zondag, januari 31, 2010

Vele woningen

Op Gedichtendag hield de SLAU weer huis in de poëzie. Ze had een Huis van de Poëzie georganiseerd in het fraaie Utrechtse Grand Hotel Karel V. Het heette de enige bloemlezing waar je doorheen kunt lopen, en zoiets was het inderdaad; en ook een dikke bloemlezing: onder anderen Tsjêbbe Hettinga, Marcel Möring, Tommy Wieringa, Ramsey Nasr, Tjitske Jansen, Bart Moeyaert, Maarten Inghels, Remco Campert, Menno Wigman, Ellen Deckwitz, Mischa Andriessen, Erik Bindervoet, Leine, Rozalie Hirs en Hans Dorrestijn lieten van zich horen, in diverse zalen waar 120, of 100 of 60 of 20 of zelfs maar vijftien bezoekers in pasten. En het was uitverkocht. Dat was goed te merken: heel het complex gonsde als een bijenkorf. Als een vrolijke bijenkorf, dat vooral.

Mijn favoriet dien avond was, als ik terugdenk, als eerste onder zijns gelijken Ramsey Nasr. Wat maakt die man er een mooi spektakel van. En dan kan je, de anderen vergoeilijkend, tegenwerpen: 'Ja, maar hij is dan ook acteur.' Precies, dat bedoel ik: dat is wat je mijns inziens ook moet zijn wanneer je als dichter je werk gaat voordragen. Te veel dichters doen dat niet. Die lezen voor, of mompelen van papier. Bij Nasrs voordracht, en ook hij draagt voor van papier, denk ik nooit: dat kan ik zelf zo ook wel. Nee, hij maakt er wat van, alsof ieder gedicht weer nieuw is.

Het voor de hand liggend belang van een goede voordracht, en ook de bijzondere technieken die dat vergt, onderstreepte onlangs Herman Pleij in een gloedvol voorgedragen column tijdens iPoetry Live. Deze immer jeugdige professorale pensionado hield de optredende dichters voor dat ze zich wel wat meer mochten realiseren dat ze een zaal met levende, luisterende mensen voor zich hebben bij een optreden, en dat ze moeten proberen die mensen bij hun lurven te vatten en mee te slepen. Pleij's eigen voordracht was boter bij de vis (en stukken sterker dan de lancering van de IPoetrywebsite).

Al een tijdje lag Nasrs dikke verzamelbundel tussen lelie en waterstofbom (2009) onbeduimeld op de leesplank, in afwachting van lectuur. De daarin opgenomen bundel Onze-lieve-vrouwe-zeppelin had ik een tijd terug al wel gelezen, als zelfstandige publicatie, maar toch ook weer een beetje vergeten. Ik had deze verzamelband gekocht om Nasr opnieuw en compleet te lezen. Maar gek genoeg was ik vastgelopen in 'Geen lied'; misschien doordat ik niet wil erkennen dat ik niet meer in bed kan lezen; wellicht vooral doordat de eerste '27 gedichten' (waarvan er hier maar negentien over zijn gebleven) van een traditionele gedichtomvang zijn. Zoals Robert Anker laatst in De groene Amsterdammer (jrg. 134, nr. 3) schreef: 'een gedicht zwemt in het wit' en is 'ongeveer tweederde pagina' lang (Anker weet, gezien zijn eigen werk, ook wel dat dit niet helemaal klopt, maar toch). Voor een poëtische tekst van dertig goedgevulde pagina's, zoals 'Geen lied' er een is, heb je dan opeens een heel andere leeshouding nodig, viel me op. Door Nasrs voordracht op Gedichtendag ben ik daar nu werkelijk aan begonnen. Met alle reden tot tevredenheid, geluk zelfs, om maar iets te noemen, ook al heeft het gedicht iets van een klaagzang ook. Maar het sprankelt. Ik ga weer verder lezen.

donderdag, januari 14, 2010

Bittere groet

Foto WFA, geleend van NRC-site hiervoor genoemdNRC denkt met u mee. Woensdag 13 januari al stond er, aangekondigd op de frontpagina, op pagina 9 in een kadertje, voorzien van een logo, een strijdbaar gedicht van Rasey - Dichter des Vaderlands - Nasr in NRC-Handelsblad; een reactie op het vijfhonderd bladzijden dikke rapport van de commissie Davids, dat een dag eerder was verschenen, en op de wegwerpontvangst van dat rapport, die de zich noemende premier van Nederland binnen vijf uur al durfde te openbaren. Zelden zo'n grof stuk gedraai, gehuichel en gelieg gezien, en dan bedoel ik de monoloog van MP JP. Da's niet helemaal waar: de man kletst zich voortdurend in en uit allerlei onverkwikkelijkheden, en komt er steeds mee weg. Voor wie hyperlinkmoe is, hier het gedicht:

Nieuwjaarsgroet

Zo JP, hoe voelt het om te liegen
en dan te moeten zien dat het gedrukt staat?
Hoe voelt dat, om als christen-democraat
de zijde van Herodes te verkiezen

en honderdduizend kinderen te doden
omwille van één koning? Volkenrecht?
Ik ken een land dat dozen resoluties
juist dankzij ons al jaren naast zich neerlegt.

Ziehier onze premier, hij leest de krant
en denkt: laat ze maar lullen, mijn geweten
is zuiver. En geen koren zonder kaf.

’t Is goed te liegen voor het vaderland.
De beste wensen nog van alle Irakezen
massaal vernietigd en bevrijd in ’t graf.


Op tv hoorde ik meneer Pauw, zijn wenkbrauwen tot ver achter zijn krullenbos opgetrokken, vragen: 'Maar mag u dat allemaal maar zo schrijven in de krant?'

Leve de slijpsteen voor de geest, en Ramsey Nasr. Zo snel, zo fel, en to the point een scherpe tekst, in de trant van Boudewijn de Groots 'Welterusten, meneer de president'; waarmee JP meteen in een lekker licht komt te staan.

Ook prettig is dat Nasr niet een naar vorm schijnbaar eigenzinnig gedicht heeft geschreven, zoals dat prachtige 'Psalm voor een afkomst' (waarvan de vorm erg goed op het onderwerp en de locatie is toegesneden), maar een bijna oerdegelijk, zelfs in Capelle als zodanig herkenbaar sonnet, in de ergste angstaanjagende traditie van de slechtste der dichters des vaderlands, met dit belangrijke verschil dat Nasrs gedicht wel ergens over gaat, wel een duidelijke mening ventileert over een duidelijke actualiteit, gekoppeld aan een al jaren lang slepend staats-, volkeren- en ik weet niet wat voor -rechtelijk conflict in het Midden-Oosten.

zaterdag, januari 02, 2010

Goed voornemen

Onlangs passeerde mij een automobilist, herstel, een man in een Alfa Romeo met achterop zo'n leuke Catalaanse ezel geplakt. Het vertederende beest maakt meestal m'n dag al goed voor ze verpest is. Zo niet deze keer. Iets later staat diezelfde Alfa Romeo op de rand van een kruispunt bij een druk bezocht winkelcentrum op het fietspad. Stil. Ik rem af en kom eveneens tot stilstand.

Dat schiet niet op. Ik bel. 'Pling! Plong!' Reactie: de alarmlichten van de auto gaan aan.

Hiermee niet geheel tevreden vervoeg ik mij bij het raampje naast de Alfaman, dat klaarblijkelijk gespreksbereidwillig naar beneê gaat.

- U staat met uw auto midden op het fietspad...', leg ik mijn bellen uit.
- Kèjje dernie langsdan? oppert de stuurman (niet in het Catalaans, laat dat duidelijk zijn).
- Jawel, maar dit pad is speciaal bedoeld voor fietsers.
- Zeg, wilje dattik naar buitekom?!!!

Ik heb dat, gevoelig voor illocutionary speech acts, maar opgevat als een impliciete dreiging met physiek mannengeweld, en de man aangeraden vooral rustig op zijn mannenplaats te blijven genieten van het uitzicht.

Op dit voorval is mijn enige goede voornemen voor 2010 gebaseerd: meer luisteren naar vrouwen.

Hadewych Minis, Wende, Tilia, Marike Jager om maar enkele heel goede te noemen.

Nee, inderdaad, dit bericht past helemaal niet in dit log; maar anders bleef dat NSgezeur maar bovenaan staan.

Veel verbetering gewenst in 't nieuwe jaar!