zaterdag, september 19, 2009

Primus nidus proprius

Tussen peer en druivenrankEnigszins onthutst - hoewel heerlijk in de herfstzon gezeten nabij vijfenzeventig peren, plukrijp wegend aan de takken der Conférence - na het lezen in een landelijk dagblad van een stuk, de bewerkte, schriftelijke versie van een eerder in de openbaarheid voorgedragen lezing, uitdragende het mij in principe welgevallige standpunt dat wetenschappelijke artikelen in het algemeen, en die van neerlandici in het bijzonder, goed of prettig leesbaar moeten zijn. Ze moeten bijvoorbeeld pakkende openingszinnen hebben.

Boeiender wellicht dan die waarmee dit stukje, dat al bijna ten einde is, begint; dit is dan ook alles behalve een wetenschappelijk artikel.

De auctor van krantenstuk en lezing argumenteert onder andere ex negativo met twee voorbeelden, voorbeelden dus van hoe het niet moet. Inderdaad: droefstemmend proza, bits beoordeeld met een 'Waarom zou je verder lezen?' en een niet minder vilein 'Maar het kan nog erger'. Beide voorbeelden komen mirabile dictu uit het wetenschappelijk tijdschrift waarvan de auctor van het krantenstuk en de lezing sedert de oprichting, met anderen, de redactie vormde tot en met de elfde jaargang, 2006, de regie voerde, de leiding had, het beleid bepaalde, de kopij keurde. Kennelijk op cruciale, gezichts- en stijlbepalende wijze.

Om de Assistant Village Idiot te citeren: 'I wonder about these things'.

Geen opmerkingen: