Vanochtend, na het ontbijt, op de Hagesteinsebrug, weids uitzicht vanaf de A27 over de Lek en ommelanden, werd voor opa, op weg naar Sophietje, het slot van Marsmans 'Herinnering aan Holland' weer eens overtuigend ten uitvoer gebracht. Een brede rivier, traag stromend door schier oneindig laagland. Maar vooral:
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord
De dichter bedoelde dat vast - wellicht: vooral - ook metaforisch, maar daar hebben we het nu even niet over.
Iets later, iets verder, op de A2, nabij Beesd, op de brug over de Linge (die echt niet heel breed is, misschien ook minder traag stroomt), brak de zon al door en zaten er van die idiote ooievaars op de lantaarnpalen in de middenberm. Toen klopte er niets meer van het gedicht, althans: het letterlijke beeld strookte niet meer met de werkelijkheid, of andersom. De betekenis van het beeld staat echter nog steeds en al te stevig overeind, afgaand op de gisteren ingevoerde wet, bijvoorbeeld.