donderdag, mei 16, 2024

Over m'n nek van de extreemrechtse bagger

O Nederland, let op u saeck

1.
Het is examentijd en ik oefen mijn tekstverklaring door het lezen en analyseren en vervolgens trachten te begrijpen – welwillend als ik ben qua opvoeding, om maar iets te noemen – van wat heet het ‘Hoofdlijnenakkoord 2024-2028’ opgesteld door een viertal zich politieke partij noemende meutes wier afko’s me in de metaforische strot blijven steken als een XXL-tonijngraat in een ansjoviskeeltje en die ik hier dan beter maar niet herhaal.

Ik lees onderaan de eerste en bovenaan de tweede pagina dit:

We leven in tijden van grote spanningen, zoals de Russische inval in Oekraïne. De wereldeconomie staat onder druk. Er zijn nieuwe, ernstige bedreigingen voor de veiligheid van onze samenleving en de stabiliteit van de democratische rechtsorde vanuit verschillende statelijke en niet-statelijke actoren. 

Deze bedreigingen zijn er niet alleen op afstand, maar ze nemen toe en komen ook snel dichtbij. Dit vraagt nu het tijdig treffen van adequate voorbereidingen, alertheid en versterking van weerbaarheid in brede zin, ook van burgers en bedrijven.

Ik begrijp hieruit dat ‘de Russische inval in Oekraïne’ als een grote spanning wordt gezien. Ik noem zoiets echter een uiterst vuile en agressieve Russische oorlog waar iedereen al ruim twee jaar van op de hoogte is en die dus niet expliciet genoemd hoeft te worden in een hoofdlijnenakkoord tenzij er zouden meer van dit soort spanningen genoemd zouden worden met daarbij de duiding van de invloed ervan op (de staatshuishouding van) Nederland.

Graag zou ik willen vernemen welke andere, ‘nieuwe bedreigingen voor de veiligheid’ er zijn, zodat ik beter kan begrijpen hoe de regeringsplannen of -hoofdlijnen, die vast verderop in het akkoord uitgebreid geschetst zullen worden, zich daar precies toe verhouden (meer geld voor Oekraïense vluchtelingen en/of voor wapens voor Oekraïne, en/of het aanleggen van een financiële reserve die gebruikt kan worden als steun bij de wederopbouw van zowel dat langzamerhand volledig aan gort gebombardeerde land als ook Gaza; ik noem maar wat).

Wat wordt er in godes naam verstaan onder ‘bedreigingen [...] vanuit verschillende statelijke en niet-statelijke actoren’. Vraagje voor het examen maatschappijleer: noem minstens drie statelijke en twee niet-statelijke actoren, en leg uit hoe vandaaruit de veiligheid van onze samenleving bedreigd kan worden.

Wat wordt verstaan onder: ‘bedreigingen [die] er niet alleen op afstand [zijn], maar ze nemen toe en komen ook snel dichtbij’?

Verderop, waar ingegaan wordt op hoofdlijn nummer 1 – bestaanszekerheid en koopkracht – wordt het niet beter met de tekst. Weer een citaat (copy-paste, zonder enige ingreep):

Nederland is één van de meest welvarende landen in de wereld. Onze economie is sterker uit de crises gekomen en er waren nog nooit zoveel banen. Onze sterke economie draait op alle Nederlanders die elke dag hard werken of ondernemen en zo bijdragen aan onze welvaart.

Toch zijn veel Nederlanders juist bezorgd geworden over hun toekomst. Ze zijn onzeker over hun dagelijks bestaan en hun levensonderhoud, maar ook over de kosten van basisbehoeften (voedsel, wonen, energie) en de zekerheid daarvan op middellange termijn. Het gaat om de hoogte van het inkomen, om de inkomenszekerheid maar ook om de toegankelijkheid en beschikbaarheid van wonen (bijvoorbeeld voor starters), zorg en onderwijs. Deze zorgen leven niet alleen bij mensen met een lager inkomen, maar ook bij de middeninkomens.

De relatie tussen de eerste en de tweede alinea is een antithese, misschien zelfs wel een paradox: hoewel het Nederland economisch alleen maar keihard voor de wind gaat door de crises (die ze maar even niet met naam en toenaam in dit document noemen want anders zouden ze op hoofdlijnen concreet worden), lopen er verdorie toch allerlei Nederlanders te klagen over een beangstigende toekomst.

De oplossing voor dit hoofdlijnprobleem lijkt me duidelijk: niet lullen maar poetsen, en iedereen die toch zeikt: oprotten. Maar dat ligt niet in de populistische denklijn die drijfvermogen ontleent aan de klachtkracht van de zich immer ten achter gesteld voelende burger.

Die zeikerds zijn dus ‘onzeker over de kosten van basisbehoeften [...] en de zekerheid daarvan op de middellange termijn’. Zijn ze onzeker over de zekerheid van de kosten van de basisbehoeften op de middellange termijn? En is dat even lang als 2024-2028? Of zijn ze bang dat die kosten gaan stijgen? Net zoals trouwens de kosten (prijzen) van werkelijk alles altijd en overal stijgen? Wat een gezeik.

Het nieuwe kabinet streeft er [...] naar om de (kinder-)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024.

Zoals al jaren het gebruik is in dit prachtige land waar we trots op kunnen zijn (volgens zin één en zin twee van dit lefhartige hoofdlijnenakkoord), lijkt ook het nieuwe, althans aanstaande kabinet meer bezorgd om de cijfers (administratie) dan om de armoede zelf, de armoede die met een enkele pennestreek wordt gecompliceerd door er ‘(kinder)armoede’ van te maken. Kinderen zijn kennelijk anders arm dan volwassenen. Maar de plannen van het kabinet in spe zijn op hoofdlijnen moedig en getuigen van lef en lopen over van de hoop: de armoede in onze sterke economie, die alleen draait op Nederlanders die hard werken of [sic] ondernemen, mag niet erger worden dan ze nu al is.

Grappig: ondernemen is iets anders dan werken, of ondernemers werken niet hard. Zo weet je het nooit. En kennelijk wordt de sterke economie van ons welvarende land helemaal niet mede gedragen door talloze fors uitgebuite arbeidsmigranten, die, zoals hierna blijkt, alleen maar een last zijn. Hoe verschillend moeten de leden van het toekomstige hoofdlijnkabinet toch de wereld zien dan ondergetekende, zelf niet meer werkende burger met twee volwassen kinderen.

Wordt vervolgd, maar niet vandaag; de maat is op heden al vol.

2.

Zekerheid op de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld voor echte zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector.

Dat staat op de derde pagina. Maar wàt staat er? Wat zijn bijvoorbeeld ‘echte zelfstandigen’ en hoe onderscheiden die zich van onechte zelfstandigen?

En natuurlijk is doen-wat-er-al-gedaan-werd ook een vorm van hoofdlijn:

Daartoe wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) voortgezet.

En er wordt nog meer  voortgezet en ‘doorgezet’; nog meer oude koek, of oude wijn in oude zakken, dus, waar ze het zogenaamd over eens zijn geworden.

Interessant wordt het wanneer er een samentrekking in de tekst sluipt in een poging die zo kort en krachtig mogelijk te houden: ‘Beperking van de omvang van en grip op alle soorten migratie naar Nederland’. Daar staat toch: ‘Beperking van de [...] grip op alle soorten migratie in Nederland’?

Nee, toch niet. Er volgt namelijk dit op:

Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.

Het kan komen doordat dit akkoord alleen hoofdlijnen bevat, maar de tekst is enerzijds in zijn gestrengheid ijzingwekkend, anderzijds wezenlijk nietszeggend, en absurd abstract ondanks de pogingen tot concretiserende metaforiek (‘concrete stappen’, ‘omvangrijkste pakket’, ‘grip’). Welke stappen, wat voor stappen, wat zit er allemaal in dat pakket behalve stappen en een regime en grip? Of wil dit akkoord alleen maar dreigend klínken terwijl de accordanten feitelijk zelf bij lange na nog niet weten hoe ze hun handen uit de bruine hemdsmouwen zouden kunnen gaan steken? Holle vaten klinken inderdaad heel hard.

Mijn oren tuiten. Schele koppijn dient zich aan. Later verder.

3.

Dan komt hoofdlijn twee aan bod voor een inhoudelijke uitwerking: ‘Grip op asiel en migratie’. De openingszin is er een van de langere soort, voor de verandering:

Nederland is een van de dichtst bevolkte landen in Europa met een fors toegenomen en aanhoudend stijgende (asiel-, arbeids-, kennis- en studie en gezins-) migratie, die hard drukt op wonen, zorg, onderwijs en financiële middelen, en op de sociale samenhang in ons land.

(er hoort nog een afbreekstreepje na ‘studie’ te staan). Versluierend of domweg fout lijkt me de keuze om opnieuw van ‘migratie’ te spreken, waar de vier accordanten waarschijnlijk ‘immigratie’ bedoelen. Het is toch van den dolle dat je die minkukels uit moet leggen hoe ze hun eigen pen in hun eigen gal moeten dopen om te omschrijven waar ze zo mordicus tegen zijn?!

Dat ze opnieuw geen enkele onderbouwing van die ‘fors toegenomen’ en ‘aanhoudend stijgende’ migratie (sic) geven, is een kenmerk van de populistische retoriek.

Dat de ‘financiële middelen’ onder druk staan, is een loos nep-argument dat niets toevoegt, omdat het geïmpliceerd is in de huns inziens bijna bezwijkende woningbouw en zorg en het instortende onderwijs.

Dat het kwartet op segregatie, exclusie en Verelendung aansturende accordanten zich zorgen zou maken over ‘de sociale samenhang in ons land’ is – om het eens in goed Nederlands te zeggen – een gotspe van de hoogste orde (Van Dale legt het gratis online uit: een ‘schaamteloos brutale opmerking of daad’). Hier worden eenvoudigweg ‘de migranten’ op het offerblok gelegd van de zondigende rancuneburger.

Vervolgens ontwikkelt ‘de huidige acute situatie’ (waarvan in dezelfde zin wordt gezegd dat die al veel langer het geval zou zijn dan alleen nu) zich na een enkele alinea al tot ‘de acute noodsituatie’. Een dergelijke verbale inflatie lijkt me opnieuw een typisch geval van even agressief klinkende als feitelijk holle populistenretoriek. Nog een alinea verder blijkt dat deze escalerende bombast nodig is als opstapje naar een toekomstige ‘tijdelijke Asielcrisiswet met crisismaatregelen om de acute asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden’.

Een crisis wordt ex nihilo de wereld in getoverd. Als er al sprake van een crisis kan zijn, heeft de Nederlandse staat die aan zichzelf te danken door al jaren lang vluchtelingen als uitschot te behandelen. De termijn van de door de accordanten verzonnen crisis (aan degene die eerder een fictieve nareis-tsunami had verzonnen, hebben ze een goede hoofdlijnfabulant), waarvoor een ‘tijdelijk Asielcrisiswet’ nodig is, wordt aanvankelijk losjes bepaald op ‘de komende tijd’. In gewone-mensentaal betekent dat: ‘eventjes’, maar in de bruine inkt waarmee deze hoofdlijnen zijn opgetekend, heeft het allicht de potentie uit te groeien tot: ‘van nu tot in de eeuwigheid’. Gek genoeg is er meteen daarna sprake van ‘voor de duur van maximaal twee jaar’. Dat is toch best wel redelijk?

In die twee jaar gaat de regering in spe ‘[o]p grond van deze Asielcrisiswet de daarin opgenomen bevoegdheden’ inzetten voor het volgende:

- Registratie af te dwingen en de behandeling van asielaanvragen op te schorten (‘asielbeslisstop’), het recht op opvang zal gedurende de opschorting gedifferentieerd worden beperkt en sterk worden versoberd.

- Mensen zonder een geldige verblijfstitel zo veel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten [hier zou vanwege de syntactische parallellie moeten staan: uit te zetten].

- Van de Huisvestingswet af te wijken door een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders op grond van het feit dat zij statushouders zijn.

Samengevat: ze gaan de verschoppelingen verder de hoek in trappen. Dat gaat de komende regering doen in dit zich fatsoenlijk noemende, reuze welvarende land van louter hard werkende en ondernemende Nederlanders.

Als ik alleen naar het laatste punt kijk... ‘statushouders’ zijn volgens informatie van de Rijksoverheid asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben, zijn geen asielzoekers meer. Ze krijgen een stempel, een nummer, een strik in het haar of een leuke badge op hun revers en... ze kunnen het verder, noodgedwongen van huis en haard, van familie en vermogen, van alles wat ze hadden verstoken, lekker zelf uitzoeken.

Gek is dat de vier malcontentencohorten het in hun kopzorglijnen hebben over het verbieden van het geven van voorrang bij de toewijzing van woningen aan statushouders. Ik las in de informatie van de Rijksoverheid evenwel:

Gemeenten beslissen zelf wat voor soort woning ze aanbieden. Het kan een zelfstandige (huur)woning zijn, een flexwoning of een gedeelde woning met meer mensen. Vaak doen gemeenten een beroep op sociale huurwoningen van woningcorporaties. Een statushouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken.

Een gemeente bepaalt zelf of mensen met een verblijfsvergunning recht hebben op voorrang bij een sociale huurwoning. Dit regelt de gemeente in een huisvestingsverordening.

Ik zie daar niet echt iets tussen staan wat je op landelijk niveau zou moeten verbieden. Verbieden suggereert dat er een misstand is, dat er iets helemaal verkeerd gaat, tegen het illegale aan. Een verbod kan mijns inziens stigmatiserend werken. Statushouders, mensen met een verblijfsvergunning worden in deze hoofdpijnlijnen in verband gebracht met iets dat verboden moet worden.

En dan noem ik nog niet wat er nog meer door de Rijksoverheid gesteld wordt, namelijk:

Als zij [namelijk: statushouders] woonruimte hebben, kunnen zij eerder integreren en meedoen in onze samenleving.

Kijk, geef ze een huis, dan kunnen die mensen met een verblijfsvergunning ook goed bijdragen aan ‘de sociale samenhang in ons land’ die anders nog erger onder druk komt te staan dan ze in de horordromen van de hoofdlijnaccordanten al staat. Waarom zou je het hun anders gunnen dat ze hier zouden verblijven? Of is juist dat het: hun wordt geen verblijf gegund? Maar dat kan niet, want ze hebben die vergunning. Maar ja, crisis, hè?! Dan kan er wel meer dat niet mag.

Jakkes, ik ben pas op pagina vier van het hoofdlijnenvod. Het is tijd voor een verfrissend ijsje. 

4.

De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen.

Een zinnetje vol quasi-vaktaal. Ik maak eruit op dat de asielketen momenteel zwak is. Waar dat uit blijkt, wordt natuurlijk weer niet meegedeeld. Alles wat duidelijk zou zijn, wordt in de hoofdpijnlijnen vermeden.

We weten allemaal dat een keten zo sterk is als zijn zwakste schakel; regie lijkt me geen schakel in welke keten dan ook. Ik leid uit de zin nochtans af dat de huidige regie momenteel niet eenduidig zou zijn. Welke vorm die regie nu heeft, wordt niet aangegeven. Alles wat duidelijk zou zijn, wordt immers in de hoofdpijnlijnen vermeden en verzwegen.

Het zinnetje laat doorschemeren dat men nog geen idee heeft in welk departement of ministerie en onder wiens of wier hoede de regie eerlang een veilig en eenduidig plekje krijgt. Gebakken lucht dus, vooralsnog. Gebakken lucht is een andere omschrijving van: bombast en holle frasen uit lege vaten.

Het woord ‘asielketen’, dat ik nog niet kende, heeft akelige connotaties in de richting van ouderwetsche gevangenschap en slavernij. Maar klaarblijkelijk ben ik niet goed geïnformeerd; in een kamerstuk uit 2023 komt het woord ook al voor, naast het mij evenmin bekende ‘migratieketen’.

Staat er, nog steeds op pagina 4, eerst dit:

In deze Asielcrisiswet worden waar mogelijk eerste stappen voor structurele maatregelen al getroffen, zoals versterking van grenscontroles en -bewaking, waaronder aanscherping van mobiel toezicht veiligheid (mtv) [...]

daarna staat er dit:

het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid

terwijl die Asielcrisiswet maar een reikwijdte van twee jaar zou hebben, en dus niet structureel zou zijn. Wat er met de linkerhand wordt gegeven, wordt met de rechterhand weer teruggegrist. Daaraan herkennen we de bende van vier accordanten weer. Op dezelfde pagina, maar in een ander item van een opsomming, staat het nog een keer:

Structureel intensiveren in mobiel toezicht veiligheid

Wat het precies inhoudt, blijft een beetje erg in het vage en duistere luchtledige hangen, zoals in deze voddentekst gebruikelijk is.

Tussen haakjes wordt er, zonder omslag van woorden, jegens asielzoekende mensen een ‘beperking rechtsbijstand’ opgevoerd. Alsof dat zomaar kan, selectieve beknotting van de rechtsbijstand.

Deze vierde pagina is een goudmijn voor mensen die een ernstig gebrek hebben aan vreemdelingenhaat. Want zie eens wat de bende van vier accordanten nog meer wil, in een hoofdlijn:

Irreguliere migranten [...] direct terugsturen naar Duitsland en België, onder meer bij het ontbreken van een geldig identiteitsbewijs.

Daar is weer het reactionaire glijmiddel voor juridische onwelvoeglijkheden: subtiele differentiatie. Naast ‘migranten’ zijn er ook ‘irreguliere migranten’. Men moet niet vergeten dat het hier onder meer gaat over mensen die genocide en oorlogsgeweld ontvluchten. Zij moeten allemaal netjes een identiteitsbewijs bij zich hebben. Ik zie, als ik zelfs maar met een half ook naar journaals en berichten op Instagram kijk, mensen die hun huis uit gebombardeerd worden, ik zie mensen in gammele bootjes vluchten over enorme zeeën. Ze hebben geen luis meer om dood te drukken, geen scherf om hun kont te krabben, geen reddingsvest om zich aan vast te klampen, maar ze moeten wel een waterdicht mapje met hun identiteitsbewijs bij zich hebben om dat aan de welvarende Nederlandse grens te laten zien.

Hoe hatelijk wil je het hebben?

5.

Nog steeds pagina vier van het hoofdlijnenakkoord van de malafide, wederrechtsstatelijke bende van vier:

Nederland is op dit moment te aantrekkelijk voor asielzoekers; de inwilligingspercentages moeten van boven naar onder het Europees gemiddelde, onder meer door bewijslastomkering, zodat het niet aan de IND is om te bewijzen dat iemand geen recht heeft om hier te verblijven.

Nederland te aantrekkelijk? Ik heb het tergende, onterende, ontzielende heen en weer sturen door het te aantrekkelijke Nederland van twee Syrische vluchtelingen (een tandtechnicus en een IT’er van nog geen dertig jaar oud) van nabij mee kunnen maken; in het ene AZC mochten ze nog minder dan ze in het volgende konden; steeds weer moesten ze ergens anders op weer een ander onderdeeltje wachten van de ‘behandeling’ van hun ‘zaak’; ze waren meer nummer dan mens, en het verbaast me nog steeds dat ze niet gek zijn geworden van de hun opgelegde verveling; opgelegd, want zij zelf wilden graag Nederlands leren, wilden graag verder studeren, wilden tegelijk graag al gaan werken. Mocht en kon allemaal niet, want er moest nog dit en het was nog wacht op dat.

Mijn hemel, wat is het toch aantrekkelijk daar in die AZC’s. 

Ja hoor, daar zijn ze: de ‘percentages’, het ‘gemiddelde’: het gaat over cijfers, over de administratie, niet over mensen, niet over de werkelijkheid. De kaart, niet het gebied, dichtte ooit iemand in een heel andere context.

En daar is, naast de beperking van de rechtsbijstand, ook de selectieve ‘bewijslastomkering’. Hoe zat dat toch ook al weer met Artikel 1 van de welvarend Nederlandse Grondwet?

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Tegelijkertijd worden er maatregelen voorzien die welvarend Nederland veel te aantrekkelijk maken voor alleenstaande vluchtelingen en vluchtelingenparen zonder kinderen:

forse beperking na-reizigers, inclusief beperking tot het zogenaamde kerngezin met kinderen tot 18 jaar en langere termijnen voordat zulks überhaupt mogelijk is.

 Alweer in strijd met artikel 1 van de grondwet, lijkt mij dit lugubere, selectieve voornemen:

Er komt voor asiel beroep bij één rechterlijke instantie zonder hoger beroep.

 En dan:

Asielvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft

Allemachtig. Die vergunning kan een vluchteling kan je pas aanvragen als die hier al vijf (5) jaar met een tijdelijke vergunning verblijft. Dan zou die dus alsnog in bestaans- en verblijfsonzekerheid verder rond moeten zien te lummelen in dit te aantrekkelijke Nederland?

En de emmer is nog niet vol, nog lang niet:

Opvang kansarme asielzoekers op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime; de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd.

Naast de ‘irreguliere migranten’ onderscheidt de bende ook nog subtiel de ‘kansarme asielzoekers’. Zij mogen in een soort concentratiekamp plaatsnemen, alvorens ze gedeporteerd worden.

En voort gaat het met glibberig taalgebruik:

De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt en bij herhaalde asielaanvragen maximaal versoberd.

Iets ‘zo veel mogelijk beperken’ is een bedekte, alternatieve formulering van: ‘opheffen’. ‘Maximaal versoberen’ betekent: ‘tot op het dorre bot ontzielen’. 

Let wel, al deze aalgladde, rottende stankretoriek betreft maatregelen die alleen en specifiek van toepassing zouden kunnen worden op uit gewelds- en oorlogsnood van huis gevluchte mensen die hier graag alsnog of opnieuw een normaal, fatsoenlijk bestaan willen proberen op te bouwen. Die mensen worden in dit strontlijnenakkoord moedwillig en stelselmatig in de buitenwettelijke bagger gezet en het al te aantrekkelijke land uit gekotst.

Ik trek het niet verder. De overige 22 pagina’s lees ik stilletjes en jankend in een hoekje.

P.S.

Naar aanleiding van wat ik zag en hoorde in het debat over het baggerlijnenakkoord, bladerde ik zoëven toch nog eens door die ranzige tekst en struikelde, op de derde pagina, over deze zin, als het al een zin mag heten:

Het hele asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom gericht en maximaal teruggedrongen met een breed pakket maatregelen zodat een oplossing wordt geboden voor de huidige acute situatie, met plek voor wie hier echt mag blijven en draagvlak te behouden.

Allereerst valt de overdaad aan intensiveerders weer op: ‘hele’, ‘gericht’, ‘maximaal’, ‘breed’, ‘acute’ en ‘echt’. De schrijver van dit vod zou, indien toegelaten tot een dorpsfanfare, met de bombardon rondlopen. Laat je de rommel weg, houd je nog steeds iets ranzigs over, dus kuisen helpt niet, wat eens te meer duidelijk maakt hoeveel overbodige poeha er wordt gemaakt:

Het asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom teruggedrongen met maatregelen zodat een oplossing wordt geboden voor de huidige situatie, met plek voor wie hier mag blijven en draagvlak te behouden.

Me dunkt dat het terugdringen van de instroom van asielzoekers en andere immigranten al een maatregel zou zijn of anders wel het resultaat van een maatregel zou kunnen zijn. Maar door de boel ingewikkeld te splitsen en er een soort opsomming van te bakken, klinkt het allemaal extra daadkrachtig.

De vraag is waarom er geen probleem wordt genoemd dat hiermee opgelost zou worden. Er is slechts sprake van een situatie, een situatie die huidig is en acuut is. Dat ‘huidig’ is pure ruis, maar ‘acuut’ is vuile ruis, want afgaand op de gratis Van Dale wordt dat woord vooral gebruikt met betrekking tot ziekten:

(van ziekten) plotseling (optredend) (tegenstelling: chronisch (1)): acute blindedarmontsteking met snel verloop en hevige klachten

Ik zou daarnaast toch denken dat ‘de situatie’ al wat langer het geval is. Gemiste kans voor de bende van vier om de asiel- en migratieproblematiek als een chronische nationale ziekte neer te zetten. Dan had men in één keer duidelijker kunnen impliceren dat die asielzoekers en migranten ziektekiemen zijn; een metafoor met een roemruchte geschiedenis.

Inmiddels blijft de vraag waar het aan de zin bungelende, syntactisch blinde darmpje, namelijk ‘met plek voor wie hier mag blijven en draagvlak te behouden’ een bepaling bij is en wat de samenhang is tussen het deel ‘met plek voor wie hier mag blijven’ en het deel ‘draagvlak te behouden’. Er kan veel met AI, maar er wordt ook veel onzin mee gegenereerd.

Terwijl de vuige bende van vier asociale brokkenpiloten een tekst de wereld in slingert die overloopt van het buitenissige en overbodige lawaai, probeert ze anderen monddood te maken in een kort zinnetje dat onderaan pagina zes staat, nog steeds in de paragraaf over de tweede hoofdlijn, ‘Grip op asiel en migratie’:

Er komt regulering van versterkte gebedsoproepen.

Klinkt als een algemene maatregel. Klinkt bijna vriendelijk met dat ‘regulering’; trotse en hoopvolle  Nederlandse lefgozers en -meiden zijn immers dol op fijnmazige wetjes en regeltjes, hoe meer, des te beter. Het woord ‘regulering’ staat niet in de gratis Van Dale (vooruitlopend op de btw-verhoging op boeken en andere cultuurgoederen, moet ik de papieren versie toch maar snel gaan heraanschaffen) maar het zal iets betekenen als: ‘regelgeving’, ‘onderwerping aan regels’.

Ik wist echter niet dat er iets mis is met de huidige (ha ha, ik kan het ook) versterkte gebedsoproepen. Het zijn toch doorgaans misstanden, die om regulering vragen? Maar websurfend zag ik verschillende bronnen die als eerste betekenis van ‘regulering’ noemen: ‘matiging’.

Het moet zeker zachter? Maar ja, dan werkt zo’n oproep niet meer effectief, zeker niet in een rumoerige stad. Het is dan ook overduidelijk geen algemene maatregel, maar een voorbeeld van enigszins sluw verpakt, uiterst onvriendelijk, haatdragend specifiek moslims-treiteren. Het heeft niets te maken met de huidige asielsituatie, niets met acute migratie, niets met grip, niets met lef, niets met hoop en al helemaal niets met zelfs maar de schijn van trots.

Hoe verder ik lees, hoe meer ik kots van het strontlijnenakkoord.

Dit bericht kreeg een tweede leven op Neerlandistiek.nl, het online tijdschrift voor taal- en letterkunde.