zondag, april 28, 2013

Maak plaats, maak plaats, maak plaats.

Het jongste nummer van Opzij is gewijd aan de literatuur, wegens de Opzij-literatuurprijs, toegekend aan Manon Uphoff voor haar novelle De ochtend valt (mooie titel). Verder aandacht, zoals ook de kranten die dezer dagen gul schenken, voor een een mij onbekende jonge vrouw Meijer die een boek heeft geschreven over zichzelf, haar vreetziekte en haar vader, die wel bekend en dood is. Een alles behalve Opzijerige vorm van literatuur en/of literatuursociologie, als je het mij vraagt (maar waarom zou je dat doen).

Wel interessant is het overzicht van vijfendertig schrijfsters, jonger dan vijfendertig jaar. Daar zitten heel wat bekende en veel belovende autrices tussen. Wat ook de strekking is van de portrettengalerij. Dat tableau sluit aan bij 'Lekker ding, kan schrijven', een pittig (ships, is dit wel het goede bijvoeglijk naamwoord?) artikel van Daphne van Paassen over het glazen plafond waaronder vrouwen in de Nederlandse literatuur gebukt gaan. Van Paassen heeft gedurende een half jaar recensies in drie belangrijke kranten geturfd, en komt tot de onthutsende constatering dat slechts 27 procent van de (grote) recensies gewijd was aan boeken van vrouwen. Ongeveer slechts de helft van wat zou moeten. Ook al is het ontbreken van gegevens over de productie, het aantal uitgaven van literatuur van vrouwen en mannen, een manco van het stuk, tegen de achtergrond van dat groepsportret van jong talent is die constatering, dat feit, nogmaals, onthutsend.

Eerder dit jaar verscheen een vergelijkbare, zij het minder met cijfers onderbouwde constatering op het weblog De witte kamer. Daarop schreef ik de volgende reactie, die ik hier eenvoudig herhaal omdat ze even goed aansluit op Opzij; zo snel gaan gewenste veranderingen van de werkelijkheid nu eenmaal niet.

'In dit licht is de longlist van de Academica Literatuurprijs 2013 zo gek nog niet: zes mannen, negen vrouwen. En als ik de namen goed heb geïnterpreteerd, hebben van de aangemelde auteurs 55 mannen en 32 vrouwen de longlist niet gehaald. De in totaal 102 mededingers zijn: 61 mannen en (maar) 41 vrouwen. Maar van die 41 vrouwen haalt dan wel een heel hoog percentage, 22%, de longlist terwijl nog geen 10% van de mannelijke mededingers op de longlist terecht [is] gekomen. Voor de volledigheid: de nominatiejury 2013 bestaat uit vier mannen en één vrouw.'

Inmiddels kan ik eraan toevoegen worden dat op de shortlist van de Academica Literatuurprijs 2013 terecht zijn gekomen: twee vrouwen en maar één man. Reken zelf de percentages uit: hutsend! De twee vrouwen, Hanneke Hendrix en Shira Keller, figureren op pagina 40 en 41 in de portrettengalerij '35 onder de 35'. En terecht.

Geen opmerkingen: