woensdag, juni 22, 2011

Recht zo die gaat | Zeeman Marsman

Gejat van: http://www.kb.nl/nieuws/2011/werkman.htmlIk ben niet zo van de ingezonden brieven; die zijn soms zo frikkerig; maar vandaag begonnen de vingers van de schrijfhand toch te jeuken. Ik las, terwijl de koffie langzaam druppelend uit de automaat mijn mok in droop en de damp geur werd, het volgende in de Volkskrant:
KB verwerft 'druksels' Marsman en Werkman
BOB WITMAN − 22/06/11, 00:00
AMSTERDAM - Een drukwerk uit 1942, gemaakt in een oplage van twaalf exemplaren, met een gedicht van Hendrik Marsman en vormgegeven door de Groningse typograaf en kunstenaar Hendrik Werkman (1882-1945), is aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek (KB). Het geldt als een zeer zeldzaam en kostbaar werk. De bibliotheek doet geen mededelingen over de verwervingskosten.
Dat was het nieuws waar ik van opkeek. Maar waar ik van grimmelde was de volgende alinea, en daarvan vooral, nee: alleen de tweede zin, en ook wel de alinea (of: zin) erna:
De KB noemt de aankoop een 'prachtige aanvulling' op de reeds bestaande collectie van Werkman en Marsman. De dichter / zeeman Marsman verdronk in 1940, vier jaar na publicatie van zijn belangrijkste gedicht Herinnering aan Holland.

De Zee is een van zijn laatste werken.
Sinds wanneer staat Hendrik Marsman bekend als dichter/zeeman? Is dit een cynische verwarring van onkunde en half verwerkte biografische gegevens, of zijn er echt zo veel zeemansgedichten van Marsman die ik steeds maar over het hoofd heb gezien?

Toch maar de inhoudsopgave van het Verzameld werk erbij gepakt (4e druk van de dundrukeditie, Amsterdam 1979). Op pagina 75 eindelijk beet: 'Zinkend schip'. Louter beeldspraak: 'De avond daalt; / een zinkend schip.'

Vier bladzijden verder ligt een lyrisch 'ik' onder de titel 'Twee meeuwen' 'beneden / aan den voet der duinen'; een landman, dus.

Dan moet dertig bladzijden verder het antwoord te vinden zijn in 'Lezend in mijn boot', maar helaas: 'ik was / in mijn roeiboot de plas / opgegaan en liet mij drijven'. Een zoetwaterrecreatiematroos die 'het verhaal van den Vliegenden Hollander las.'

Dan maar 'De boot van Dionysos', het tweede onderdeel van Tempel en kruis? Nou, dat is meer zoiets als wat Adriaan Roland Holst over zijn Wilde kim zei: er zit meer wijn dan zeewater in. En dan nog: daar gaat het over 'het blauw verschiet der blinkende rivieren', over 'het glinstrend water' en 'de schoeiing van basalt'. Een Hollands rivierenlandschap. Geen zee te bekennen, tenzij een overdrachtelijke.

Blijft over het laatste onderdeel van diezelfde bundel (of: van datzelfde lange gedicht), 'De zee', dat geen zelfstandig gedicht is, maar een onderdeel van Tempel en kruis, een onderdeel dat er eigenlijk niet uit losgemaakt kan worden omdat het de verwoording is van de conclusie die de hoofdfiguur van dat gedicht trekt uit een zeer uitgebreide reeks overwegingen en overdenkingen in de eraan voorafgaande vijftig gedichten. Maar dan nog: die zee daar heeft niets te maken met Marsmans zogenaamde zeemanschap, maar alles met de metafoor van de Middellandse zee als bron van de West-Europese beschaving, die Marsman anno 1939 naar de gallemiezen zag gaan maar die hij voor alles en ondanks alles wilde behouden en behoeden.

Nieuw ook was me het gegeven dat 'Herinnering aan Holland' het 'belangrijkste' gedicht van deze dichter zou zijn. Zijn bekendste wellicht, en tevens het gedicht dat veelal ten onrechte 'Denkend aan Holland' wordt genoemd, bovendien het meest op T-shirts, kussenslopen, servetten en plinten gereproduceerde gedicht. Maar 'belangrijk' als in: van literair-historisch belang, dat waren toch veeleer gedichten uit zijn eerste bundel, Verzen, gedichten als 'Verhevene', 'Vlam', 'Heerscher', 'Fort' of vooruit, er komt een boot in voor, 'Hiddensoe':

Bronzen boot

de sprong
uwer flanken
stoot
een mes
in den nacht

zilvren dood

maan
die de dolk
van den boeg
aan den muur
van den nacht
tot scherven
sloeg

schuim

flarden bloed

Geen opmerkingen: