De Slegte in Den Haag, dat is een van de betere. Ooit een zuiver, gesigneerd H.C.-exemplaar van Van Eycks Medusa weg weten te slepen voor een tientje (qua guldens). Thans bijna twee exemplaren Achterbergkroniek nr. 7 op de kop getikt; is al jaren gans en geheel uitverkocht bij het genootschap maar wel vraag naar. Helaas: ze waren onderdeel van de hele reeks, nrs. 1 tot en met 25, à 75 euri. Verder een van buiten niet al te fraai exemplaar van Achterbergs bundel Limiet, uit 1946. Die wil ik wel. Maar voor- en achterin waren de bladzijden afzichtelijk donkerbruin uitgeslagen. Daar heb ik geen trek in. Komt door de kwaliteit (if any) van dat naoorlogse papier.
(heb trammelant met blogger: plaatje wordt niet opgeladen)
(een dag later wil het nog steeds niet lukken)
Ik was te vroeg voor Meermanno-Westreenianum (dat opent, als de meeste musea, heel effectief, op doelgroeptijd, 11.00 uur), vandaar mijn excursie naar De Slegte. In Meermanno is (tot 7-1-7) een tenstoonstelling over de Hypnerotomachia Poliphili, door Aldus Manutius gedrukt in 1499. Dat boek moet opnieuw gebonden worden, dus hebben ze het uit elkaar gehaald; en voor het herbonden wordt, ligt het nu, een beetje bloot, met zelfs een loupe erbij, ten toon in losse, opengeslagen katernen. De inhoud, alsook de auteur en de houtsnijder zijn omgeven door raadselen (en hebben ook niet geheel mijn aandacht; ik ben niet zo Dan Brownerig). Maar het boek als boek is fantastisch mooi. Net als al dat andere werk van Aldus en zijn tijdgenoten dat ze daar zo maar tentoonstellen. Geen roest, inktvraat, verzuring, vergeling, bladluis of wat ook te zien. Alsof het gisteren gemaakt is. De ongerepte schoonheid van dat gave lompenpapier, het zet- en het drukwerk, de letters... Daar stokt mijn adem van. En dat komt mede doordat ik ooit, lang geleden, in duistere avonduren en buiten het curriculum om, een cursus boekwetenschap heb gevolgd bij professor Sötemann en toen nog doctorandus Arie Gelderblom. Die cursus was zo leerzaam, zo intrigerend, en werd gegeven met zo veel liefdevolle aandacht en vakkennis. En nu kon ik een paar van die boeken, of het niets is vijfhonderd jaren oud, waar het toen onder andere over ging, eens in het echt zien. Er zat ook een interactief boek bij, avant la lettre. Aldus had voor zijn quarto's geen initialen; daar liet hij wel ruimte voor vrij, en drukte dan slechts een (kleine) representant. In een tentoongesteld exemplaar had een lezer niet alleen aantekeningen gemaakt, maar ook steeds de initialen zelf netjes ingetekend. Dan komt zo'n boek opeens heel dichtbij, als het ware.
(hmm, weer geen plaatje)