woensdag, december 09, 2015

Bel, brows, bloed en rozen

Kijk, je moet even wachten, maar dan krijg je toch wat. Op pagina 130 begint de paragraaf 'Oude en nieuwe vormen van idealisme: van damesroman tot detective'. Daarin beschrijft Bel - en ik weet niet zo gauw een ouder handboek voor literatuurgeschiedenis te verzinnen dat zulks deed, laat staan zo uitvoerig - al die wat lower browed [vergeef me mijn Engels] literatuur die in die andere handboeken misschien wel even aangestipt, maar vaker alleen maar genoemd en liever nog overgeslagen wordt, maar die wel de hoofdstroom van de belangstelling van de gemiddelde lezer uitmaakte: de zogenaamde damesromans en de detectives, min of meer sussende massalectuur, het afzetpunt voor de meer verontrustende, hogere literatuur.

En ook de literatuur voor de jeugd krijgt er - gerelateerd aan de invoering van de leerplicht - zijn plekje, tot en met een van de eerste series die ik zelf vrijwel integraal las, zonder overigens in de gaten te hebben gehad dat het literatuur zou hebben kunnen wezen: de avonturen van Pietje Bell. Wat erger is: ik had, lezende in de jaren zes- en zeventig, geen idee dat Pietjes avonturen uit 1914 stamden. Je zou er bijna toe overgaan die boekjes te herlezen (maar jaren geleden heb ik, omdat mijn zoon er toen aan begon, weer eens een exemplaartje van de Bob Evers-reeks ter hand genomen, en dat is me toen niet goed bekomen; ik houd dus maar liever de vage maar goede herinnering aan meneer Bell in stand).

Een en ander zet de boel lekker in perspectief.

Geen opmerkingen: