vrijdag, oktober 28, 2011

W.F. Hermans, 'De blinde typograaf'

Dat is een onzintitel boven dit stukje. Maar misschien trekt ze de aandacht. Wat ik bedoel, is iets anders.

Een boek lees je nooit zonder de ervaringen van de boeken die je ervoor las. Dat kan goed uitpakken. Vanochtend viel me dat op. Ik begon, na in de dagen ervoor weer de nodige bagger gelezen te hebben, aan de tweede herlezing van Bonita Avenue, de Academica Literatuurpijswinnende debuutroman van Peter Buwalda. Wat is dat boek goed geschreven. Tot in leuke details, zoals al heel vroeg in de roman gestrooide kleine opmerkingen: '"Pap, ik háát jazz," zei Janis dan, of Joni, of allebei.' Dat is wanneer nog niet bekend is dat die meiden niet de echte, biologische dochters van Siem Sigerius zijn, maar wat impliciet al duidelijk wordt via hun aan popmuzikale zangeressen ontleende voornamen; niets voor een aan jazz verslingerde vader, zulke namen. Of een gedachte van Aaron die, eveneens heel vroeg in de roman, overweegt of hij in een volle trein tegenover Tineke Sigerius, jaren na het debacle, uit de school zal klappen over zijn misère; dat zou resulteren in: 'Razende paniek alsof het semtex in zijn bovenkamer was geëxplodeerd.' En dan moet dat hele gebeuren in Enschede nog komen.

Maar ook dat bedoel ik niet. Een tijdje terug las ik een andere debuutroman, The House of Leaves (2000), van Mark Z. Danielewski. Daar is veel over te zeggen, en waar het me nu even om gaat, is de weelde aan typografische eigenzinnigheden en spektakels die in die roman verwerkt zijn, die met de thematiek van die roman verweven zijn, want ze maken daadwerkelijk deel uit van wat de roman te vertellen heeft. Het leidt tot voor een roman curieuze voorstellingen. Slechts twee voorbeelden van de meer dan zevenhonderd pagina's:

Nu is dat niet nodig voor een doorsneeroman, maar gisteren las ik er een waaraan de typograaf wel heel erg weinig energie gespendeerd heeft. Als je nu de eerste regel van een hoofdstuk markeert door die in een grotere, vette letter weer te geven, zou je er dan ook niet voor moeten zorgen dat die gehele regel er fatsoenlijk uitziet, en bijvoorbeeld niet nu eens eindigt met het eerste woord van een volgende zin, dan weer met een komma, dan weer met een punt, en moet je er niet zeker voor zorgen dat zo'n regel niet eindigt met een afbreekstreepje, zoals in de volgende vijf van de in totaal twaalf gevallen (het boek telt in totaal eenenvijftig hoofdstukken):

en dan zwijg ik nog over hoofdstukken die op een linkerpagina beginnen, want zo ouderwets wil ook weer niet overkomen. Ik vond het al geen lolletje om het boek te lezen, en als het er dan ook nog zo onverzorgd uitziet, wordt mijn volhoudingsvermogen wel erg op de proef gesteld. Vergeefs.

maandag, oktober 17, 2011

MAS | Antwerpen

Op de roltrap in het MAS tijdens dat zonovergoten weekeind midden oktober; nog nooit zo snel mijn toestel uit de tas gehaald. Aangezet. Snap. Shot. En thuis pas gezien dat het - inderdaad - goed was. Meer info over dit ene werk hier.

Ga naar het MAS. Het is mooi. En heel veelzijdig.