zaterdag, juni 13, 2015

Vlees

Bij de slagerij in het gezellige winkelcentrum (contradictio in adiecto) in de buurt van mijn woonst bestelde ik - om vanavond een filmbezoek goed geprepareerd tegemoet te treden - vier kalfslapjes (nee, niet voor mij alleen). "Maar", zei ik erbij tegen het winkelmeisje, "ik weet niet wat voor soort precies..."

Ik had na een blik in de uitstalkast al gezien dat mijn beste Italiaanse kookboek-in-vertaling me een duister woud in had gestuurd met het eerste item van de ingrediƫntenlijst: ik ken echt het verschil niet tussen mijn begeerde kalfslapjes en des slagers aangeboden dito oesters en idem schnitzels.

Hulpvaardig vroeg de jonge slagersdame: "Wat wilt u ermee maken?"

"Scaloppine al limone", glipte over het hekje mijner tanden alsof het een dagelijkse snack betrof. Zij kon natuurlijk ook niet weten dat ik in verband met de begeleiding van een genderkritisch bachelor eindwerkstuk Tommie Wieringa's Een mooie jonge vrouw aan het herlezen ben (p. 31).

Met een verschrikte blik van onwetendheid keerde zij zich af van mij en wendde zich tot de keurslager zelf, Harry van Schaik, bestendige aanwezigheid in het winkelpand, enigszins op de achtergrond, tussen de koelcel en de grote messen.

"Hoeveel mag het zijn?" vroeg hij, en straalde een en al vakbekwaamheid uit.

Geen opmerkingen: