woensdag, januari 19, 2022

Hoe zijn die knorpels daar gekomen?

De opgeroepen wereld in Adler und Engel (2001), het debuut van Juli Zeh, lijkt op de gewone, althans op een mij bekende Europese werkelijkheid, maar wijkt daar op onverwachte punten danig van af, vooral  onder invloed van het stevige drugsgebruik van de centrale focalisator, Max Cooper. Toen ik vijftig 'bladzijden' gelezen had in het Duitse E-Buch en steeds onzekerder werd of ik het verhaal wel echt begreep, heb ik ook de Nederlandse vertaling aangeschaft, geen digitale maar toch een koopje, namelijk via deBoeckenkast.boekwinkeltjes.nl; mooi exemplaar, goed ingepakt, en voorzien van een boekspecifieke bladwijzer. Ik lees wel vaker achteraf toch ook maar de vertaling van een roman, of – andersom – juist de brontekst als die in het Duits, Engels of Frans is. Dat ik onderweg al over moest stappen, was nieuw voor me.

Nog eens vijftig bladzijden verder, om precies te zijn: op bladzijde 118 van de vertaling, bootst Max met de schaduw van zijn hand een spin na, die 'ietwat onzeker' loopt, 'met tastende voorpoten, hoog oprijzende knorpels en wankelend lijf.' Ik wrijf mijn ogen uit, herlees de passage en kom tot de conclusie dat er echt 'knorpels' staat. Ik denk dat ik wel begrijp wat er beschreven wordt, wat hier wordt geschetst, en dat Max Cooper hier niet weer eens aan het hallucineren is, maar ik wil het zeker weten; ik ben niet voor niets overgestapt van het Duitse e-Buch naar de papieren Nederlandse vertaling.

Voor het gemak google ik 'knorpel', maar dat levert alleen maar de vertaling van het Duitse 'Knorpel' op: kraakbeen. Dat is niet het juiste woord op deze plaats. En dat kan toch ook niet in de brontekst staan? Inderdaad. Daar staat beschreven hoe die spin 'leicht zittrig' loopt, 'mit tastenden Vorderbeinen, hochstehenden Gelenken und schwankendem Körper.' Juist: hoog oprijzende gewrichten.

Dus Van Dale geraadpleegd (digitaal): geen treffer voor 'knorpel'. Vervolgens het WNT (ook digitaal): niets sub 'knorpel'; dat lemma bestaat niet eens; maar ik word digitaal onmiddellijk doorgestuurd naar iets meer resultaat (helaas nog steeds zo goed als niets) sub 'knorspen':

Aanm. Knorpelhuid (v. moockv. dale ) is een vert. van nhd. knorpelhaut; een vorm knorpel wordt in het Ndl. niet aangetroffen.

'Knorpelhaut' is kraakbeenvlies; daar hebben we hier niets aan.

Rest de vraag: hoe zijn die knorpels daar gekomen?

Vier bladzijden verder wordt het nog doller. Het wordt Max weer eens te veel allemaal, en hij trekt zich terug, met muziek, en denkt:

Ik zal mezelf in twee reusachtige oren veranderen die aan hun broze knorpels met elkaar zijn verbonden en als een roze vlinder op de donkerblauwe zitbank neerstrijken.

Daar staat in de brontekst tegenover:

Ich werde mich in zwei riesengroße Ohren verwandeln, die an ihren schmalen Innenknorpeln miteinander verbunden sind und sich wie ein rosa Schmetterling auf der dunkelblauen Couch niederlassen.

Helaas, Van Dale (D-N), noch Duden kennen de of het 'Innenknorpel', laat staan twee ervan ('Knorpel' zelf heeft natuurlijk geen meervoud, net zo min als 'kraakbeen').

De zoekfunctie van m'n e-boek mag gewantrouwd worden als het om meer dan vijfhonderd treffers in een tekst gaat, maar een jacht op het woord(deel) 'knorpel' levert naast deze 'Innenknorpel' nog dit op:

Sie schnieft, ich höre ein leises knorpeliges Knacken, was davon herrühren kann, dass sie sich heftig die Nase mit dem Handrücken reibt.

Ik ben dol op door proza gestrooide alliteraties, zeker als begrijpelijk zijn. 'Knorpelig' betekent volgens Van Dale D-N: 'kraakbenig' – dat had hier best gepast, in een omgeving die niet bepaald gezond is voor het neustussenschot. In de vertaling is ook de alliteratie verdwenen, maar dat verlies wordt gecompenseerd door enkele nieuwe assonanties:

Ze maakt een snuivend geluid, ik hoor iets zacht knakken, het komt doordat ze met haar handrug stevig over haar neus wrijft.

Waar zijn nu die knorpels gebleven?


De Nederlandse vertaling, Adelaars en engelen, in 2002 uitgegeven door Van Gennep, werd gemaakt door Gerda Meijerink (1939-2015).


Post scriptum de dato 26 januari 2022

Inmiddels begin ik me een beetje zorgen te maken over de redactie van de vertaling. Een frase als 'Zijn hoofd voelt zich tussen mijn handen aan als een grote vrucht' (p. 235) kan een vergissing van de vertaalster zijn geweest. De brontekst luidt: 'Sein Kopf fühlt sich zwischen meine Händen an wie eine große Frucht', en dat is wel correct Duits, voor zover ik dat kan beoordelen; maar 'zich aanvoelen als' is in het Nederlands in deze zin ongrammaticaal. Een goede redacteur had zo'n uitglijder glad moeten strijken.

Maar of er grondig geredigeerd is, staat nog te bezien. Lees de openingszin van hoofdstuk '18 Halfslaap' (p. 185): 

Het ding is nog verpakt in doorzichtig folie en ze houdt het in haar armen als een langs de rivier gevonden welp die haar moeder vast en zeker meteen het weer op straat zal zetten. 

Het lastige is wel dat hier weer gefocaliseerd wordt door die doorgesnoven jurist en dat het hoofdstuk keihard in medias res begint, waardoor het even doorlezen vergt voor de situatie wat helderder wordt. Maar zoals het hier is opgeschreven, gaat er echt meer fout dan nodig is. De bron zegt:

Das Ding ist noch in durchsichtige Folie gehüllt, und sie trägt es im Arm wie einen am Fluss gefundenen Welpen, den die Mutter mit Sicherheit im nächsten Moment aus dem Haus werfen wird.

Nog wat bonter is het eerder, op pagina 167:

Ik haal uit, gooi de dode muis in de zakdoek in de struiken achter de kastanje en wrijf mijn handen af aan de boxerschort terwijl ik met mijn andere hand het gat weer dichtmaakt.

En ja, ik heb dit citaat driewerf gecontroleerd: er staat boxerschort en terwijl ik [...] dichtmaakt. Op p. 279 staat wel 'boxershorts'. Maar daarnaast lijkt het me onmogelijk om je handen af te wrijven terwijl je met je andere hand een gat dichtmaakt. Dan moet je dus drie handen hebben. En waarom zou je twee handen afvegen aan je onderbroek als je die dode muis maar met een hand hebt opgepakt en weggegooid?

Zeh noteert dat zo dat het anatomisch bezien meer voor de hand ligt:

Ich hole aus, schludere die tote Maus im Taschentuch in das Gebüsch hinter der kastanie und reibe mir die Hand an den Boxershorts ab, wärend ich mit den anderen das Loch wieder zuschaufele.

Eerder in deze scène staat beschreven dat Max de dode muis in zijn linkerhand houdt en met zijn rechterhand een grafje voor het diertje delft. Van zijn goede bedoeling komt weer eens weinig terecht.


Post post scriptum de dato 1 februari 2022

Op p. 247 staat 'buur' in plaats van 'buurt'.

252: - 'een portiek waarvan ik weet dat die betegeld is en koel'.

        - 'voorgebracht'

260: 'in mijn broekzak kneep ik in het papieren zakdoekje met de kleine bloedvlekjes erop. Het werd vochtig in mijn zweethanden en begon uiteen te vallen.' De vermenging van enkel- en meervoud staat niet in de bron: 'In der Hosentasche presste ich das Papiertaschentuch mit den kleinen Blutflecken darauf. Es wurde feucht vom Schweiß meiner Handfläche und begann zu bröseln.' 

278: 'zoals je je normaal 's avonds moe voelt en je er al op verheugd te gaan slapen'.

282: 'nou goed dan, zei hij toen, dan gaan ik nu naar huis en sluit me op.' Twijfelgeval, omdat het personagetekst is... inderdaad: 'dann sagte er, guat, i geh jezt haam', wat aangeeft dat het dialect in de brontekst veel sterker is dan in de vertaling. En dat geldt voor heel de platte bijdrage van Erwin, de wat wereldvreemde, betrekkelijk perfide, Weense kunstenaar, aan een uitgebreide dialoog met Max.

284: - 'de enorme klap komt aan- en afzwellend van de wanden terug.' In de bron staat: 'der dröhnende Schlag kommt an- und abschwellend von den Wänden zurück.' Maar 'abschwellen' staat gewoon in het Duitse woordenboek, 'afzwellen' niet in de Dikke Van Dale.

        - 'Het plastic mengsel roer ik zelf' luidt in de bron: 'Den Plastikgatsch rühr i mir selber.' Weer gaat de platte spreektaal in de vertaling naar de gallemiezen. 'Gatsch' is volgens Wikipedia 'eine österreichische, mundartliche Bezeichnung für Schlamm'. Maar ik struikelde over de spatie.

288: Over een vrieskist: 'en verder past er een paar ton coke in.' In de bron staat: 'und ansonsten passen ein paar Zentner Stoff rein.' Volgens Duden is een 'Zentner' een maateenheid van vijftig, of – in het Oostenrijks (daar heb je 't weer) en Zwitsers – honderd kilo; een ton staat voor duizend kilo...

293: 'in verband met de auto, waaraan ik iedere dag mijn scheenbeen aan de bumper stoot'. Oorspronkelijk staat het er wat beter: 'wegen des Autos, an dessen Stoßstange ich mir täglich die Schienbeine stoße'.

294: - 'Voor het geval ze inderdaad weg is, heb ik een probleem.' De brontekst is: 'Falls sie tatsächlich weg ist, habe ich ein Problem.' 'Falls' zou hier toch beter vertaald kunnen worden met 'indien' of 'als' of 'in het geval dat', dacht ik. 

        - 'Zijn sikje schiet me te binnen, dat is er ook niet meer.' Dat is onbedoeld en ongewenst komisch. Ook in de bron ontbreekt de komma na het sikje, die de uiting minder problematisch zou maken: 'Sein Ziegenbart[,] fällt mir ein, der is auch nicht mehr da.'

        - 'voordat Clara weer opduikt van ergens vandaan'?

301: 'uit alle hoeken staart Jörg Haiders visage me aan'. Me dunkt dat het Duitse 'Visage' beter omgezet kan worden met 'smoel', 'tronie' of 'facie', zoals Van Dale D-N suggereert.

319: 'in naamloze verbazing' zou, denk ik, 'in nameloze (onnoemelijke, onuitsprekelijke) verbazing' moeten zijn ('in namenlosem Erstaunen').

335: 'ik geloof dat de klap ons allebei in gelijke mate bedwelmd'.

349: 'En als dat niet gebeurd? vroeg ik.'

351: 'Als de snijwondjes zijn opgedroogd was ik Clara's hoofd nog een keer, bet het met een punt van mijn shirt droog'. Droogbetten? Antoniem: natdeppen?

370: 'Zo kunnen we weer overnieuw beginnen, zegt Ross ten slotte.' Dat is in het Duits van Zeh bepaald minder pleonastisch: 'So kommen wir wieder zum Anfang zurück, sagt Ross schließlich.' Dan zijn we weer terug bij af.

Maar als dan op bladzijde 279 iemands gezicht, dat er niet al te florissant uitziet, wordt omschreven als 'versleten en slordig opgehangen tussen haar oren' zeur je niet meer over die reeks uitglijdertjes, toch? Oftewel: 'verbraucht und schlecht aufgehängt zwischen den Ohren.' Prachtig.

Of een formulering die de lezer wederom drukt op de structureel benepen focalisatie van de rechtsgeleerde sneeuwsnuiver: 'Hem zie ik pas als ik me langs de Ascona heb gewurmd'. Aanvankelijk weet je helemaal niet wie met 'hem' wordt bedoeld. 'Ihn sehe ich erst, als ich mich schon am Ascona vorbeigedrängt habe.'

maandag, januari 17, 2022

Lelijk en mooi


Ik ken mensen die de volgende zinsconstructie lelijk vinden:

Lang en zenuwachtig, met een vooruitstekende adamsappel, is deze predikant in opleiding het afgelopen jaar vrijwel totaal van zijn geloof gevallen, zonder dat iemand ervan weet.

Ik behoor zelf ook tot die mensen. De vooropgeplaatste beknopte, elliptische bijzin lijkt mijns inziens op een bijwoordelijke bepaling, maar heeft niets van doen met de (kern van de) mededeling die erop volgt in de hoofdzin, en al helemaal niet met het gezegde, dat er direct op volgt (is [...] gevallen). Ze zegt alleen maar iets over het onderwerp, 'deze predikant in opleiding', en zou dus beter als een gewone bijvoeglijke bepaling daarbij in de buurt kunnen staan. Vind ik. Ik denk dat het een oorspronkelijk Engelse constructie is.

Toevallig komt dit citaat uit de Nederlandse vertaling van The Promise van Damon Galgut. De oorspronkelijke versie luidt:

Tall and nervous, with a pronounced Adam's apple, this trainee minister, over the past year, unbeknownst to anybody, has almost completely lost his faith.

Dan vind ik die constructie nog steeds niet mooi, maar de vertaling ervan lijkt me desniettegenstaande wel in orde. Jammer vind ik dat de ouderwets aandoende, prachtige frase 'unbeknownst to anybody' niet in z'n archaïsche staat is overgezet; de verplaatsing lijkt me een terechte knieval aan de structuur van de Nederlandse zin: wij kunnen niet eindeloos bepalingen achter elkaar blijven plakken. Maar iets als de volgende optie lijkt me wel verdedigbaar:

Deze predikant in opleiding, lang en zenuwachtig, met een vooruitstekende adamsappel, is het afgelopen jaar vrijwel totaal van zijn geloof gevallen, zonder dat iemand ervan weet.

Veel zwaarder kan het niet, denk ik. De volgende zin lijkt me over de top:

Deze predikant in opleiding, lang en zenuwachtig, met een vooruitstekende adamsappel, is, terwijl niemand het opmerkte, het afgelopen jaar vrijwel totaal van zijn geloof gevallen.

Wat hoe dan ook in de vertalingen ontbreekt, is die Engelse eindsprint, die wonderlijke slotwoordgroep: 'has almost completely lost his faith', waarin de drie laatste lettergrepen tevens een soort uitroeptekens zijn. Ik wist trouwens niet dat je ook onvolledig van je geloof kon vallen. Die gedachte en formulering: de kracht van Galgut.

Overigens is het bovenstaande niet bedoeld als kritiek op de vertaler van de roman, Rob van der Veer. Ik heb zijn vertaling tweemaal achtereen met ademloze aandacht en veel genoegen gelezen. Op een plaats noteerde ik zelfs in de marge (e-books hebben een heerlijke notitiemarge): 'Benieuwd of het origineel de vertaling evenaart.' Het gaat om deze passage:

Maar hier is daar niemand getuige van, geen levende ziel, behalve de hond die op de oprit ligt en lui aan zijn testikels likt.

Eerst 'niemand', wat al heel duidelijk is, en dat dan uitwerken en versterken met: 'geen levende ziel', en daar weer na toch een tikkie terugschalen (bijna zoals in 'vrijwel totaal') met 'behalve de hond' (niet iemand, maar best wel een levende ziel), gevolgd door het klapstuk, de nabepaling vol lichte assonantie en lekkere alliteratie, plus nog eens een Latijnse referentie aan 'getuige':  

De brontekst doet er haast niet voor onder, toept er toch overheen met een dactylische drievoet:

But nobody is here to witness it, nothing stirs, except for the dog in the driveway, leisurely licking his testicles.