donderdag, januari 14, 2010

Bittere groet

Foto WFA, geleend van NRC-site hiervoor genoemdNRC denkt met u mee. Woensdag 13 januari al stond er, aangekondigd op de frontpagina, op pagina 9 in een kadertje, voorzien van een logo, een strijdbaar gedicht van Rasey - Dichter des Vaderlands - Nasr in NRC-Handelsblad; een reactie op het vijfhonderd bladzijden dikke rapport van de commissie Davids, dat een dag eerder was verschenen, en op de wegwerpontvangst van dat rapport, die de zich noemende premier van Nederland binnen vijf uur al durfde te openbaren. Zelden zo'n grof stuk gedraai, gehuichel en gelieg gezien, en dan bedoel ik de monoloog van MP JP. Da's niet helemaal waar: de man kletst zich voortdurend in en uit allerlei onverkwikkelijkheden, en komt er steeds mee weg. Voor wie hyperlinkmoe is, hier het gedicht:

Nieuwjaarsgroet

Zo JP, hoe voelt het om te liegen
en dan te moeten zien dat het gedrukt staat?
Hoe voelt dat, om als christen-democraat
de zijde van Herodes te verkiezen

en honderdduizend kinderen te doden
omwille van één koning? Volkenrecht?
Ik ken een land dat dozen resoluties
juist dankzij ons al jaren naast zich neerlegt.

Ziehier onze premier, hij leest de krant
en denkt: laat ze maar lullen, mijn geweten
is zuiver. En geen koren zonder kaf.

’t Is goed te liegen voor het vaderland.
De beste wensen nog van alle Irakezen
massaal vernietigd en bevrijd in ’t graf.


Op tv hoorde ik meneer Pauw, zijn wenkbrauwen tot ver achter zijn krullenbos opgetrokken, vragen: 'Maar mag u dat allemaal maar zo schrijven in de krant?'

Leve de slijpsteen voor de geest, en Ramsey Nasr. Zo snel, zo fel, en to the point een scherpe tekst, in de trant van Boudewijn de Groots 'Welterusten, meneer de president'; waarmee JP meteen in een lekker licht komt te staan.

Ook prettig is dat Nasr niet een naar vorm schijnbaar eigenzinnig gedicht heeft geschreven, zoals dat prachtige 'Psalm voor een afkomst' (waarvan de vorm erg goed op het onderwerp en de locatie is toegesneden), maar een bijna oerdegelijk, zelfs in Capelle als zodanig herkenbaar sonnet, in de ergste angstaanjagende traditie van de slechtste der dichters des vaderlands, met dit belangrijke verschil dat Nasrs gedicht wel ergens over gaat, wel een duidelijke mening ventileert over een duidelijke actualiteit, gekoppeld aan een al jaren lang slepend staats-, volkeren- en ik weet niet wat voor -rechtelijk conflict in het Midden-Oosten.

Geen opmerkingen: