woensdag, november 21, 2012

Litkritkrit - nanaijlertje

Bij nader inzien gaat dit misschien niet over literatuurkritiek, niet over de echte 'discipline', het vak der recensenten en literatuurbeschouwers, want die kanttekening over die Underwood - die eenvoudigweg klopt - is gemaakt door een zelfbenoemde onzin-twitteraar, iemand immers die zich profileert als 'onafhankelijk belangenbehartiger en niet vies van een mening. Lezer, fietser, vader, ajaxfan, nieuwsgierig, bemoeial, twijfelaar en twitter is onzin'. Geen recensent.

Even zo goed opmerkelijk dat één opmerking over een feitelijke onjuistheid (mij was het ook opgevallen dat, in de e-versie op pagina 144-145 - die schrijfmachine van Abels oer-Hollandsche grootvader, meubelmaker van beroep, misschien geen gekkenpraat mijmert, maar toch minstens voor Hebreeuwse of Arabische teksten ontworpen moet zijn, gezien de context nogal exotisch) dat dus één opmerkinkje een hele roman aan het zicht des uitgevers zou kunnen onttrekken.

Er komt dus een nieuwe druk. Had tot op heden geen advertenties gezien met 'Nu al x exemplaren verkocht!' en 'Nu al x-e druk!!'

Niet om ook de pier aan het zicht te onttrekken, maar aansluitend bij een proces dat kennelijk gaande is, een enkele aanvullende opmerkingen.

In de e-versie heeft op p. 12 'vloer delen' geen afbreekstreepje, net zoals op p. 115-116 in 'Gre goor'.

Op p. 102 staat: '"In het hoge noord'n," zei meneer Houttuyn en hij probeerde de laatste n in te slikken in een poging een noordelijk accent na te bootsen.' Die n slikken ze toch niet in, maar de sjwa ervoor? Zo staat het er ook: 'noord'n', en niet: 'noorde''.

De zin 'Hoe ze gearmd over het strand liepen achter aan de rij kinderen die langs de vloedlijn wandelde.' Ik dacht dat het 'achteraan' moest zijn officieel, en verder zou ik in dit geval voor 'wandelden' kiezen, omdat de kinderen wandelden, niet de rij.

Op p. 339 snap ik een situatie niet: 'Met een klap raakte de dalende spoorboom zijn nek. Hij boog zich nog dieper over zijn stuur en schoot er net onderdoor.' Ik kan het me met geen mogelijkheid voorstellen, hoe iemand eerst met een klap in zijn nek geslagen wordt door een nederdalende spoorboom, en dan nog dieper kan buigen en er toch net onderdoor kan rijden, op de fiets. En 't is nog gevaarlijk ook! Maar met deze opmerking ben ik de grenzen van het rijk der feitelijkheden al verre voorbij.

Geen opmerkingen: