Hoewel Tonnus Oosterhoff in Leiden werd geboren, bracht hij het overgrote deel van zijn leven door in de provincie Groningen.Volgens Van Dale wordt het onderschikkend voegwoord waar dit citaat mee begint, 'gebruikt ter inleiding van een toegevende bijzin om aan te geven dat hetgeen erop volgt niet afdoet aan het in de hoofdzin gezegde'.
Ja, nee zeg, stel je voor, dat zou er nog bij moeten komen: het blote feit dat iemand in Leiden, dus in Zuid-Holland, geboren is, zou er eens iets aan afdoen dat iemand zijn leven grotendeels in Groningen doorbrengt?!
Of bedoelt de schrijver dat iemand die het lef heeft in Leiden geboren te worden hooguit het kleinste deel van zijn leven in Groningen zou mogen doorbrengen?
Overigens suggereert de schrijver dat de totale omvang van het leven van Oosterhoff al bekend is, of zelfs dat de goede man al dood is, of dat in de sterren staat geschreven dat de tot op heden bi-provinciale bard voornemens is een klein resterend deel van zijn leven in een derde provincie - al dan niet naar keuze - door te brengen.
Bedoelt die schrijver eigenlijk wel iets te zeggen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten