Ter voorbereiding van een college Moderne Tijd herlas ik IJstijd van Maartje Wortel weer. Het verraste me wat ik er nog van wist, maar ook hoe anders de verhoudingen nu leken tussen de verschillende onderdelen en verhaallijnen. Het blijft hoe dan ook een goed boek (nog steeds met een klein voorbehoud wat betreft de gortdroge stijl).
Meest verrast was ik deze keer door wat me een weeffout lijkt, en die me eerder niet was opgevallen.
James Dillard leent een pen (140) en papier (141) papier van lieden in Studio/K en schrijft twee verhalen om aan de uitnodiging van zijn ongenode redactrice Monica te kunnen voldoen (pagina 83-84 onder andere). Die - wat hij noemt - "kladjes laat hij lezen aan Chuck Palahniuk, nog steeds op die locatie, waar zij veel bier verzetten. Diezelfde avond-nacht schrijft James, aangeschoten op z'n minst, op een van de gemeenschappelijke computers van het Stayokay-hostel waar hij dan verblijft (en dat "naast" Studio/K dan wel "pal om de hoek" ligt, blijkens pagina 112 respectievelijk 136) een e-mail aan Monica: "[...] ik stuur je de verhalen mee, twee stuks." (147) En heel realistisch staat er onderaan die in de roman weergegeven e-mail:
*(Hetflatgebouw.doc)
*(ZwarteKoffie.doc)
Maar nergens staat een signaal dat James die verhalen ooit heeft overgetikt; laat staan dat hij daar met zijn zatte hoofd tijd en gelegenheid voor had of kon nemen; terwijl er toch weinig menselijke handelingen zonder beschrijving blijven in deze enigszins door lethargie getekende avonturenroman; en over een eigen pc, laptop of tablet beschikt deze zich steeds weer elders vestigende vagebond vanzelfsprekend en klaarblijkelijk niet.