zondag, januari 23, 2011
Liever geen Halbe maatregelen
Op de ministeriële profielpagina van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap staat: 'Studeren is investeren in jezelf.' Hoe cynisch een zakelijke tekst toch kan blijken te zijn, want hier staat in andere woorden: zoek het zelf maar uit, student.
woensdag, januari 19, 2011
Diep-duinwaterblauw
Deze licht-neologistische kleuraanduiding heeft betrekking op de inhoud van die schitterende fles 'vulpen-inkt' die ik jongstleden november heb aangeschaft bij de firma P.W. Akkerman in de Passage te Den Haag. Als de goden op de Olympus de schrijfkunst machtig waren, dan ken ik hun inkt. En hoewel veel in de omgeving neigt en mij dringt naar digitalisering - aan te leveren kopij, te corrigeren nota's en eindwerkstukken, samen te stellen readers, studiegidsen, leeromgevingen, dagboekachtige notities niet te vergeten, correspondentie - blijf ik zoeken naar smoezen en aanleidingen om - na precies het voor die specifieke gelegenheid geschikte papier gevonden te hebben - de dop van de Pelikan te kunnen schroeven. Soms noteer ik dan inderdaad slechts onzin als deze.
maandag, januari 17, 2011
Schrijvers voor schrijvers
Vanaf vandaag, 17 januari 2011, is www.literairedebuten.nl actief, waar alle Nederlandse literaire fictiedebuten de nodige aandacht zullen krijgen.
De literaire boekenmarkt is tegenwoordig sterk gericht op bestsellers, waardoor debuten minder kans maken op een goede positionering in de schappen van de boekhandel. Ook worden zij vaak overgeslagen bij de keuze die kranten en tijdschriften maken bij de te recenseren nieuwe titels.
Om te zorgen dat boeken van nieuwe schrijvers enige aandacht krijgen, hebben schrijver Hans Vervoort en redacteur/vertaler/journalist Erik de Vries de website opgezet. Zij deden een beroep op de leden van de Vereniging van Letterkundigen om hun nieuwe collega's te hulp te komen door hun boeken te lezen en te recenseren. Er meldden zich 45 recensenten aan die pro bono de debuten (jaarlijks ca. 70) zullen bespreken.
Nieuw op recensententerrein is de mogelijkheid die de auteur krijgt om te reageren op de bespreking van zijn werk.
Voor meer informatie: info@literairedebuten.nl
[vrij naar het persbericht]
De literaire boekenmarkt is tegenwoordig sterk gericht op bestsellers, waardoor debuten minder kans maken op een goede positionering in de schappen van de boekhandel. Ook worden zij vaak overgeslagen bij de keuze die kranten en tijdschriften maken bij de te recenseren nieuwe titels.
Om te zorgen dat boeken van nieuwe schrijvers enige aandacht krijgen, hebben schrijver Hans Vervoort en redacteur/vertaler/journalist Erik de Vries de website opgezet. Zij deden een beroep op de leden van de Vereniging van Letterkundigen om hun nieuwe collega's te hulp te komen door hun boeken te lezen en te recenseren. Er meldden zich 45 recensenten aan die pro bono de debuten (jaarlijks ca. 70) zullen bespreken.
Nieuw op recensententerrein is de mogelijkheid die de auteur krijgt om te reageren op de bespreking van zijn werk.
Voor meer informatie: info@literairedebuten.nl
[vrij naar het persbericht]
vrijdag, januari 14, 2011
Mierzoet, doorzichtig en uiterst zijïg
Kom, dacht ik, laat ik ook eens over de grens lezen. Voor leesclub Transitie staat het veel geprezen essay De barbaren van Alessandro Baricco op het programma (vrijdag 11 februari 2011, 15:15 uur, Drift 21, zaal 1.08). Het oordeel over dat boek draag ik nog even in mij om. Maar achterop staat dat de auteur in 1997 internationaal doorbrak (niet als in: hernia, maar als in: door de enge landsgrenzen der belangstelling en waardering) met zijn roman Zijde en dat sindsdien al zijn romans en essays wereldwijd vertaald worden.
Zijde verscheen voor het eerst in 1996 onder de titel Seta. De eerste Nederlandstalige uitgave verscheen bij De Geus (Breda 1997); de vertaling is van Manon Smits. Onlangs kocht ik, parallel aan De barbaren, de 12e Nederlandse druk (De Geus, Breda 2008).
Het is een werkelijk prachtig boekje (nauwelijks groter dan een kwart A4), een hardcovertje met stofomslag, bevattende 120 bladzijdjes die kraakhelder zijn gezet en scherp gedrukt, met een mooie initaal aan het begin van ieder van de maar liefst 65 geornamenteerd-genummerde hoofdstukken, herstel: hoofdstukjes, want er zijn er die nog geen bladzijdje beslaan en er is er maar één dat langer is dan drie bladzijdjes (nl. vijf).
Het is een vertelling die geheel volgens allerlei regeltjes is geschreven (in de NRC van 23 juni 2000 zie ik de auteur aangeduid als: directeur van een Turijnse schrijversvakschool). En vooral niet te moeilijk. Met lekker veel herhalingen. Letterlijke. En als ik zeg: letterlijke herhalingen, dan bedoel ik ook: letterlijke herhalingen. Voor als je nog geen hekel had aan de alwetende vertelinstantie, die, denk ik, eigenlijk Alessandro Baricco heet. Want aan de eigenlijke vertelling gaat een inleidinkje vooraf, ondertekend met 'A.B.', dat aldus begint:
Het is helemaal het Bariccobarbarentoontje, van dat Ikea-proza. Je voelt je als lezer niet eens benaderd als barbaar, maar als ware je een halve culturele debiel, een halfgeletterde schoenzool. Man, vrouw, toeval, het mysterieuze Japan, de diepe oogopslag, de op de achtergrond net niet kwijnende maar oh zo trouwe, niet versagende echtgenote. En eind goed in Raffung alles goed.
Uitgeverij De Geus heeft wel een heel erg treffend plaatje op het omslag weten te zetten. Ik ken dat genre eigenlijk alleen van slappekaftboekjes van uitgeverij Harlequin en dier gelijken. Maar hier heeft zich toch werkelijk een barbaar tussen de literatoren weten te dringen, lijkt het wel.
Als blurb wordt de NRC geciteerd: 'Zijde is in diverse opzichten een mooi boek.' Vooral materieel, wat mij betreft. Maar ik zie het verkeerd. Het boek is een grootverkoper, het is verfilmd (maar kennelijk zo dat er geen spaan van over blijft) en er is een hoorspel van gemaakt. Horen, zien en lezen. Het is wachten op de game-versie. Voortaan toch maar weer de recensies lezen alvorens de aanschaf van een cultuurproduct te overwegen.
Zijde verscheen voor het eerst in 1996 onder de titel Seta. De eerste Nederlandstalige uitgave verscheen bij De Geus (Breda 1997); de vertaling is van Manon Smits. Onlangs kocht ik, parallel aan De barbaren, de 12e Nederlandse druk (De Geus, Breda 2008).
Het is een werkelijk prachtig boekje (nauwelijks groter dan een kwart A4), een hardcovertje met stofomslag, bevattende 120 bladzijdjes die kraakhelder zijn gezet en scherp gedrukt, met een mooie initaal aan het begin van ieder van de maar liefst 65 geornamenteerd-genummerde hoofdstukken, herstel: hoofdstukjes, want er zijn er die nog geen bladzijdje beslaan en er is er maar één dat langer is dan drie bladzijdjes (nl. vijf).
Het is een vertelling die geheel volgens allerlei regeltjes is geschreven (in de NRC van 23 juni 2000 zie ik de auteur aangeduid als: directeur van een Turijnse schrijversvakschool). En vooral niet te moeilijk. Met lekker veel herhalingen. Letterlijke. En als ik zeg: letterlijke herhalingen, dan bedoel ik ook: letterlijke herhalingen. Voor als je nog geen hekel had aan de alwetende vertelinstantie, die, denk ik, eigenlijk Alessandro Baricco heet. Want aan de eigenlijke vertelling gaat een inleidinkje vooraf, ondertekend met 'A.B.', dat aldus begint:
Dit is geen roman. En ook geen verhaal. Dit is een geschiedenis. Ze begint met een man die naar de andere kant van de wereld gaat, en ze eindigt met een meer dat daar maar ligt te liggen, op een winderige dag. De man heet Hervé Joncour. Hoe het meer heet is onbekend.Hij legt ook uit dat je 'zou kunnen zeggen dat het een liefdesgeschiedenis is.' En jawel: 'Er komen verlangens in voor, en pijnen, die je heel goed kent, maar je hebt er geen echte naam voor om ze mee aan te duiden.' Johee! En dan nog dit: 'Misschien is het goed om te verduidelijken [let wel: er wordt iets verduidelijkt] dat het om een negentiende-eeuwse geschiedenis gaat [alsof er achterop niet staat: 'INTERNATIONALE BESTSELLER / Zuid-Frankrijk, 1861.'] dan hoeft niemand vliegtuigen, wasmachines en psychoanalisten te verwachten. Die komen er namelijk niet in voor.'
Het is helemaal het Bariccobarbarentoontje, van dat Ikea-proza. Je voelt je als lezer niet eens benaderd als barbaar, maar als ware je een halve culturele debiel, een halfgeletterde schoenzool. Man, vrouw, toeval, het mysterieuze Japan, de diepe oogopslag, de op de achtergrond net niet kwijnende maar oh zo trouwe, niet versagende echtgenote. En eind goed in Raffung alles goed.
Uitgeverij De Geus heeft wel een heel erg treffend plaatje op het omslag weten te zetten. Ik ken dat genre eigenlijk alleen van slappekaftboekjes van uitgeverij Harlequin en dier gelijken. Maar hier heeft zich toch werkelijk een barbaar tussen de literatoren weten te dringen, lijkt het wel.
Als blurb wordt de NRC geciteerd: 'Zijde is in diverse opzichten een mooi boek.' Vooral materieel, wat mij betreft. Maar ik zie het verkeerd. Het boek is een grootverkoper, het is verfilmd (maar kennelijk zo dat er geen spaan van over blijft) en er is een hoorspel van gemaakt. Horen, zien en lezen. Het is wachten op de game-versie. Voortaan toch maar weer de recensies lezen alvorens de aanschaf van een cultuurproduct te overwegen.
maandag, januari 10, 2011
Een nieuw jaar en een nieuwe kamer
Door omstandigheden die velen niet in de hand hebben, of om Brakman - meen ik - aan te halen: door een regie van hoger hand dan de mijne is mijn oude kamer thans de flexplek van anderen en de kamer van anderen thans de flexplek van Joke, Laurens, Daan en mij. Dat 'thans' ving ergens in november 2010 al voorzichtig aan, concretiseerde meer en meer in december, ontplooide zich verder in week 1 van 2011 en wordt nog verder uitontwikkeld in deze tweede week en het is nog maar te hopen dat die camera formans zich als de gesmeerde bliksem omzet tot een camera formata want er is werk aan de winkel. Vooralsnog is het behelpen.
Er ontbreken nog wat essentialia. Gelukkig is het bureaublad elektronisch verticaal verstelbaar (nooit geweten dat ik daar nog eens behoefte aan zou krijgen).
Als alles er is - en alles, zo is ons verzekerd, zal er komen - dan krijgen we het volgende onderwerp: hoe met z'n vieren te werken aan drie bureaus en drie computers. Een deels mathematisch probleem dat ons alfabrein zal breken. Maar hoe meer zielen, hoe meer vreugd, waar een wil is, is een weg, een kat in het nauw maakt rare sprongen, het bloed kruipt, waar het niet gaan kan, honger maakt rauwe bonen zoet, de kost gaat voor de baat uit, wie dan leeft, dan zorgt, zoolang de geestdrift om de ruimten spant / een firmament van intellect en droom.
Er ontbreken nog wat essentialia. Gelukkig is het bureaublad elektronisch verticaal verstelbaar (nooit geweten dat ik daar nog eens behoefte aan zou krijgen).
Als alles er is - en alles, zo is ons verzekerd, zal er komen - dan krijgen we het volgende onderwerp: hoe met z'n vieren te werken aan drie bureaus en drie computers. Een deels mathematisch probleem dat ons alfabrein zal breken. Maar hoe meer zielen, hoe meer vreugd, waar een wil is, is een weg, een kat in het nauw maakt rare sprongen, het bloed kruipt, waar het niet gaan kan, honger maakt rauwe bonen zoet, de kost gaat voor de baat uit, wie dan leeft, dan zorgt, zoolang de geestdrift om de ruimten spant / een firmament van intellect en droom.
Abonneren op:
Posts (Atom)