In de Nieuwsbrief SO&O nr. 13 - december 2016 staat een bijdrage van mijn alter ego over een stukje jargon waar SO&O mee te maken krijgt en heeft (SO&O is de afdeling Studentzaken, Onderwijs en Onderzoek van de faculteit GW van de UU).
Werk je al langer in dezelfde omgeving dan vallen ze soms niet eens meer op, het gevaar dreigt dat je ze zelf ook te pas en te onpas gebruikt. Maar er zijn woorden waarbij je als nieuwe (of ervaren) medewerker, als ze in een vergadering haast terloops worden gebruikt, een wenkbrauw optrekt. Dan is het goed om even stil te staan bij zo’n woord of term.
Waar komt het vandaan? Wie begon ermee? Wordt verondersteld dat je weet waar het over gaat en waarom eigenlijk? Is er een betere/mooiere/Nederlandse variant?
We vroegen neerlandicus Fabian Stolk ons iets te vertellen over de term interdisciplinaire hub.
Wij lezen vandaag pagina 21 van het Strategisch plan 2016-2020:
In 2020 te bereiken doelstellingen
Interdisciplinair onderzoek
In 2020 heeft elk strategisch thema een of meer interdisciplinaire ‘hubs’ ingericht. In deze hubs werken interdisciplinaire teams met nationale en internationale partners aan oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen. Een aantal van deze hubs brengt partners uit overheid, bedrijfsleven, science-based startups, maatschappelijke organisaties en de kennissector bij elkaar op de campus in (tijdelijke) projectorganisaties. Daarin staat de integratie van wetenschappelijk onderzoek, innovatie en valorisatie centraal.
Sommige bestuurderlijke woorden of woordgroepen kunnen een mens vrolijk maken in de korter wordende dagen voor kerst. ‘Interdisciplinaire hub’ is er een van. Mijn eerste associatie, misschien wat vervormd door een latinistische vooropleiding, is er namelijk een met de Marsupilami, het wonderwezen van mijn lievelingsstripper, wijlen André Franquin (1924-1997), die mijn hart in eerste instantie al had veroverd met zijn Guust Flater (alias Gaston Lagaffe). Aan het standaardwerk over de Marsupilami, de aan het dier gewijde Wikipedia-pagina, ontleen ik deze fonetische gegevens:
De gebruikelijke ‘roep’ van de [mannelijke] Marsupilami is Hoeba hoeba, die van de [vrouwelijke] Marsupilamia: Hoebi hoebi en van de kleine Marsupilami’s: Bi bi bi. Marsupilami’s kunnen ook spreken, maar dan enkel door na te zeggen wat mensen uitspreken.
Het is onder oud-gymnasiasten niet ongebruikelijk de ‘u’ in wetenschappelijke, van het Latijn afgeleide woorden als oe uit te spreken. In het geval van het morfeem ‘hub’ in de context van de Marsupilami Franquini, zoals het dier officieel heet, loopt de associatie wat betreft de fonetische details voor velen in de academische gemeenschap wellicht helaas vooral via een stupide deuntje van Dennie Christian (voor wie het aandurft: hier is de video, met geluid).
In het Strategisch plan 2016-2020 is slechts driemaal sprake van een ‘hub’, en wel in de hierboven geciteerde passage, zo leert een snelle zoektocht met ‘ctrl-f’ in de gedigitaliseerde versie van dit geschrift. De eerste keer staat het nog netjes tussen aanhalingstekens, als om aan te geven dat het gaat om een ironisch gebruikt woord of een (mogelijk) onbekende term. Het serieuze karakter van de brontekst in acht nemend, houd ik het erop dat men bedoelde aan te geven dat het een onbekend veronderstelde en voor het eerst gebruikte term betreft.
Echter: het gaat hier om een stuk interne bedrijfs-communicatie, om niet te zeggen: corporate identificational gibberish. Daarom, mogen we aannemen, wordt de term wel eenmaal tussen aanhalingstekens geplaatst, maar vervolgens toch niet uitgelegd of vertaald (vergelijk ‘science-based startups’, dat kennelijk al zo veel burgerrechten heeft verworven in de UU-communicatie dat er geen aanhalingstekens meer omheen nodig zijn). Er vindt hier door middel van een ‘ en een ’ een subtiel spel van in- en uitsluiting plaats, zoals te doen gebruikelijk in (semi-) sacrale teksten, die eigenlijk alleen bestemd zijn voor de gevoelige ogen van ware ingewijden.
Laat ik u van dienst zijn en enige uitleg geven. Voor de betekenis van ‘hub’ moet de leek te rade gaan bij Franquin, stripbiologen, Dennie Christian noch een Latijn-Nederlands-woordenboek, maar wel bij Merriam-Webster. Het woord is – wellicht in het kader van de voortschrijdende anglo-saxificatie van de UU - aan het Engels ontleend en betekent:
1: the central part of a circular object (as a wheel or propeller)
2 a: a center of activity: focal point
b: an airport or city through which an airline routes most of its traffic
c: a central device that connects multiple computers on a single network
b: an airport or city through which an airline routes most of its traffic
c: a central device that connects multiple computers on a single network
3: a steel punch from which a working die for a coin or medal is made.
We zouden ‘hub’, in de context waarin het woord hier gebruikt wordt, eenvoudig kunnen vertalen met ‘spil’, of beter nog met: ‘naaf’, of best met: ‘contactgaatje’. Ik verzin dit laatste natuurlijk niet zelf. Het staat, net als het strategisch plan, gewoon en voor iedereen toegankelijk op het internet.
In verband met de versterking van onze culturele en Nederlandstalige identiteit, en om van onze reeds ijzersterke positie in een steeds meer internationaal georiënteerde wetenschapsmarkt een roestvrijstalen positie te maken, en omdat ik aanneem dat er een wervende kracht van uitgaat, stel ik voor dat in het Strategisch plan 2020-2024 niet meer gesproken zal worden van ‘interdisciplinaire “hubs”’, maar van ‘interdisciplinaire contactgaatjes’.