Sinds kort is er ook een brasserie te vinden op het complex. Aangenaam, want het was een mooie dag. Ik kan niet klagen, maar dacht wel aan Hildebrand: Hoe warm het was en hoe ver. We kwamen er net na sluitingstijd, maar kregen toch nog een verfrissing, ook Bengel; die kreeg er zelfs wat brokken bij (Meta en ik niet).
Bij de ingang van het complex staat een set informatieve borden. Of: informatief bedoelde borden. Best moeilijk, dat schrijven over cultuur en techniek voor het grote publiek. Kiezen voor een (geciteerde) metafoor als: een wit 'schip op de hei', vind ik in die context moedig (het complex lijkt mijns inziens op vanalles, maar niet op een schip, maar dat maakt de metafoor misschien alleen maar meer intrigerend). Maar om De Zonnestraal aan te duiden als een 'sanitair gebouwencomplex'... dat lijkt me minstens een gallicisme, en doet me nabij Hilversum vooral denken aan een mega-urinoir. Wel gek, dat 'sanatorium' en 'sanitair' in zo heel verschillende domeinen zijn gaan functioneren.
Echt onbegrijpelijk wordt het als het gebouwencomplex 'geïmmatrialiseerd' blijkt te zijn, en dan nog niet even gewoontjes, maar zelfs volgens de 'kosmische wet der economie'. Duiker, de architect, kon kennelijk beter ontwerpen dan formuleren. Of de bordenmaker.
In andere bronnen, die klaarblijkelijk gebruikmaken van dezelfde Duiker-tekst, kom ik het woord 'geïmmaterialiseerd' tegen. Gebouwen waarvan je de materialiteit bijna niet meer ziet, zal bedoeld zijn. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen, gezien het gebruik van dat 'moderne' beton, inclusief de 'verjongende' horizontale draagbalken, waar heel dunne vlakken mee geconstrueerd zijn, en die dunne sponningen, het vele glas, de witte verf, de ruime, lichte opzet van het complex. Dan zal 'economie' wel iets als 'zuinig gebruik' betekenen. Waar de kosmische orde vandaan komt... mij wondert. Toch eens iets meer van die Duiker lezen.