Dan lees je in een krant d.d. 27-05-2016 over een dichter die net zijn eerste bundel het licht heeft doen zien: '[De dichter] componeerde een aangrijpende bundel die een dichter maar een keer in z'n leven kan schrijven.' En denk je: dat is een fenomenale dooddoener: meeste dichters, en zeker de goede, componeren iedere bundel maar één keer (al kan dat proces lang duren en veel herschrijvingen vergen, maar als ze een bundel twee keer componeren, krijgen ze geen uitgever zo gek dat die het boek twee keer apart uitgeeft) (over herdrukken heb ik het hier niet).
Maar in een niet gedateerd verslag van een gesprek met die dichter op een website, overtreft degene die ook de hierboven geciteerde recensie schreef deze lumineuze gedachte als volgt in de lead: 'Het poëziedebuut [...] van [....] is er een dat je slechts eenmaal in een dichtersleven kunt schrijven.' Touché, zeker een debuut kan je maar één keer schrijven. Een debuut is, zo blijkt maar weer eens, per se uniek.