donderdag, juni 07, 2007

Geen roos zonder doornen

Welaan, het geletterde geheugen van Edwin Lucas heeft de reikwijdte van mijn fragmenterende letterbrein ruimschoots doen eclipseren, daarenboven mijn faunatisch onbenul in een zomers, zij het overdrachtelijk schril, daglicht gezet: die duinroos waar ik het over had, was dus een duindoorn. De enige parallel zit in het bloeiende, zowel van de plant, struik, heester, boom (wat is het), als van de dichter, aan wie ik toch in eerste instantie had gedacht (was dat per ongeluk, of zitten dit soort canonieke gegevens werkelijk ergens diep in m'n vergrijzende grijze massa tussen twee in onbruik geraakte neuronen?):


De duindoorn bloeit. De duindoorn bloeide ook daar.
Dat is al lang geleden. Al vijf jaar.

Vijf jaar. En al hun streven ging teloor
Om tot dit niets te komen. En waarvoor?

De duindoorn bloeit. De strijd heeft afgedaan.
De wereld zal ook eens verloren gaan.


Uit de bundel De nederlaag (1937), hier geciteerd naar: J.C. Bloem, Verzamelde gedichten. 7e, ongew. dr. (ed. Sötemann en Van Vliet). Amsterdam 1980, p. 159.

geleend van www.kuleuven-kortrijk.be/[...]

Geen opmerkingen: