Raak dezer dagen wat uit m'n hum tijdens het lezen van een roman van een auteur die me tijdens een academisch diner werd aangeraden door een moeder-Duits sprekend en literair geschoold iemand wie ik vroeg om een goede Duitse leestip.
Ben eraan begonnen zonder dat ik ooit eerder van deze auteur (heb ik zijn naam wel goed verstaan bij het dessert?) of van deze roman gehoord had. Valt een beetje tegen. Soort historische, biografische dubbelroman. Het enige wat er een beetje leuk aan is: dat het boek in zekere zin een antwoord geeft op de vraag die Alice stelt in Asymmetry: wat heeft een boek zonder aanhalingstekens nou voor zin? Het bleek al in 2005 mogelijk dat in een roman alle mono- en dialogen niet in de directe rede worden weergegeven. Alleen van elliptische uitingen, zonder persoonsvorm, zou je kunnen denken dat ze toch in de directe rede staan. Maar de en-toen-en-toen-structuur van twee levenslopen wordt er niet mee verholpen of verdoezeld.
Raadpleeg ik voor de zekerheid even het aardklootomspannende weefsel, blijkt het boek een miljoenenpubliek te hebben en nog verfilmd te zijn ook. Dat heb ik weer. Nochtans staak ik de lezing na 18% van het totaal verorberd te hebben.
Heb nu dus wel lekker tijd om Die Hungrigen und die Satten te lezen, de tweede roman van Timur Vermes, die debuteerde met Er ist wieder da (2015), een roman met een eveneens zeer groot publiek en die ook verfilmd is... Het ene succes is het andere nog niet.
Het weekend is al bijna om, helaas.
1 opmerking:
Ik werd erg blij van Quasikristalle van Eva Menasse. Met als disclaimer dat ik een zeer onkritische lezer ben.
Een reactie posten