoordeeld met een 'Waarom zou je verder lezen?' en een niet minder vilein 'Maar het kan nog erger'. Beide voorbeelden komen mirabile dictu uit het wetenschappelijk tijdschrift waarvan de auctor van het krantenstuk en de lezing sedert de oprichting, met anderen, de redactie vormde tot en met de elfde jaargang, 2006, de regie voerde, de leiding had, het beleid bepaalde, de kopij keurde. Kennelijk op cruciale, gezichts- en stijlbepalende wijze.

Om de Assistant Village Idiot te citeren: 'I wonder about these things'.

donderdag, september 10, 2009

Quaero

Of: een foutje, dat verguldt de boel.

Afgelopen dinsdag kwam het ervan: ik zou ook eens een blik gaan werpen in de vernieuwde LB (kort voor: Letterenbibliotheek), die na maanden van veel lawaaimakend timmeren, breken, boren, schuren, zand- en/of gritstralen en wat al niet, spiksplinternieuw in het Konijn Lodewijk-paleis gehuisvest is, en die dan ook niet meer zo, maar nu 'Universiteitsbibliotheek Binnenstad' heet (UBB?) omdat, logica, de Letterenfaculteit niet meer bestaat maar samengevoegd met Theosofie en Filologie, dat wil zeggen: Theologie en Filosofie, 'Geesteswetenschappen' heet.

Monter stapte de geesteswetenschapper, kien op hermeneutische dit- en datjes, de blinkende bieb binnen... alwaar hij, net over de drempel, vriendelijk doch onwederstreefbaar werd afgewimpeld en weggewuifd: de bibliotheek was gesloten... in verband met de opening. Logica.

Vandaag (wie weet moest er gisteren nog confetti geveegd en glas- en kurkwerk geruimd) hernieuwd het werkelijk prachtige pand betreden en verkend. Alle lof voor ontwerp, uitvoering en inrichting. Even wennen natuurlijk, maar ik geloof dat zulks snel achter de rug is.

Gereserveerde boeken staan, op achternaam des aanvragers alfabetisch gerangschikt, klaar voor uitlening, en dat, uitlenen, mag je zelf doen, met een machine/automaat. Wel leuk: je leent dus zelf uit wat je leent. Op die manier lever je het boek ook weer in, dus ook een soort van bij je zelf.

Mijn reservering betrof een ietwat overhaast, om niet te zeggen: panisch, aangevraagd boekwerk. Er hoeft maar het woord 'episch' of iets verwants in voor te komen en mijn alarmbellen gaan toeteren. Hoewel inzicht ook in mij was voortgeschreden, en ik inzag dat raadplegen van het boek zinloos was, dacht ik het toch beter het eenmaal ingeslagen pad ten einde te begaan. Ophalen, (uit)lenen, menemen, doorbladeren en dan pas terugbrengen. Zie wat ik in handen kreeg. Een pil, een turf, een baksteen van 1890 gram; 21 x 27,5 x 5,3 cm; dat laatste is de dikte; zie:


Wat een mooi uitgevoerd boek. Het lijkt de UBB wel, bij wijze van spreken. En natuurlijk gezet uit mijn favoriet, die mooie Hollandse Mediaeval van S.H de Roos (uit 1912). Het geheel verlucht met enkele platen van Marinus Bauer, zoals deze tegenover pagina 48:




Wat een weelde. En dan hebben we het dus over De oude waereld; het land van Zrathustra; romantisch epos uit Oud-Perzië benevens het boek der toelichtingen. Door Is. Querido. Met lichtdrukken naar teekeningen van Marius Bauer. Deel 1: Koningen. Uitgegeven door Scheltens en Giltay te Amsterdam, een derde druk uit 1920. Ik had er werkelijk nog nooit van gehoord.

Het eigenlijke verhaal loopt tot en met pagina 347; de toelichtingen beslaan nog eens 351 tot en met 514. En dan te bedenken dat er nog twee delen verschenen zijn; het ding beslaat in totaal 1538 bladzijden. Tussen de 44 vermeldingen ervan in Boekwinkeltjes.nl zag ik een 10e druk staan uit 1926. Ik ben benieuwd hoe het werkelijk zit met de productie en receptie, want ik geloof niet dat het lekker wegleest. Ik citeer een enkele zin, van bladzijde 3:

'Een satijnachtige vlindering en trilling van glansblond lentelicht speelde tot heel in de groene, zoemerige, geurende tuinendiepte over beklimopte, wildbebloemde paleisringmuren, met hunne vierkantstrenge, hooge, Assyrische torens en gekanteelde tinnen, van roodgouden glazuursteen schitterschel overstraald.'

Daar staat tegenover dat de werkelijke zetspiegel die van de Volledig werk-uitgave van Willem Elsschot door Athenaeum-Polak & Van Gennep, elk slechts 12 x 19 cm en Kaas bijvoorbeeld nog geen 2 cm dik - allerhandigste boekjes - nauwelijks overtreft. Hoewel ik diep in mijn hart popel om een lezing te wagen, breng ik het ding snel, ongelezen terug (overigens heeft iemand het ooit gelezen en... er met potlood strepen en opmerkingen in genoteerd; om helemaal gifgroen en gallisch van te worden).

woensdag, september 02, 2009

Taalbeheersingskunde en nog wat

NRC, 02-09-2009Vandaag (02-09-2009) in de NRC een bericht dat belletjes doet rinkelen uit een grijs verleden (waaraan gerefereerd wordt door Rosenboom in zijn Zoete mond) toen tv nog zwart-wit was en 'Uitzending gemist' niet bestond, evenmin als de Blue ray- of de DVD- of zelfs nog maar een video-recorder: als je iets life wilde zien, moest je erbij zijn, zodat je inderdaad de indruk had dat je er bij was, of het nu ging om de verkondiging van de geboorte van een koninginnekindje (of was dat al in kleur?), de opening van een dorp, een maanlanding of een boxing match. En ik beken het: ik stond er, in flanel gehuld maar desondanks bibberend, menig maal midden in de nacht voor op, voor zo'n bokswedstrijd dan (achteraf begrijp ik dat niet meer: de stompzinnigste der tot de sport gerekende bezigheden). En dan was er maar één de grootste. En hij zei dat zelf ook steeds weer (zoals ook Rosenboom in Zoete mond allerlei onnozelheden steeds herhaalt); ook toen hij nog maar de gratie had van een Elvis op z'n tandvlees rockend door z'n eigen drugsverdwaasde dromen.

Maar goed: Muhammad Ali (toen ik keek: Cassius Clay) reist tegenwoordig rond om geld in te zamelen om Parkinson te bestrijden; ach zie toch wat er over is van 's mans moordende mokers... Komt hij een van zijn vroegere tegenstanders tegen. De wervende retorica is zo verzonnen: 'Hi there Mr. Cooper! Nowadays I'm tryin' to beat a stronger adversary: Parkinson! Please, fight the pain in my joints and join me in this fight!'
NRC, 02-09-2009
Maar wat staat er in de begeleidende tekst over Henry Cooper: 'De 75-jarige Engelsman was een van de weinige boksers die Ali tegen het canvas sloeg.' Typisch taalverslonzingsfoutje. Maar wel met als gevolg dat er het tegenovergestelde staat van wat de waarheid is en van wat, naar ik aanneem, de bedoeling van de schrijver was: Cooper was één van de weinige boksers die Ali tegen het canvas sloegen. Want echt: Ali sloeg ze allemaal tegen het canvas, en weinigen hem, en niet andersom. En ook dat partijtje tegen Cooper won hij natuurlijk.

En dan nog iets over die veel te dikke roman. Allereerst is het drukwerk aan de binnenkant niet van hoge kwaliteit: de ene pagiana is vetter dan de andere, zoals Coopers linker oog wat meer doorbloed was dan het andere:

Maar als je daaraan voorbij bent en je zit een tijdje in dat boek te lezen, en er eventjes kort in lezen kan niet, want alles duurt er lang en gaat er traag en wordt meerdere keren met velerlei woorden verteld (ik moet anno heden nog steeds meer dan tweehonderd pagina's en weet werkelijk niet meer waar de moed te putten), blijkt dat de titel van het omslag verdwijnt:
Niet-gemanipuleerde, eigenhandig gemaakte foto van het omslag, of: wat daar nog van over is



Sommige boeken zijn hun eigen recensie.