vrijdag, april 23, 2021

De zin (2)

Toevalligerwijs ben ik meteen na Ali Smiths There but for the begonnen aan een roman, die al een tijd op de stapel lag, waarin ook iemand zich terugtrekt uit het leven: Langs de rivier (2020; Am Fluß, 2014) van Esther Kinsky. Anders dan bij Smith staat bij Kinsky niet de taal mede op de voorgrond, maar de voorzichtige, genuanceerde gedachte en de herinnering. Zij maakt zinnen als deze (p. 14-15):

Na jaren had ik mezelf uit het leven geknipt dat ik in de stad had geleid, zoals je een figuurtje uit een landschaps- of groepsfoto knipt. Onthutst over de schade die ik aan de foto had aangericht en nog niet goed wetend waar het uitgeknipte stukje terecht moest komen, leidde ik een provisorisch bestaan. Ik deed dat op een plek waar ik niemand kende, waar de straatnamen, beelden, geuren en gezichten vreemd waren, in een goedkoop in elkaar geflanste woning, waar ik mijn leven een poosje wilde parkeren. 

Mooi beeld, dat jezelf (als het ware) uit een foto knippen. Vooral omdat Kinsky nauwkeurig aangeeft uit wat voor soort foto; een landschaps- of groepsfoto, wat wil zeggen: een foto met een nadrukkelijke positie ook voor omgeving, waarmee aangeduid is dat de mens niet zomaar een solitair wezen is. Mooi is ook dat meteen erna sde schade ter sprake komt die aan de foto wordt toegebracht. Maar van een ineenvloeien van verbeelding en werkelijkheid, zoals bij Smith, is geen sprake. Dat hoeft ook niet.

Maar de herhaling ‘geknipt’ - ‘knipt’ stoorde me, dus zocht ik de oorspronkelijke tekst op voor een wellicht betere vergelijking:

Ich hatte mich nach Jahren aus dem Leben, das ich in der Stadt geführt hatte, herausgeschnitten wie einen Schnipsel aus einem Landschafts- oder Gruppenfoto. Betreten über den angerichteten Schaden an dem Bild, das ich hinterlassen hatte, und ungewiss, wohin es diesen herausgeschnittenen Teil verschlagen sollte, lebte ich provisorisch. An einem Ort, wo ich niemanden in der Nachbarschaft kannte, wo mir die Straßennamen, die Ausblicke, die Gerüche und Gesichter unbekannt waren, in einer billig zurechtgezimmerten Wohnung, in der ich mein Leben vorübergehend abstellen wollte.
De ene herhaling heeft de andere vervangen: ‘herausgeschnitten’. Maar herausgeschnitten en Schnipsel’ is een subtiel verschil dat het Duits kennelijk biedt.

Als de hoofdmededeling van de eerste zin vooraan moet staan volgens de principes van de kuiergang van Seneca, zou een andere formulering beter zijn:

Ich hatte mich aus dem Leben herausgeschnitten

Maar mijn kennis van het Duits staat me in de weg bij het voortborduren... Waar zet ik nach Jahren en hoe knoop ik das ich in der Stadt geführt hatte eraan vast, en vervolgens ‘wie einen Schnipsel aus einem Landschafts- oder Gruppenfoto?

En dan de tweede zin: zie eens waar de kern toch staat...  Maar ja, je moet er ook niet aan denken dat die zin zo begon: Ich lebte provisorisch [...]. Er is geen ‘amble’ van te breien.

De derde zin is in de vertaling met een zielloos noodverband (‘Ik deed dat’) tot een volledige zin verschlimmbessert. Het middel is niet beter dan de kwaal. Kinsky had hem eenvoudig kunnen koppelen aan de voorgaande zin. In plaats van: ‘provisorisch. Am’, had er kunnen staan: ‘provisorisch am’. Dan was de kern van dat geheel (‘lebte ich provisorisch’) mooi gebed geweest in twee oeverloze bepalingen. Seneca zou zich weliswaar in zijn graf omkeren, maar Ciceros  Latinate style heeft ook bekoorlijke aspecten, zeker waar het om inbedding gaat.

De vraag is nu of hier een verschil in stijl aan het licht komt tussen twee schrijfsters, of tussen twee talen.

Geen opmerkingen: