Onlangs was de eerste bijeenkomst van de nieuwe vakjury van de Academica Debutantenprijs. Want wil je in 2011 weer een prijs kunnen uitreiken, dan moet je nu al beginnen met lezen (de prijs van 2010 moet nog worden uitgereikt). De voorlopige kandidatenlijst telt al vijfenveertig titels.
Al sinds 1995 wordt in Dordrecht jaarlijks de Debutantenprijs uitgereikt, sinds 2008 is dat de Academica Debutantenprijs, een prijs voor het beste Nederlandstalige fictiedebuut (roman of verhalen) voor volwassenen. De prijs is een stimulans voor nieuw talent. Eerdere winnaars waren onder anderen Anna Enquist, Gerbrand Bakker en Marieke van der Pol. De laatste won in 2008 met het later verfilmde boek Bruidsvlucht.
Het unieke aan de Academica Debutantenprijs is dat een vakjury en een lezersjury de uitslag bepalen. De vakjury bestaat uit literair deskundigen uit Nederland en Vlaanderen. Zij stelt uit de ingezonden debuten vijf nominaties vast. In 2009 is daarnaast voor het eerst een zogenaamde Kernjury in het leven geroepen. Deze Kernjury bestaat uit ‘reguliere’ lezers die vóór het bekendmaken van de shortlist aangeven alle vijf de boeken te willen lezen en beoordelen. Elke willekeurige lezer echter kan zijn beoordeling over één of meer boeken inzenden. Op deze wijze is het voor iedereen mogelijk om mede te bepalen wie de winnaar wordt van de Academica Debutantenprijs.
Al na één zitting kan ik, de nieuweling, zeggen dat het een zeer beschaafde jury is die op aangename wijze overlegt: Casper Markestijn (voorzitter), Marijke Arijs, Fleur Speet (ook nieuw dit jaar), Kees Snoek en ik zei de gek; het geheel wordt kundig secretarieel ondersteund door Tineke de Waard, die ook zeer goed koffie zet, taart aansnijdt en broodjes smeert.
Aardig is dat de prijs zetelt in het mooie Dordrecht, de geboortestad van Jacques Perk (al doet dat er niet toe), en niet in het automatisch met boeken verbonden Amsterdam. Dat was wel de thuishaven van een jury waar ik eerder zitting in nam, die van de Gouden Doerian, een prijs met een wat andere invalshoek, en die principieel niet werd uitgereikt aan een debutant; debuten mochten niet eens meedingen. Die jury was ook wel beschaafd, maar toch op een heel andere wijze; ze heeft bijvoorbeeld nooit taart gegeten.
Het beoordelen van debuten is een bijzondere en precaire bezigheid. Je hoeft weinig fantasie te mobiliseren om je te verbeelden hoe spannend het moet zijn voor een debutant om zijn/haar eersteling op de kortlijst te zien pronken, met vervolgens de kans een fraaie prijs te winnen: aandacht, eer en geld.
Dat het juryoordeel desalniettemin soms onbarmhartig is, althans streng, maar ronduit rechtvaardig, spreekt vanzelf. Vaak ook wordt er gediscussieerd, gepleit voor en gepleit tegen, steeds wordt er gewikt en, ja, ook gewogen. Wat er in ieder geval gelukkig niet werd gezegd: het denigrerende 'Nou, voor een debuut niet gek', want de jury neemt de debuten, elk debuut volledig serieus.
Op de foto de boeken van de tweede lichting. 2131 pagina's trans- en inspiratie. Onderop het enige boek van de eerste lichting dat ik de moeite waard vond; nee, meer nog: als dat niet op de kortlijst komt, eet ik mijn hoed op (ik hoop dan dat er taarten in hoedvorm zijn). Bovenop ligt, weegt de dummy waarin ik mijn lectuur documenteer, boeken karakteriseer, uitroepen kalligrafeer, citaten noteer en ook verzuchtingen.
Een nieuw boek lezen is al prettig. Een debuut lezen is helemaal spannend. Alles is nieuw; je verwachtingshorizon is onbezoedeld, het uitzicht helder, de hoop glanzend. En soms besluit je heel snel maar een nieuwe horizon te kiezen, op zoek naar die parel, dat goudklompje, die diamant.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten