Zo moet De 100-jarige man [etc.] wel een waardeloos papieren flutproduct zijn (over de inhoud zeg ik niets), want het is slechts 51 (eenenvijftig) cent duurder dan de immateriële versie. Met andere woorden: zo'n 4% reductie op de prijs voor wie kiest voor het e-boek.
Kies je voor De Wertheims van Sylvia Tennenbaum (prachtige etymologische namencombi) (maar ik heb nog nooit van haar gehoord) dan levert het e-boek een voordeel van 42,84%. Kijk, daar zou ik dan eerder m'n geld aan uitgeven, als ik het boek louter zou bezien via het economische frame dat me door de advertentie op de neus wordt gezet.
Maar de ware digitale waar voor je e-geld krijg je pas met Stoner, want dat boek is digitaal maar liefst 62,45% goedkoper dan de papieren versie. In mijn geval staat daar weer tegenover dat ik het boek voordat ik op de helft was, verveeld terzijde heb gelegd; dus mijn winst zou nul geweest zijn als ik het papieren boek wel uit zou hebben gelezen, maar dat laatste geloof ik niet.
Economie en lezen hebben dus niets met elkaar te maken.
Maar wat ik me des niet tegenstaande afvraag: wat is in des boekenhemels naam de ratio achter de verhouding tussen de papieren en de digitale prijs als die in één advertentie al uiteenloopt van 4 tot ruim 62%?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten