Het is een beetje weggezakt, die taalbeheersing en communicatiekunde en argumentatieleer, maar als ik het goed heb, had je onder andere de persuasieve kracht van de autoriteit van de spreker. In sommige reclamecampagnes proberen ze die autoriteit uit te beelden door een malloot in een witte jas te hijsen, in het midden latend of het nu een arts of een laborant is die een wc-eend probeert aan te prijzen, of de eend zelf.
Een beter voorbeeld was de marktonderzoeker annex opiniepeiler die een energiebedrijf de lucht in stak: wat hij erover zei deed er niet toe (soundbite: ik zeg: doen, dat idee), wel dat hij iets zei. Die campagne mocht niet meer: 'De Reclame Code Commissie vindt dat de Nederlandse Energie Maatschappij de reclame met Maurice de Hond van de buis moet halen, omdat de onderzoeker volgens de commissie te gezaghebbend is om aan spotjes mee te werken' (bron: Mediacourant.nl). Sta mij toe dat ik dit niet begrijp: deze reclame mag niet omdat de argumentatie te goed werkt??!!
Van een superieure ironie - of is het energetische zelfhaat - is de revanche van de NEM (ik ben overigens bij een heel andere club; geen belang, geen strengel). In plaats van M. de H. hebben ze nu een campagne gebouwd rond...
Mij zakt de energie dan meteen in de schoenen, eh, slippers.
Moeilijk vak, die reclame. Zo lees ik, geloof ik, vanuit mijn Utrechtse perspectief die Groningse slogan helemaal verkeerd:
maandag, november 16, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten