... en: Tijd slijt, alsmede: Rust roest, staat er op de toren van de voormalige Kromhoutkazerne. Op dat terrein, door het UCU (University College Utrecht) in gebruik tegenwoordig, geef ik dit blok (UU (Universiteit Utrecht)-jargon voor: eerste onderwijsperiode) college S&P (Schrijven en Presenteren) aan studenten TCS (Taal- en cultuurstudies), daarbij vrij zwevend scherend over de onderzoeksterreinen van de mediastudies, (historische)letterkunde, taalkunde, communicatiekunde, geschiedkunde en kunstgeschiedkunde. Het is een verrijkende ervaring om je goeie ouwe eigen vakje weer eens in de context van al die andere disciplines te beschouwen. Wat een skala binnen de humaniora.
Maar er blijft wel weinig tijd over om wat anders te lezen. Ik probeer tussen de bedrijven zowel Falling Man van Don DeLillo te lezen, voor de leesclub Transitie, als de Nederlandse vertaling van Eliots The Waste Land, die ik kortelings zomaar van collega Van der Poel ten geschenke kreeg. Ik had al wel Eliots Selected Poems (1951, reprint van 1948, een zeer kwetsbaar Penguinnetje van 'One shilling and sixpence' zoals er voorop staat), en zijn Collected Poems 1909-1962 (een Faber and Faber-pocket uit 1985, reprint van 1963), alsmede een tweetalige Ambo-pocket Gedichten; keuze uit zijn poëzie met commentaren samengesteld door W. Bronzwaer, uit 1983. Kennelijk werd dat niet af- of voldoende beoordeeld.
Het moet gezegd: die vertaling van Claes ziet er puik uit: 'April is de grimmigste maand, hij wekt / Seringen uit het dode land, vermengt [...]' (al begreep ik die van Theo van Baaren ook wel: 'Wreedste der maanden is April, drijvend / Seringen uit dood land, mengend [...]'). En ook het boek is een erg mooi ding. Zij het ook enigszins disharmonieus: beslaat de gehele tekst van het gedicht, inclusief titel, opdracht en noten, alles in twee talen, 48 bladzijden, het boek telt er in totaal 223. Veel ruimte dus voor Claes' commentaar. Maar Claes' monomane commentaar, dat volledig op zijn ene, grote, interpretatieve vondst is gericht, heeft her en der ronduit komieke trekjes. Volslagen tunnelvisie, zij het dan ook een erodiete tunnelvisie.
Vreemd is het te merken dat anno 1922 de wereld zeer desolaat en gefragmenteerd werd gezien door Eliot, en anno nu, door DeLillo niet minder Het zijn geen van beide vrolijke boeken, maar wel indringende, verwarrende en mooie teksten. Een personage van DeLillo zegt ergens in het begin: 'God used to be an urban Jew. He's back in the dessert now.' Poëzie, zou ik zeggen. Ik ga er meer tijd voor vrijmaken, voor ze verder slijt.
woensdag, september 26, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Officieus erkend mis-typist die ik ben, zie ik pas post factum de typefout. In derde instantie vind ik de verhaspeling 'erodiet' zo Freudiaans dat zelfs Claes er in deze context wel de zin van zal inzien, en laat haar ongemoeid.
Het torentje bij de hoofdingang van de voormalige Kromhoutkazerne heeft vier zijden, alle voorzien van een spreuk. De vierde, die vaak door taalkundig minder fijn besnaarden als fout wordt bestempeld, is "Beidt uw tijd".
Niet dat 't echt belangrijk is, maar mogelijk vindt u het toch de moeite van het weten waard?
Een reactie posten