De film Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (zie hier een klein stukje) is in essentie een ouderwets harde, Amerikaanse rot-film, met enorm veel aandacht en respect voor de claim op het stupide 'recht' van de eigenzinnige behartiging van de belangen van de egocentrische eenling (vaak romantisch aangeduid als 'the lone wolf'), respect ook voor en verering van het persoonlijk recht op geweldsuitoefening (wat in andere, beschaafdere culturen dan die door Hollywood worden uitgedragen, doorgaans depreciërend wordt aangeduid als: eigenrichting), en dus voor het schijnbaar onbetwistbare recht om over vuur- en andere moordwapens te beschikken en die, of bij gebrek daaraan de harde barre vuisten en wat dies meer zij, ook te gebruiken, 'till death do us part'.
In zekere zin is het een old-school western, dus. Maar ja, 2018 is niet old, maar new en now, en het Wilde Westen is thans in principe volkomen gedomesticeerd, zelfs in Trumpania, en ook daar ligt Missouri niet echt in het westen. Maar in films kan alles, kan alles anders.
Three Billboards Outside Ebbing, Missouri is dus gelukkig nog veel meer dan dat wat ik hierboven erover scheef. De film is onder meer: erg grappig; heel erg aangrijpend, zowel emotioneel als ethisch; en heel erg je-steeds-weer-op-het-verkeerde-been-zettend (terzijde: ik beleefde er erg veel genoegen aan dat ik door het masker van het aanvankelijk uiterst rotte personage van sheriff Willoughby - een van de grote (actantiële) vijanden van de tragische heldin Midred Hayes - steeds maar die oer-sullige kop schemeren zag van Woody uit de tv-serie Cheers).
Mooi is dat de tragedie - want dat is het, western-gewijs, ook - in gang wordt gezet door die drie gigantische billboards, waarop de getraumatiseerde Mildred krachtige teksten aanbrengt, die de lokale gemeenschap tot in haar voegen in beroering brengen. Eindelijk.
Mooi is ook dat the root of all evil - namelijk de ontwrichtende kracht van de woede - aan het licht wordt gebracht door een van de meest stupide bordkartonnen domme blondjes die er ooit op het celluloid zijn verschenen, namelijk het dierentuinmeisje met wie de gewelddadige ex van Mildred aan de haal is gegaan. Dat stereotiepe dierentuinmeisje (dat inmiddels niet meer in de dierentuin werkt, maar met rijpaarden voor gehandicapten) zegt: 'Anger just begets greater anger'. Niemand gelooft dat zij tot zo'n intellectuele prestatie in staat is, dat ze het werkwoord 'to beget' kent, laat staan dat ze het gebruikt; ze geeft ruiterlijk maar onwetend toe dat het geen wijsheid van haarzelf is; ze had het gelezen; in een boek; nou ja: op een bladwijzer in een boek.
Mooi ook is dat een positievere versie van haar boodschap door sheriff Willoughly wordt verwoord in de afscheidsbrieven die hij achterlaat voor verschillende personages, brieven die in voice-over worden voorgelezen.
Zo bezien draait de film om het conflict tussen primaire, onbezonnen onderbuiks-emotionele hardvochtigheid en secundaire, weloverwogen, in taal gevatte morele liefdadigheid.
Ja, zo soft is deze onbeschoft harde film.
P.S. 26-01-2018
In de film zit een snerpende tandarts-scène, uitmondend in geweld en weer een triomf van Mildred. Die scène deed mij onmiddellijk denken aan de vader aller tandartsscènes, namelijk die in de paranoia-thriller Marathon Man (1976). Daar denk ik wel vaker aan, als ik een tandarts zie in een film (niet in het echt; de mijne heet gewoon Bart).
Er zit een tand los in Mildreds onderkaak (ik weet even niet meer waardoor) en ze bezoekt een een uiterst onappetijtelijk vette smoelsmid, net zo'n gruwel als de priester en andere dorpelingen van Ebbing die tegen haar gekant zijn. De witgejaste bullebak stelt, als Mildred zegt dat er een tand erg wiebelt, zonder meer: 'Die moet eruit.' En pakt een boor. Mildred vraagt of hij niet eerst even moet kijken wat er loos is. De slachter werpt een blik van een kwartseconde en zegt: 'Die moet eruit.' En komt weer op de proppen met zijn boor. 'Zou je me niet even verdoven?' vraagt Mildred, die misschien Marathon Man ook gezien heeft. De slager verdooft haar onderkaak. (de eerste spanning lost gelukkig op). En pakt wederom zijn boor...
Hoe het dan verdergaat, moet je zelf maar bekijken in de bios. Maar wat ik niet snap: hoe kan je nou een tand trekken met een boor?
Ik zou zeggen: niet, dus. Dat doe je met een tangetje. Maar een tangetje, daar kan je geen geweld me uitoefenen. Hup, die boor erin. Gat, bloed, pijn!
P.S. 26-01-2018
In de film zit een snerpende tandarts-scène, uitmondend in geweld en weer een triomf van Mildred. Die scène deed mij onmiddellijk denken aan de vader aller tandartsscènes, namelijk die in de paranoia-thriller Marathon Man (1976). Daar denk ik wel vaker aan, als ik een tandarts zie in een film (niet in het echt; de mijne heet gewoon Bart).
Er zit een tand los in Mildreds onderkaak (ik weet even niet meer waardoor) en ze bezoekt een een uiterst onappetijtelijk vette smoelsmid, net zo'n gruwel als de priester en andere dorpelingen van Ebbing die tegen haar gekant zijn. De witgejaste bullebak stelt, als Mildred zegt dat er een tand erg wiebelt, zonder meer: 'Die moet eruit.' En pakt een boor. Mildred vraagt of hij niet eerst even moet kijken wat er loos is. De slachter werpt een blik van een kwartseconde en zegt: 'Die moet eruit.' En komt weer op de proppen met zijn boor. 'Zou je me niet even verdoven?' vraagt Mildred, die misschien Marathon Man ook gezien heeft. De slager verdooft haar onderkaak. (de eerste spanning lost gelukkig op). En pakt wederom zijn boor...
Hoe het dan verdergaat, moet je zelf maar bekijken in de bios. Maar wat ik niet snap: hoe kan je nou een tand trekken met een boor?
Ik zou zeggen: niet, dus. Dat doe je met een tangetje. Maar een tangetje, daar kan je geen geweld me uitoefenen. Hup, die boor erin. Gat, bloed, pijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten