woensdag, december 19, 2012
Voortschrijdend inzicht
donderdag, december 13, 2012
Nobody said it was easy
Maar nu dan ene Jordan Selburn die - met of zonder hulpmiddelen - verwachtingen een of andere meer of minder weke bodem in slaat of laat slaan. Ik zie dan een bezwete iSupplyer met zo'n ouderwetse kop-van-jutterige kermishamer een stel geconcretiseerde, puntige, hypertrofische verkoopverwachtingen de grond in meppen, net zo lang tot ze ver onder het maaiveld verdwenen zijn. De Amerikaanse marktonderzoeker recht na afloop grimlachend en modderbespat de stropdas. Voer voor striptekenaars.
Van die laatste beroepsgroep zou Onze taal er een in vaste dienst moeten nemen. Voor de lol, want aan de verbale uitleg van hoe een en ander in elkaar steekt, is mijns inziens niets mis.
Dat laatste kan niet van Van Dale gezegd worden. Die schrijft alleen maar: 'de bodem inslaan, vernietigen, verijdelen'. Daar schiet een Jordan Selburn niets mee op.
Of zou toch de Volkskrant-journalist die het stuk schreef over de terugval van de e-readers (13-12-2012, p. 25), verantwoordelijk zijn voor deze bijzondere wending? Kent het Engels wel een dergelijke uitdrukking? Ja, 'to dash', verbrijzelen, vermorzelen. Hmm, doe mij dan toch maar die bodem en dat onzichtbare, niet geheel vrijwillig meewerkende voorwerp, dat vat vol verwachtingen.
donderdag, december 06, 2012
Laus Bibliothecae Praefectum - II
Dat (handen uit de mouwen steken) deed ze (de UBU) altijd al, maar ik denk dat er wel iets veranderd is. Vroeger (reikwijdte: onbestemd) staken er uit die mouwen de tastbare handen der concrete bibliothecaris/bibliothecaresse, tegenwoordig zijn het de digitale webtengels van de universitair-bibliothecaire organisatie.
Gelukkigerwijze kwam ik vandaag te zitten naast 'mijn' oer-bibliothecaresse, Bertine Bouwman, thans druk doende met zaken waar ik geen weet van heb (toch wel: ze is vakspecialist Geschiedenis en Cultuur), maar ooit (vorige eeuw) dé bibliothecaresse van het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde: ze wist niet alleen waar alle boeken stonden, dacht ik toen ik studeerde, maar ook feilloos wat erin stond.
Nu, ouder, wijzer, droever, naast haar gezeten sprak ik - af en toe dwars door de officiële sprekers heen - met haar over allerlei ontwikkelingen, en in die context signaleerde zij het volgende. Opleidingen verdwijnen, geleerden vergaan, instituten worden departementen en ontdaan van hun naam; wat eerst kortweg 'De Vooys' was, werd Nederlandse taal en cultuur, en gaat dra op in het Departement Talen en communicatie. Maar de materie, de stenen, de universitaire gebouwen, die krijgen namen; (Trans II heet nu het (Willem C.) Van Unnikgebouw, om maar iets te noemen. Vooralsnog is het een Uithofeigenaardigheidje, die naamgeving, want het gedeelte van (bijna voorheen) Departement Nederlands waartoe ik behoor, heeft geen naam en als adres Trans 10, terwijl het in werkelijkheid ligt aan het Domplein, alwaar we werken aan de grenzen van het weten.
Omdat deze tekst toch al een structuur heeft die ik mijn studenten verbied toe te passen, sluit ik af met de suggestie om - zeker voor neerlandici - die Libguides om te dopen tot: Bibgids.