Afgelopen donderdag moest ik in het Antwerpse Letterenhuis verschijnen als getuige, opgeroepen door aanklager Arjan Peters, in de zaak die hij, op instigatie van deBuren, had aangespannen tegen het Letterkundig Museum te Den Haag, dat verzuimd heeft onder veel anderen Willem Brakman op te nemen in het Pantheon der Letteren.
Zowel het pleit van Peters als mijn getuigenis waren, het spreekt vanzelf, zowel overtuigend als afdoende (zie hier), ware het niet dat er naast deze zaak nog een andere werd gevoerd, en wel die om Philip de Pillecyn in datzelfde Pantheon te bewegen. Anders dan bij een vorige gelegenheid - waarbij Annie M.G. Schmidt het won van Patricia de Martelaere - delfde de zaak-Brakman helaas het onderspit op de Vlaamse grond waar De Pillecyn zijn sporen heeft nagelaten en, andere metafoor, verdiend en waarover meer van zijn bewonderaars een weg naar het Letterenhuis gevonden hadden dan Brakmanianen.
Hierna, op 7 april aanstaande, krijgen J.A. dèr Mouw (zich ook noemende Brahman) en Herman de Coninck de mogelijkheid tot revanche op de pantheonselectiecommissie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten