maandag, december 24, 2007

De donkere, datumloze dagen voor Kerst...


... werden niet bepaald verlicht door de lectuur van Jeroen Brouwers' laatste minimum opus. Hoe tranentrekkend het verhaal ook is, meeslependheid is weer een kwaliteit van geheel andere orde. Spiekend naar de afloop van dit hellend vlak, las ik in de ziekenhuisscène, die sluitstuk en hoogtepunt geacht wordt te zijn van dit romanboekwerk, het volgende: 'Er zijn leidingen en slangen die uit infuuszakken aan eenpotige standaards met het lichaam zijn verbonden [...]'. (Jeroen Brouwers, Datumloze dagen, Uitgeverij Atlas, Amsterdam-Antwerpen, 2e dr., november 2007, p. 184).

Het wil me nu even niet te binnen schieten wanneer het was en in welk geschrift, maar ik meen dat decennia geleden dezelfde Brouwers zijn collega Dirk Ayelt Kooiman neersabelde, mede omdat er in een roman van hem iets werd gezegd over een eenpotige tafel, en dat Brouwers daarvan zei dat die toch wel onmiddellijk zou omvallen. Dat zal toch anno 2007 in een ziekenhuis met een standaard niet anders zijn?

Nee toch: al plusminus dertig jaar geleden, in De nieuwe revisor, nummer 250 van Tirade? Is-ie het zelf dan vergeten?

Eerder in Datumloze dagen staat dit, in een scène in 'een eetcafé': 'Hij [dit is: 'de gedienstige die de bestelling noteert'] brengt me een stapel smoezelig kapotgelezen katernen van wat, ook dat nog, De Telegraaf blijkt te zijn. Datum? Verzopen in opgedroogde spatten frituurvet.' (p. 127)

Oubolligheid troef. Krantencliché erbij ook nog. En dan een uiterst geforceerde poging om de titel van de roman er voor de duizendste maal in te jassen. En: hoe kan iets verzuipen in opgedroogd frituurvet, hoe kan iets verzuipen in spatten, hoe lees je iets smoezelig kapot, hoe kan het dat van een hele stapel katernen van een krant, die volgens het clichébeeld met ruime hoeveelheden inkt gedrukt wordt, de datum in het geheel niet meer terug te vinden zou zijn?

Geen opmerkingen: