zondag, november 27, 2011

Against e-reading

Misschien gaat de kop hierboven wat ver. En hij strookt niet met wat ik eerder elders opmerkte. Het is dus maar een retorische kreet. Maar met een kern van waarheid.

De laatste tijd pieker ik over de aanschaf van een e-reader (zullen we daar eens een lekker purisme voor verzinnen?) omdat het me wel handig lijkt om een boel teksten, prim- en secundair, bij elkaar te hebben in zo'n klein apparaatje. En dat je op vakantie niet meer hoeft te dubben over wat je wel en wat je niet meeneemt. Maar toen ik onlangs, aangemoedigd door het onderwerp van de eerstkomende leesclubbijeenkomst, Julian Barnes' The Sense of an Ending van onder een stapel tijdens de jongste zomervakantie aangeschafte boeken trok, knetterde het van mijn netvlies naar mijn brein: Zoiets gaat ze nooit en te nimmer lukken met een digitaal boek!

Dit is een zo mooi vormgegeven boek. Het is een klein boek en handzaam dus; en het is nog dun ook. Het is gebonden (of gebrocheerd, daar wil ik nu even niet moeilijk over doen; het zit wat stug in de rug, een minpuntje). Het zetwerk is volkomen onspectaculair, helder; niets wat je afleidt van wat Tony Webster je heeft te vertellen. Het papier is niet al te wit, maar licht-crème; de letters zijn haarscherp en diep-zwart; een heel gewone Bembo.

Tot zo ver niets bijzonders misschien. Maar wel dit: de bladzijden zijn niet goud, maar zwart op snee, matzwart. En van eenzelfde zwart zijn de schutbladen. Diep matzwart. En van eenzelfde zwart zijn de flappen van het stofomslag. En dat zwart kruipt als het ware langzaam de hoek om naar het voor- en het achterplat, waarover paardenbloempluizen zweven en waarop, aan de voorkant, auteursnaam en titel zijn afgedrukt in letters die klaarblijkelijk niet bestand zijn tegen de tijd.

(let even niet op de kwaliteit van de foto's: ik heb mijn 'echte' toestel momenteel uitgeleend).

Wie zal het verbazen dat aan de vertelling nogal wat melancholie ten grondslag ligt. Het is een verhaal, een levensrelaas waar je niet echt vrolijk van wordt, maar het is wondermooi genoteerd. Ik moet er nog over nadenken waar dat mooie allemaal in schuilt. Een negentiende-eeuwse recensent zou het wellicht hebben over Barnes' superieure beheersing van de taal; maar daarmee is nog niet veel gezegd. Ach: lees toch deze prachtige roman; het zijn slechts 150 bladzijden, maar het is stof voor 700. 'For this is an iceberg of a novel', zoals in New York Journal of Books staat. En hoewel vergelijken onzinnig is, deed het me toch enigszins denken aan Vercauterens Het graf van de voddenraper en ook aan Claudels Quelques-uns de cent regrets.

Het boek, een bezonnen ik-vertelling van klasse die wortelt in de jaren zestig van de vorige eeuw, gaat over regret, of: nee, daar gaat het niet over, maar over remorse. Over wroeging gaat het, meer dan over spijt. Wroeging, die aan het eind van Tony's leven komt, wanneer hij - aanvankelijk tevreden - terugkijkt. En daarover noteert Tony: 'Remorse, etymologically, is the action of biting again: that's what the feeling does to you.'

Nog even over dat omslag. Het is gemaakt door Suzanne Dean; en op de website van Barnes staat, behalve een verzameling links naar recensies, een filmpje (ook via Youtube te zien, en hieronder) met de eraan voorafgegane ontwerpen.

zaterdag, november 12, 2011

Aemulatio

Je moet er van houden, geloof ik, van de muziek van Tom Waits. De man maakt er veel lawaai bij. Is waar. En dat zijn jongste CD,
Bad as Me (2011) zijn beste is sinds Mule Variations (1999)
zoals wel gezegd wordt, is misschien ook wel waar, maar dan met dien verstande dat de Mule Variantions beter is. Dat gezegd zijnde, kan het geen kwaad te wijzen op de rijke verzameling metaforen in de titelsong, waarvan ik de tekst even jat van oldielyrics.com:

You're the head on the spear
You're the nail on the cross
You're the fly in my beer
You're the key that got lost
You're the letter from Jesus on the bathroom wall
You're mother superior in only a bra
You're the same kind of bad as me

I'm the hat on the bed
I'm the coffee instead
The fish or cut bait
I'm the detective up late
I'm the blood on the floor
The thunder and the roar
The boat that won't sink
I just won't sleep a wink
You're the same kind of bad as me

No good you say
Well that's good enough for me

You're the wreath that caught fire
You're the preach to the choir
You bite down on the sheet
But your teeth have been wired
You skid in the rain
You're trying to shift
You're grinding the gears
You're trying to shift
And you're the same kind of bad as me

They told me you were no good
I know you'll take care of all my needs
You're the same kind of bad as me

I'm the mattress in the back
I'm the old gunnysack
I'm the one with the gun
Most likely to run
I'm the car in the weeds
If you cut me I'll bleed
You're the same kind of bad as me
You're the same kind of bad as me

Maar het ging me om een andere song, een met een leuke vorm van intertekstualiteit, of beter nog: aemulatio: 'Satisfied'. Hoppa, nog een citaat van dezelfde site (zoek maar op; ik haal er nu alleen uit waar het om draait):

Now Mr. Jagger and Mr. Richards
I will scratch where I've been itching
Now Mr. Jagger and Mr. Richards
I will scratch where I've been itching

En dan te bedenken dat die ouwe Richards meespeelt op dat nummer.