dinsdag, november 28, 2006

Gezwicht, geveld

De peluw noodt mij nu ter rust. Want, sakkerju, het was niet meer te houden. Niezen? Blaffen, als een hellehond; stekende jeuk; spierpijn in nek en schouders; alle zakdoeken in huis zijn op. Dan maar tussen de klamme lappen, doezelen en dommelen, draadloos communiceren. Donderdag hoeft de dokter nog maar te kiezen: griep, of griep met allergie. Aju.

maandag, november 27, 2006

Dokterrrr!!!

Probeer ik de laatste feilen uit de tekst van Julia te zeven (ik ben bijna halverwege), moet ik zwichten voor wat ik nog steeds niet een allergie of een verkoudheid weet. Knettergek word ik ervan. Bonkende koppijn, stekende slijmvliezen, tranende ogen. Donderdag mag ik naar de dokter, die dan meteen zal denken dat ik al twaalf seizoenen coke snuif, want van de steunbeer van mijn bril is weinig over, zo voelt het.

Aan de voeding kan het niet liggen: gisteren voortreffelijke tagliatelle gedraaid, al zeg ik het zelf. En dan met niets dan boter en geraspte harde kaas, en een tomatensalade.

Allergisch voor gegrilde nachtschadevruchten, of voor farina de semola di grano duro? Of zou ik me coke hebben laten verkopen voor farina?

zondag, november 26, 2006

Achterberggelag

Het was weer Achterbergsymposium zaterdag. Zeer bijzonder, want Achterberg- en inmiddels ook Vestijkbiograaf Wim Hazeu was een van de sprekers. Dat betekent wel wat in de geschiedenis van het Achterberggenootschap, te meer daar het zeer gezellig was. Daar droeg ook de goedmoedige Wiel Kusters toe bij die Achterberg en Kemp belichtte. Een meer bekende Achterbergcontext werd belicht door Hans Werkman, die sprak over Achterberg en de PC-literatuur (niet Propria Cures, maar Protestants-Christelijk), meer in het bijzonder J.K. van Eerbeek. Al met al waren er dus maar liefst drie biografen, want Kusters werkt aan een bio over Kemp en Werkman is een tijdje terug gepromoveerd op zijn bio van Van Eerbeek, zoals Hazeu ook niet lang geleden op die van Vestdijk.

Persoonlijk vond ik de voordracht van Edwin Lucas veruit het meest intrigerend omdat die me meenam op een zoektocht naar werkelijk onbekend terrein: alle achtergronden van de vertaling van de bundel Stof (1946) via het Frans (1952) in het Arabisch (1961): هيولى , inclusief een voordracht van enkele gedichten en een vergelijking van de oorspronkelijke tekst met de naar het Nederlands terugvertaalde Arabische versie. (mijn Arabisch is van ver beneden zeeniveau, dus ik snap niet waarom ik plaatjes van de kopstoot van Zidane krijg als ik dat Arabisch stof intik in de Googleplaatjeszoeker; maar dit ter zijde)

Wie er niet bij was, kan het over een tijdje nalezen in het zevende Jaarboek Gerrit Achterberg. Moet je wel even donateur van de Stichting Genootschap Gerrit Achterberg worden

woensdag, november 22, 2006

Puntje puntje puntje

Heerlijk bezig geweest met te proberen de beletseltekens in Julia te uni-formeren. Maar iets ondershuids in MS Word wist te voorkomen dat het 100% geslaagd is, ook na drie keer. Zijn het niet de komma's, dan wel de mieren of de puntjes: de editeur blijft, laat ik zeggen: bezig.

Omslag Julia; particuliere collectie
Ja, ze ziet er wat slof uit; een beetje pimpen is wel gewenst. Dit exemplaar is een afgeschreven bibliotheekboek uit Den Haag. Maar liefst 121 jaar oud. Pagina 59-62 ontbreken, het middelste dubbelblad uit het derde katern. Het is een bijzonder exemplaar: het eerste katern omvat 28 bladzijden; katernen 2 en 3 elk 24 bladzijden, en katern 4 beslaat 12 bladzijden. Maar ja, het is ooit door de bibliotheek (ook) gebonden; goed beschouwen staat gelijk aan schade toebrengen. Misschien zie ik het niet goed genoeg. Maakt niet uit, ik ben dol op dit soort boekjes.

Titelpagina Julia; particuliere collectie

dinsdag, november 21, 2006

Stem

Stem morgen. En stem goed. Laat je niet afleiden door dat gezwatel over strategisch stemmen. Stem op een partij met een programma dat deugt. En nog een kieswijzer: een programma dat deugt, zegt verstandige dingen over onderwijs, kunst en wetenschap.
Onderwijsconsumptiebonnen zijn bijvoorbeeld heel onverstandige dingen. Lerarentekorten structureel te lijf gaan met onderbetaalde stageaires die nog ondeskundig en nog niet volledig opgeleid zijn behoort ook tot die categorie. Verder moet je het zelf weten. Maar stem!

maandag, november 20, 2006

Oogkleppen

Lezend in De productie van literatuur ben ik nu. En daar dwars doorheen even de Vestdijkkroniek, met vooral interessant: allerlei (eerder elders gepubliceerde) beschouwingen van Hazeus Vestdijkbiografie. Ook onthutsend, want sedert de Achterbergbiografie (achttien jaar geleden) is ’s mans biografische techniek er klaarblijkelijk niet op vooruitgegaan; maar nu kon hij er wel mee promoveren. Ik meen dat ik, als geverseerd Vestdijknegator, na doorzwoeging van de bio van Visser destijds, nu ontslagen ben van de verplichting deze bijna 1000 bladzijden te lezen.

Achterin het blad staat nog een beschouwing over het ontstaan van Terug tot Ina Damman. Die geschiedenis is interessant in het licht van de productie van literatuur omdat de uitgever, Doeke Zijlstra van Nijgh & Van Ditmar, die enorme debuutbaksteen Kind tusschen vier vrouwen, ten koste van weer een depressie van de auteur, niet wilde uitgeven, wat Vestdijk na een tijdje aan het denken en vervolgens omwerken zette. Zo zie je hoe uitgeversinstinct en –intellect midden in de economische crisis het wint van blinde creativiteit. De Doornse kluizenaar excerpeerde uit zijn 1119 bladzijden kopij toen eerst onder invloed van Joyce Meneer Visser’s hellevaart. Dat was in ieder geval minder dik. Meteen daarna punnikte hij Terug tot Ina Damman met een draad uit Kind tusschen vier vrouwen. Maar daar was de uitgever weer: die zette dat laatste boek als eerste op de markt (november 1934), en dat eerste een jaar later pas. Dat dat slim was, is - zeker terugblikkend - niet moeilijk in te zien. En dan kan je natuurlijk heel zuiver op de graat, zij het ook syntactisch mank, zeggen: ‘De volgorde waarin deze twee boeken verschenen, geven dus een onjuist beeld van de ontwikkeling van Vestdijks schrijverschap’, maar het lijkt me minstens zo interessant om met een wijdere blik de interactie tussen auteur, literaire vrienden (Eddy en Menno steunden Simon van harte), uitgeverij en economie uit te diepen.

zondag, november 19, 2006

Lente

April dit jaar maakte ik een foto van een tuinstruik (zie m'n andere blogje). Maar kijk nu eens wat voor een plaatje ik, zeven maanden later, heden ten dage maakte van diezelfde Corylopsis pauciflora:

Zondag 19 november 2006, Tulaächtertuinstruik


Niet met Al Gore maar met zoon Berend (doe-mee-met-CKV) naar een tentoonstelling over eten over heel de wereld in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden geweest: echt heel erg leuk en met bijzonder veel informatie, over wie wat wanneer waar hoe eet, en hoeveel soorten rijst er zijn, waarom Chinese eetstokjes langer zijn dan Japanse, welke insecten niet te versmaden (zouden) zijn, en meer dingen die je niet zelf durft of kan, of juist zou hebben willen verzinnen.

Waar de grenadine vandaan komt; met de groeten van Bor de Wolf; 19 novenmber 2006

Maar wat ik ook wilde zeggen: het uitzicht op de dalurenterugweg mocht er ook wezen:

Tussen sleutelstad en stichtstad, 19 november 2006

vrijdag, november 17, 2006

STEEEEEENNN!!!

Dat vergat ik, helemaal, te roepen toen vandaag min of meer opeens onze Quirine, 0.43-B-Quirine, weer voorlopige, en verkennende, maar vaste voet op instituutskamerbodem zette. Mij was al wel van doorgaans zeer bevoegde zijde ingefluisterd dat er wat te gebeuren stond, maar toen dat dan daadwerkelijk gebeurde, stond ik, opblikkend van de collatie van Julia, toch even met een spreekwoordelijke mond vol tanden. Secundair reageren is een van mijn beter ontwikkelde kwaliteiten; naast het me inprenten van beelden. Zoals dat van toen ik bij Q (andere kantoorroepnaam) thuis langskwam en zij ondanks alles pontificaal boven op de eettafel stond te wentelen omdat haar moeder haar pantalon aan het afspelden was. Het was toen ook mooi weer, zoals het hoort. Zwijg ik nog van het beeld van haar stralende huwelijk. Op een vrolijke, vrije zaterdag; Dieuwke en ik, op weg naar de markt, even langs bij Q en Ise op de huwelijksmarkt op het Utrechtse stadhuis. Prettig weekeind nu iedereen.

Werk

Zit ik op het instituut, moet ik natuurlijk eRst die 8erstalligG post WgwRk&, Bvindt zich daartuss& eN vraag, eN tRechT vraag, waar D/1niG/sowieso leSlijst& T vind& zijn op het intRnT, moet ik dus eRst weR mijn ondR het vRlofstof GraakT k&nis aangaanD het GhateML zi& te hRvind& & die afDlingssiT e& BtJ VrdR op orD br&g&, wat WR tot Gvolg heFt dat mijn GliFde JuliA 1zaam = & lijdt & vRlPt & vRslonst. Zie ik tot mijn blijD schrik dat R ook nog raadsvRgadRstukk& zijn GarriVRd. Het is niet zondR naijl&D reDn dat ik vRkoos niet naar D boekprS&tatie T gaan van D facsimile van D FeSt& van angst & pijn, maar jammR vind ik dat wL. Batussitis gravis.

Ze zeggen

Dat ik ook eenvoudigweg via e-mail kan publiceren op dit log, zonder hateëmellematisch in te loggen en zo.

donderdag, november 16, 2006

Niet onverwacht

Maar toch niet aangenaam. Door de aanhoudende troep in kop en longen (door kou of iets anders, ik weet het niet) maar liefst 2:03.3 en dan nog met moeite. Oftewel: zo'n honderd meter vóór de beoogde virtuele finish gestrand. Nog mazzel, want meer dan op roeien leek het op voorkomen te zinken, wat ik deze ochtend presteerde onder het gespierde oog van de heren Visscher. Als troost maar even in de electrische braadslee gaan liggen. Bronzeert het niet dan deert het niet.

woensdag, november 15, 2006

Snikken en grimlachjes

Tsja, de editie Mathijsen-Welsink (Delta, 2003) gisteren digitaal gekocht, eindelijk, (kraaknieuw exemplaar) omdat ze in de LB uitgeleend was, en vandaag gelezen, nou ja, het nawoord alleen nog, omdat ik er iets over parodie in vermoedde te staan. Dat staat er. Dus nu kan ik weer verder met mijn oude, papieren geliefde: Julia. Ze mag naar een kliniek en dokter Stolk zal haar helemaal re-maken, of over-maken, hoe heet dat in tv-Engels, pimpen, zo dat ze er weer een tijd tegen kan in de 21ste eeuw.
Tussen de middag meegedaan aan een debat over de nieuwe faculteit Geesteswetenschappen, in de Schrans.
In m'n post een uitnodiging voor een vooroverleg en een fa-cul-teits-raads-ver-ga-de-ring: ik ga weer me-de-zeg-gen-schap-pen.
Gastcollege Nijmegen voorbereid.
Tien over zes en stikdonker buiten. Hoor ik nu een biertje roepen? En vanavond een romannetje lezen of de mammon dienen?

maandag, november 13, 2006

Balansdag

Hakt erin, zo'n juryberaad. Los daarvan, ik denk dat die Keizergrachtelijk-souteraine katten massaal in mijn tas hebben zitten zijken terwijl wij, mensen, snoepend van het heerlijks dat Doris ons voorzette, delibereerden over slecht, slechter en slechtst (en al wat verder ter tafel kwam, letterlijk en figuurlijk). Ik heb weer een forse Doerian-stapel te gaan, n'en déplaise les écrivains, zoals mijn grootvader placht te zeggen, als in zijn tijd de LOI al had bestaan, want hij was een vooroorlogs timmer- en politieman.

Vikram Seth, A Suitable Boy, had ik wel willen, maar heb ik dus tijdens mijn verlof de facto niet gelezen. Wel Wiener, De verering van Quirina T., Heleen van Royen, De ontsnapping (niet geslaagd), August van Goethe, De laatste salto (laten we hopen dat het waar is), Tom Lanoye, Het derde huwelijk (tweemaal), Arnon Grunberg, Tirza, Bart van Lierde, Een sprong naar de sterren (eens en nooit weer, dit niet en iets anders niet), Hanna Pennock, Antonio Mancini en Nederland (snoepgoed), Tommy Wieringa, Joe Speedboot (eindeloos, voor de zoveelste keer), Nol van Dijk, Ander verhaal en andere verhalen (neen, een pot nat), Pieter Boskma, Westerlingen (kort en goed), en nog allerlei ander spul, zoals die canon en het aanpalende rapport, De productie van literatuur, maar dat nog niet volledig, noch met volledige overgave, allemaal Groene Amsterdammers en Vrije Nederlanden en Nederlandse letterkunden, en zo voort, en zo verder, maar for crying out loud, niet A Suitable Boy. En lettend op wat er op het programma staat, zal dat er binnenkort ook niet van komen. Trouwens: ik was wel heeeel erg op verlof, zie ik nu: geen letter poezij! D'r moet nodig weer wat gewicht in de andere schaal.

zondag, november 12, 2006

Media vita...

Vrijdagavond met Dieuwke en de overburen naar 'Requiem voor...' in de Pieterskerk geweest. Daar zong dus Capella Amsterdam. Inderdaad: zonder instrumenten. En die lui kunnen dat! Mooi. En dan ook nog in die mooie kerk. Aanstaande woensdag kan je ze nog horen, in Amsterdam.

Gisteravond in Rotterdam bar slecht gepresteerd op de bowlingbaan (wat is één strike in een uur naast meerdere gutter balls anders dan een crying shame), maar voor de rest was de reünie van de familie Visser weer erg gezellig.

Vanavond juryberaad, met natuurlijk weer het uitzicht op nieuw te lezen bagger, troep en 'absoluut literaire "trash"', om Willem Kloos op voorhand te citeren (Veertien jaar literatuur-geschiedenis, deel II. 3e, vermeerderde druk. Amsterdam 1904, p. 30). Maar natuurlijk vooral met de hoop op een parel.

En dan: verlofje finitus est. Wat leuk is duurt korter.

donderdag, november 09, 2006

Haarlem

Gisteren was Haarlem aan de beurt. Leuke stad, qua winkels onder andere; en het Frans Halsmuseum. Daar kom je, vanuit de trein, door eerst door die winkelstraten te lopen en dan te verdolen in een veel stiller stuk, tot waar je het Oudemannenhuis binnen kan gaan. Vivat Museumjaarkaart: alle deuren gratis open. Je moet, eenmaal binnen, nog onder een gigantische, stenen dame doorlopen, onder wie gebeiteld staat: Nutrit et emendat. Het is me nu niet duidelijk of dat op de oude mannen van weleer of op de er thans uitgestalde kunst slaat. Het lijkt me overigens een mooi motto voor het Huygensinstituut.

Haar eenmaal gepasseerd, wist ik uit de krant, is daar nu te zien: 'Haarlemmers in druk; een keuze uit de collectie portretgrafiek van A.G. van der Steur' (20 september 2006 t/m 10 december 2006). Met onder andere het hierbij gereproduceerde conterfeitsel van Coornhert door Goltzius; daarnaast nog vele andere be- en onbekendheden. En ook - niet Gouden-eeuws - een staalgravure van Beets. Dan zie je goed het verschil in technieken en mogelijkheden tussen koper en staal. Ga maar kijken, 't is maar één zaaltje. In de andere zalen was ik lang geleden al eens geweest, en ik moet bekennen dat ik er een beetje lacherig van werd: al die belangrijke dames en heren met kragen en hoeden en dikke buiken en van die wijzende en wapperende handen. Of flinterdun geschilde citroenen naast halfgevulde of omgegooide roemers. Goltzius kon - dit ter zijde - wat mij betreft beter tekenen en graveren dan schilderen; het grafisch werk heb ik een tijd terug gezien in Amsterdam; zijn te Haarlem hangende, be-eikeloofde blote goden en godinnen hebben allemaal een ernstige ziekte aan bot- en spierenstelsel.

Het is duidelijk dat ik ook nog even naar de Vleeshal moest. Dacht ik. Maar daar kan ik achteraf echt veel genuanceerder over oordelen. Wat een depressieve en in één geval tot ver over de ranzige grenzen van de perversie heen reikende troep als daar hangt te hangen of anderszins ten toon gesteld is. Van Hals werd ik al niet echt manisch, maar na Philip Akkerman was ik al toe aan zware medicatie. Wie is Akkerman? Akkerman is niet de meest appetijtelijkste Nederlander (kan hij niets aan doen, weet ik) die evenwel niets beters weet te doen dan zijn eigen facie na te schilderen; met of zonder hoedje, en in 95 % van de gevallen straf naar links blikkend (dat zou hij wel eenvoudig kunnen nalaten, dat schilderen zowel als dat blikken). Het schijnt hier 'een grote variëteit aan stijlen en technieken' te betreffen. De man heeft, moet je weten, al zeker 2400 keer zijn eigen bakhuis in de verf gezet. Maar ik kon de gedachte niet onderdrukken dat het hier een leeggeschudde doos uit het archief van de Rekkensche Inrichtingen of zo betrof, met zelfs uit therapeutisch oogpunt afgekeurde Van-Gogh-portretprobeersels van de tweelingzus van Charley Toorop. En dan hoefde ik alleen nog maar de productie van 2006 te zien; al gauw zestien strekkende meter strak naast elkaar gespijkerde smoelen. Dustin Hoffman als Rain man kon ik nog wel hebben; dit ging me wat ver.

Ik snel door naar de fotografie, maar daar struikelde ik over de geportetteerde alcoholisten, stoppelige puberschaamstreken en brandwonden. Echt, ik verzin niks. Op sommige momenten wil ik wel luisteren naar de theorieën over conceptuele ontregelingen, maatschappelijke bewustwordingsprocessen en zo die daarachter schijnen te schuilen, maar daar was deze woensdag dus niet voor geschikt.

En toch, wetend dat ik nog niet vaak een goede videoinstallatie heb gezien (niet zo lang geleden eentje waarop in voortdurende herhaling en uit verschillende hoeken te zien was hoe iemand zich op een desolate binnenplaats aan een boomtak verhing; zwart-wit, natuurlijk; wel met goede muziek eronder; was dat in Van Abbe?) Maar hier in de Haarlemse Vleeshal was een zich kunstenaar noemende borderliner aan het werk geweest. Technisch zeer kundig, dat zeker. Het betreft een goed geritmeerde omzetting van foto's in een film; zwart-wit, en, goed gekozen, zonder muziek. IJzingwekkend. Om afstandelijk te blijven, citeer ik de tekst van (gruwelijke coïncidentie) de Vleeshal:

'Chen Chieh-Jen (Taoyuan, 1960) geldt op dit moment als een van de meest vooraanstaande kunstenaars van Taiwan [deze kwalificatie doet me trouwens denken aan een fantastisch nummer van Tom Waits: I'm big in Japan]. Zijn videoinstallatie ‘Lingchi – Echoes of a Historical Photograph’ is een filmische reconstructie van een terechtstelling uit 1905 in China, waarbij een man levend in stukken werd gesneden.'

Dat laatste mag je je zo concreet als je je maar kunt voorstellen, voorstellen, en dan met zeven vermenigvuldigen, en eventueel getroost door de wetenschap dat de man eerst een dosis opium kreeg toegediend waar je een roedel merries uit Marum mee onder zeil kan krijgen. En die meneer Chieh-Jen verbindt dat geheel dan eventjes met de huidige sitautie in Taiwan door af en toe ook een oude fabriek te filmen. Ammehoelaenmenooitniet.

Na dit alles is het wat Cor van de Laakerig om op te merken dat de foto's op de bovenste verdieping aardig zijn. Het betreft hier overigens nauwelijks kunst, maar kunstig gerangschikte nieuwsfoto's (met een vrij hoog Bert Haanstra-gehalte). Alle dagen van het jaar zijn vertegenwoordigd met een foto uit het archief van het Haarlems dagblad, maar de foto's komen uit allerlei jaren door elkaar heen. Een tijdsbalk dus, die het ook weer niet is. Ja, eenvoudige verwarring kan ik wel aan.

Loop ik terug naar de trein, zie ik een rijtje uiterst verkrottende panden met daarnaast een gigantisch bord, waarop geschreven: 'Houdt Haarlem in ere / en blijft restaureren'. Even later blik ik terug om het te noteren, zie ik dat het geen aanvoegende wijs is, maar een aantonende, want ondanks de hoofdletter staat op subjectspositie de naam van een aannemer.

woensdag, november 08, 2006

Snif snif

Gisteravond met een riant diner (over het zwijn en het hert niets dan goeds) in Oudaen officieel uitgezwaaid door het nieuwe, uitgebreide, aangevulde bestuur van de Stichting Genootschap Gerrit Achterberg; ook het afscheid van Peter van der Werff (de eervorige penningmeester) en Jan Keyser - een van de funderende genootschapsvaderen - werd daarmee bekrachtigd, als je dat zo kan zeggen. 'k Kreeg meteen een poster van het aanstaande Achterbergsymposium in handen: vertrouwde locatie, aanvangstijd, sprekers, vertrouwd formaat, vertrouwde kleur en typografie. Prediker 1 : 9.


Rest mij, na zes jaar sturen en vooral wat dies meer zij, het redigeren van het Jaarboek Gerrit Achterberg, samen met tekstpartners Edwin L. en Bertram M., en wat rommelen met de website.

maandag, november 06, 2006

Fijn

Bij wijze van spreken dan. Nog steeds niet zeker of ik griep heb, ergens diep verstopt, of een periodiek opduikende allergie voor 'k weet niet wat. Al gaat het vandaag wel.

Vorige was week rijkgevuld met een afdelingslunch, een Vaktaalredactievergadering, een Geesteswetenschappelijk-departementale voorlichting, en een bijeenkomst van de leesclub van de modernisten. Zojuist nog een afdelingsvergadering (over de toekomst, dat dan weer wel). Gelukkig had ik er dankzij het verlof tijd voor.

Afgelopen zaterdag met Dieuwke naar De brakke grond geweest. Daar traden Antjie Krog en Tom Lanoye op als Geletterde mensen.

Antjie Krog (l.) en Tom Lanoye (r.)

Het gekke is dat ik van Krog geen enkele bundel heb, haar heel lang gelden in een Nacht van de poëzie hoorde, en dat ze nu toch weer als een goede bekende klonk. Indrukwekkend is wel een goede omschrijving voor haar rauwe, harde, vaak pijnlijke teksten. Veel theatraler, pathetischer ook, tot het groteske overhellend (of verder), en dus op een andere manier indrukwekkend, is Lanoye. Een onverwachte, maar heel goede combinatie. Lanoye deed onder andere een stuk uit Het derde huwelijk, de roman die we onlangs met het Leesclubje bespraken. Alle sprongen in de tijd liet hij weg, en maakte zo een zeer kabaretesk nummer van het geven van het ja-woord.

woensdag, november 01, 2006

Bloem krijgt weer eens gelijk


Zie: Verzamelde gedichten, 7e, ongew. dr. Amsterdam 1980, p. 131, r. 1.
En daar komt bij dat ik me al sedert maandag, toen ik nog dacht dat het om een eenvoudig allergietje ging, een beetje voel als

Van de KBsite: http://www.kb.nl/dichters/bilderdijk/bilderdijk-02.html