Tot ik afgelopen maandag een kratje Affligem Tripel op mijn achterrekje aan het uitbalanceren was (dat is me toch een goed bier; ooit tegenaan gelopen op het promotiefeest van Erwin Mantingh, je weet wel, van Een monnik met een rol. Willem van Affligem, het Kopenhaagse Leven van Lutgart en de fictie van een meerdaagse voorlezing (Hilversum 2000) en heb er toen een goed gesprek over Nederlands en onderwijs bij gevoerd met René van de Kraats terwijl mijn collega Van der Poel en zijn collega Strijbos zich onder de echte medi(a)evisten ophielden). Mijn slijter Guus had dat kratje voor me besteld, want eigenlijk doet-ie alleen in van die leuk bedoelde trio-tjes: tripel en dubbel en blond; maar ik houd dus niet van dubbel. Hij moest eens weten hoe literair verantwoord dat bier is; maar wijlen prof. Guus Sötemann, ooit m'n scriptiebegeleider, wist meer van deze Guus z'n discipline, dan deze Guus van die van die andere weet; maar dit terzijde.
Sta ik daar te equilibreren, zie ik een vrachtwagentje voorbijkachelen, met achterop drie wiebelende kunstsof wc-hokjes. Ja, natuurlijk, van het merk Dixi! Had ik eigenlijk al geweten. Is dat nu ook intertextualiteit?

Geen opmerkingen:
Een reactie posten