Het is aan de Universiteit Utrecht, meer in het bijzonder op het departement Talen, Literatuur en Communicatie, kortweg TLC weer het seizoen voor de academische contextcursus Literary Toolbox. Daarin staat als primaire tekst de bundel Dubliners van James Joyce centraal (voor het eerst uitgegeven in 1914). Deze week ging het over het verhaal 'A Little Cloud', en over de stilistiek als invalshoek.
Dus belichtten we onder meer de omschrijving die Joyce zelf eens heeft gegeven van zijn stijl in Dubliners:
I have written it for the most part in a style of scrupulous meanness and with the conviction that he is a very bald man who dares to alter in the presentment, still more to deform, whatever he has seen and heard. I cannot do any more than this. I cannot alter what I have written.
Daarnaast of -bij moesten de studenten een artikel lezen van Roy Gottfried, die probeert om (een nieuw) licht te werpen op wat dat nou wellicht zo'n beetje inhoudt, die 'scrupulous meanness'; een klusje dat hij klaart met de inzet van heel veel vooronderstellingen, vooral aangaande wat Joyce allemaal had gelezen, wist, wilde en beoogde (alsof het concept van de 'intentional fallacy' nog uitgevonden zou moeten worden).
Gottfried lanceert allerlei speculatieve, maar mijns inziens ook prikkelende ideeën en opinies. Een ervan is dat Joyce, toen hij zijn eerste Dubliners-verhalen schreef, op verzoek van de redacteur van The Irish Homestead, de stijl probeerde te imiteren van de schrijvers van de Literary Revival, omdat de lezers van dat boerenblad daar wel bekend mee en dol op zouden zijn. Joyce zou die stijl zo goed hebben willen kopiëren dat hij haar willens en wetens tegelijkertijd belachelijk zou maken.
Deze stijl zou bestaan uit een mix van schijnbaar incompatibele componenten, zoals realistische descripties en gezwollen taal, platvloerse zaken en verheven moraal (ik denk dat ik nu de grenzen van wat nog een nauwkeurige parafrase van Gottfrieds beweringen mag heten, al wel achter me heb gelaten, maar de strekking is nagenoeg geen geweld aangedaan). Naast tegeltjeswijsheden die personages debiteren vind je in Dubliners dan ook nogal wat gezwollen, Latinistische humbug.
En ja, je zou zo ver kunnen gaan om die platheid, het vulgaire, het gemene weerspiegeld te zien in 'meanness', en het protserig Latinistische in 'scrupulous'. Gottfried kan dat laatste niet uitleggen zonder als het ware te putten uit een bron waar hij helemaal geen toegang toe heeft:
As a competent Latinist Joyce would know about the scrupula which, like the small stone that punctures the foot or the small weight that tips the scale, is the small detail which troubles the surface of the apparently placid prose within that 'mean' style.
Me dunkt dat 'scrupulous' ook (en vooral) 'nauwgezet' betekent, en dat juist doordat Joyce de Dublinese platheden zo nauwgezet weer weet te geven, zijn stijl ook 'gemeen' is, venijnig, omdat zijn realisme erdoor omslaat in spot, parodie of ironie.
't Probleem met die Latinismen is dat ze niet allemaal altijd protserig overkomen. Een woord als 'table' zal, ook door een Dublinees, niet als een oorspronkelijk Latijns woord ervaren worden, denk ik. Kwestie van gewenning, onder andere, lijkt me. Om die veronderstelde gewenning aannemelijk te maken, kan je in de British National Corpus nagaan hoe frequent een woord in het Engels wordt gebruikt. 'The British National Corpus (BNC),' moet je weten, 'is a 100 million word collection of samples of written and spoken language from a wide range of sources, designed to represent a wide cross-section of British English from the later part of the 20th century, both spoken and written.'
Vandaag kwam in het werkcollege het woord 'equipoise' ter sprake. Het komt maar eenmaal voor in 'A Little Cloud', en dat is meteen ook de enige keer dat het in heel Dubliners verschijnt. Een uniek, daardoor onbekend, wellicht ook vreemd woord. Maar het blijft leerzaam om toch ook de frequentie ervan in de BNC te checken, alsmede die van enkele synoniemen.
In de BNC heeft 'equipoise' een frequentie van 0,04 per 1.000.000 woorden. Een synoniem als 'equilibrium' heeft een frequentie van 16,86 per 1.000.000, en 'balance' zelfs een van 89,19 per miljoen woorden. Dat geeft wel aan hoe excentrisch Joyce's woordkeuze hier inderdaad is.
Het woord staat in deze zin:
The adventure of meeting Gallaher after eight years, of finding himself with Gallaher in Corless’s surrounded by lights and noise, of listening to Gallaher’s stories and of sharing for a brief space Gallaher’s vagrant and triumphant life, upset the equipoise of his sensitive nature.Het onderwerp van de zin is (relatief) lang en samengesteld, om niet te zeggen: complex ('The adventure of [1], of [2], of [3] and of [4]'). Qua lengte en samenstelling is dat onderwerp niet in evenwicht met de rest van de zin. Dat lijkt me een nauwgezette, iconische syntactische structuur.
Dat viel me vandaag pas op.