zaterdag, augustus 19, 2017

'k Ging op reis...






en nam mee terug naar huis...

een paar, een piepklein stapeltje, boeken die ik niet kon laten liggen en die nog net in de koffer mee konden in het budgetvliegtuig.

Alleen het eerste, Post-Truth, heb ik inmiddels gelezen, en wel - in zekere zin - zeer tot mijn genoegen. Een prachtig, klein boekje met een pittig essay over... nou ja, dat is niet moeilijk te raden, al is het wel zo dat die onzin van die nep-president door D'Ancona niet als centraal gegeven wordt gezien, maar meer als een van de vele  meer of minder prominente manifestaties van een zieke  ontwikkeling die al langer gaande is (vooral het postmodernisme wijst hij, al dan niet terecht, als wortelgrond aan). Het is een kleine diagnose van een belangrijke ziekte van onze tijd. Nogal onthutsend om al de symptomen op een rijtje gepresenteerd te krijgen. D'Ancona probeert ook remedies of antistoffen aan te reiken en zegt in dat kader dat het weinig zinvol is gebleken om te reageren met louter feiten, zoals gedaan is door de tegenstanders van de Brexit; feiten alleen helpen niet, er moet een heel discours omheen geplooid worden, met een zelfde retorica. Ik zou het graag herlezen, maar heb het inmiddels uitgeleend.

Kid van Armitage, las ik, net als de rest, nog niet; 't was een inpulsaankoop waarvan ik de motivatie niet meer weet; maar ja, poëzie, hè, van een dichter met 'the ability to deal with subjects that many poets turn their backs on'.

De twee werken van Smith, een roman en een verhalenbundel, waren lustaankopen geïnspireerd door de lectuur - maanden terug al - van de waanzinnig(goed)e roman There but for the.

Solar Bones van McCormack is een roman van 223 bladzijden zonder één punt, en stond al een tijd op mijn wensenlijstje, al lijkt het me een opgave om zoiets te lezen; maar juist daarom.

Nou ja, aan het lezen van een en ander kom ik maar niet toe doordat ik, na de debuutroman van Lieke Marsman en de herlezing van die van Bregje Hofstede, ernstig verstrengeld ben geraakt (zeg je dat zo?) in de lectuur van een heel klassieke, realistische, twee generaties overspannende, 765 bladzijden dikke familie- en  tendensroman: Het zingen van de tijd, de vertaling van The Time of Our Singing (2003) van Richard Powers. IJzingwekkend om te lezen hoe weinig er anno nu veranderd is aan het diepgewortelde (Amerikaanse) racisme sinds de jaren veertig en de jaren zestig van de vorige eeuw. Extra prikkelend om nu te lezen, omdat Powers, anders dan zijn centrale personages, nogal wit is. Kon dat anno 2003 nog wel?

Geen opmerkingen: