donderdag, februari 10, 2011

Twit twit twit

Dat het boek er was, wist ik al; ook dat er een recente herdruk was. En een tijdje terug liep ik er pas opeens tegenaan (bij wijze van spreken) in de boekhandel, waar het op zo'n schuin gemonteerde plank lag. En nu ligt het thuis mooi te wezen (het was helemaal niet duur bovendien). Ergens. The Waste Land. A Facsimile and Transcript of the Original Drafts including the Annotations of Ezra Pound. Edited by Valerie Elliot. Revised paperback edition London, Faber and Faber 2010.

Volgens de flap 'a reissue, with corrections, of the 1980 reprint' van het oorspronkelijk in 1971 verschenen boek; en achterin zit ook nog eens de tekst van de eerst gepubliceerde versie van het werk, uit 1922. Zo wordt begrijpelijk dat een groot (220 x 275 mm) boek van 149 zware bladzijden nodig is voor een tekst van 433 regels.

Wat een onzin dit boek te kopen. Ik heb al een tweetalige Eliot-verzameling samengesteld door Bronzwaer (1983) bevattende een vertaling van Braakland, een tweetalige editie van alleen Het barre land door Claes (2007), een Penguin pocket met 'a selection by the Author' (1951, een reprint van1948) en een Collected Poems (1985, met een lange drukgeschiedenis). Zwijg ik nog van A Student's Guide to the Selected Poems of T.S. Eliot (1981, met eveneens een lange drukgeschiedenis)

Dat Pounds notities erbij inbegrepen zijn, had niet in de titel vermeld hoeven worden, want zonder die zouden het nooit 'the Original Drafts' kunnen zijn geweest. Op pagina 4 van het typoscript van 'The Fire Sermon' noteert hij bij de eerste strofe: 'qui dira les gaffers de la rime'. En op pagina 5, nee, tikfout van Elliot, 6 dus, streept hij 'may' door en noteert: 'make up | yr. mind | you Tiresias | if you know | know damn well | or | else you | dont.'

Elders: 'dam per'apsez'. Het is zo boeiend om door een stuk ontstaansgeschiedenis te bladeren van een beroemde tekst. Niet dat ik denk dat nu wel de sleutel op zal duiken ergens in al die marginalia, maar kijken naar dat maken, dat schaven en bijsturen is fascinerend.

Maar ik heb er helemaal geen tijd voor. Want ik ben onder andere doende het werk na te kijken van een groep studenten die in het college Lezen en Laten Lezen via e-Laborate van het Huygens Instituut gewerkt hebben aan de door Annemarie Kets opgezette digitale editie van de correspondentie van Albert Verwey. En dat is niet minder intrigerend. Je leest er hoe Verwey en Henriëtte - toen nog gewoon - van der Schalk de ontwikkeling van Herman Gorter bespreken (Verwey noemt de verse Spinozist een 'dryver' - geestig, jaren later omschreef P.N. van Eyck, Verweys leer- en volgeling, zichzelf als 'een zeloot van een pantheïst'); hoe Verlaine twee weken door Nederland ging; hoe Maeterlincks Pelléas et Mélisande in Nederland werd opgevoerd; dat Kobus van Looy de stad in de zomer ontvlucht wegens malaria en zijn heil zoekt in Limburg.

Als een nachtkaars; maar ik moest naar de uitreiking van de certificaten van de Educatieve minor!

P.S.
Goed voorgedragen poëzie, daar lust ik pap van. Maar Old Possum zelf serveert iets anders; luister maar.