De eerste druk (beter: de eerste uitgave, want de inhoud is nogal anders) heet: Een pic-nic in proza. Bloemlezing uit "De Nieuwe gids". Deze stamt uit 1893, beslaat 225 bladzijden, is uitgegeven door S.L. van Looy en H. Gerlings te Amsterdam, en is gedrukt door H.C.A. Thieme te Nijmegen (zie Google Books). Het boek zag het daglicht in twee uitvoeringen: een ingenaaide versie en een versie gebonden in een band naar een tekening van G.W. Dijsselhof (respectievelijk 2,25 en 2,90 gulden). Wie de bloemlezing heeft samengesteld, staat nergens vermeld, in het boek noch in de digitale wereldbibliothekencatalogus.
In tweede druk, die dus eigenlijk geen volgende druk is, maar een gewijzigde, want 'veel vermeerderde' uitgave, en die 393 bladzijden beslaat, is naast proza uit de Nieuwe gids ook werk opgenomen 'van de schrijvers [...] die sedert '85 toonen van dezelfde geaardheid te wezen.' Een spannende en intrigerende aanvulling c.q. verbetering, nochtans een verandering.
Dit dikke boekwerk, gedrukt bij De Erven J.J. Tijl te Zwolle (nog een argument om niet van een tweede druk te spreken), is samengesteld door een zich noemende Dr. B. Graag zou ik in het pseudoniemenboek hebben opgezocht wie zich achter deze pluimnaam zou verscholen kunnen hebben, maar dat is bij een van de verhuizingen van mijn bibliotheek in de afgelopen jaren door mij persoonlijk geschonken aan een goed doel, zo'n kastje langs de straat of een oudpapiercontainer. Internet, die veile vraagbaak, levert me niet gauw iets vertrouwenswaardigs. Op grond van enige eigen Tachtiger-expertise gokte ik op dr. H.J. Boeken als de schuilgelegen bloemlezer.
De DBNL zegt scans van deze uitgave te hebben opgenomen. Opmerkelijk is dat in die scans op de titelpagina 1899 als jaar van uitgave staat terwijl in mijn fysieke exemplaar, met overigens gelijke gegevens, duidelijk 1900 in drukinkt op het machinaal vervaardigde, gevergeerde papier staat. De DBNL heeft het boek verder opgenomen als zijnde een publicatie van Frederik van Eeden ('Frederik van Eeden, Een pic-nic in proza. 1899') terwijl er in mijn exemplaar en ook in de scans van de DBNL echt Dr. B. staat onder het 'Iets vooraf', een tekst die doorgaans geschreven is door de eindverantwoordelijke samensteller annex bloemlezer, ook wel redacteur genoemd. Een dergelijke inleiding annex verantwoording ontbreekt trouwens in de eerste druk/uitgave. Ik denk dat er een DBNL'er heeft zitten slapen, want in de eerder al genoemde digicatalogus staat alleen maar aangegeven dat het boek bijdragen bevat van de volgende auteurs... en dan volgt, om mij onbekende redenen, alleen de naam van wie de Tachtigers soms vriendelijk Fré noemden en van wie een bijdrage deze literaire tuil opent. Van Eeden is dus wel één van de auteurs van wie werk is opgenomen, maar hij is niet de samensteller.
De digibibliocatalogus noemt doctor Foeke Buitenrust Hettema als de ware naam van Dr. B. Let op, in de nadere beschrijving staat bij het kopje 'oplage': 2de, veel verm. dr., herdr. Dit zou dan de tweede druk (anno 1900) kunnen zijn van de tweede uitgave (oorspronkelijk uit 1899), die op zijn beurt weer een heruitgave was van de beknoptere eerste uit 1893. Uit de aantekeningen in de catalogus is af te leiden dat dat J.B. Heukelom de ontwerper is van het omslag van deze tweede druk/uitgave; en als je goed kijkt (klik op de foto voor een vergroting), zie je zijn initialen op het voorplat staan. Zowel Heukelom als Dijsselhof figureren in de studie Het boek als nieuwe kunst van E. Braches.
In 1904 verscheen een derde, nog weer veel vermeerderde uitgave, wederom bij S.L. van Looy, door dezelfde drukker gedrukt, en voorzien van een vrijwel gelijkluidend woord vooraf. Het is een forser boekwerk nu, in twee banden, met maar liefst 681 pagina's; de bandversiering is dezelfde als die van de tweede druk. Het boek is raadpleegbaar via Delpher.
De hypothese dat Boeken de samensteller zou kunnen zijn, heb ik in geen velden of wegen kunnen onderbouwen. Alle samenstellerseer blijft dus gaan naar dr F. Buitenrust Hettema (1862-1922), die volgens de DBNL in 1898 onder hetzelfde pseudoniem een Inleiding op dichterstudie heeft gepubliceerd.
De enige bijdrage van Hein Boeken, de andere dr B., aan de tweede druk van de Pic-nic gaat over 'De kunst en de maatschappij'; het is het derde hoofdstuk uit Toekomst, uitgegeven door, alweer, S.L. van Looy, aldus de bronvermelding op p. 330 van de Pic-nic. Dit hoofdstukje van vijf en een halve bladzijde is een hoogdravende cultuurgeschiedenis in zevenmijlslaarzen, met in ieder geval een zin die mijn aandacht trok:
Veel is er geduchts in deze wereld, maar niets is er geduchter dan de mensch.
Daarom wilde ik wel wat meer weten over dat boek Toekomst. Maar meer dan dat het Literatuurmuseum onder die titel in totaal drie vellen manuscript van Boeken schijnt te bezitten, ben ik niet te weet gekomen. Is het (boek) er nooit van gekomen? Er is wel een redevoering door H. Schaepman uit 1891 onder die titel te vinden via de DBNL. Maar dat is een heel ander paar mouwen. Boeken heeft zich bepaald niet onbetuigd gelaten als medewerker aan de Nieuwe gids, maar iets wat ook maar enigszins tendeert naar een gelijkenis met een studie als Toekomst en handelend over 'De kunst en de maatschappij' kwam ik er al bladerend niet in tegen; wel veel sonnetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten